Zo goed als niets (Commentaar)
‘Ons resten geloof, hoop en liefde’ staat in de kapel van Nieuw Hydepark, het huidige ‘opleidingscentrum’ van de Protestantse Kerk, te lezen. In 2016 is deze vertaling met vlijt en ijver ingemetseld in de kapel. Het tekent de kerkelijke voortvarendheid waarmee vanaf 2004 de Nieuwe Bijbelvertaling is omarmd en zo snel mogelijk overal ingevoerd. Wie destijds zijn vinger opstak en protest aantekende tegen het ‘nog’ in Genesis 1:2, ‘resten’ uit 1 Kor. 13, of het lelijke ‘stank voor dank’ in 1 Sam. 25 werd neergezet als kniesoor en party-pooper. Aan de vertaling hadden geleerde bijbelwetenschappers, neerlandici en vertaalkundigen meegewerkt, hoe kon je daar nu tegen zijn?
Zeventien jaar later blijken sommige vertalingen tóch opeens voor verbetering vatbaar, hoewel we dankzij de gelikte mediacampagne rondom de NBV21 opnieuw alleen maar over grappige details als aalmoes en kerkuil discussiëren. Die verhullen echter dat de vertaalprincipes van de NBV niet veranderd of aangepast zijn. Enkele van de honderden verbetervoorstellen die de oudtestamenticus Karel Deurloo (1936-2019) heeft gedaan, zijn nu in de NBV21 overgenomen. Toch hoor je zijn naam niet veel. Dat komt omdat hij de fouten die hij aanklaagde enkel beschouwde als voorbeelden van verkeerde vertaalprincípes. En die principes zijn ook in 2021 niet aangepast. Slechts de allerergste uitwassen ervan zijn hier en daar bestreden, op basis van het ‘piep-systeem’: de passages waarover het meest werd geschreeuwd, werden opnieuw beoordeeld.
Dat is incidentenpolitiek – die door het NBG op Haagse wijze met boeken vol ‘principes’ wordt verdedigd, maar geen hout snijdt. Het laat zich mooi illustreren aan de hand van de mussen uit Matteüs 10:29. Terecht vallen de mussen nu niet meer ter aarde ‘als jullie Vader het niet wil’. De mussen vallen nu dood (!) neer ‘niet buiten jullie Vader om’. De vertaling is – terecht – letterlijker geworden en laat de Vaderlijke wil erbuiten. Maar in datzelfde vers wordt van dezelfde mussen gezegd: ‘Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets.’ Zo goed als niets? Waar komt dat vandaan? In het Grieks staat er gewoon wat ze kosten: één as (SV: penninkje; NBG51: duit). In één vers heeft men enerzijds een nogal vrije interpretatie veranderd in een meer letterlijke vertaling, maar een andere uit de lucht gegrepen frase laten staan. Waarschijnlijk omdat daar veel minder over geschreeuwd is. Maar nog steeds worden in de NBV21 uitleg en vertaling door elkaar gehaald. ‘Zo goed als niets’ is een mogelijke interpretatie van ‘één as/duit’, maar geen vertaling. Het is overigens wel een adequate omschrijving van deze herziening zelf: zo goed als niets.
Mirjam Elbers
In de Waagschaal, jaargang 50, nr. 11. 13 november 2021