WOII

B. De betrekkingen van Barth met het Hitler-Duitsland in de periode van september 1934 tot mei 1945

  • Toen op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak gaf Barth in Walzenhausen (Zwitserland) voor Duitse theologen een college over de Eerste Brief aan de Thessalonicensen en toonde zijn bewogen meeleven met hen in verband met de praktische vragen hoe de christenen in Duitsland zich in de duidelijk dreigende gebeurtenissen zouden moeten gedragen: Duitsland verlaten? Dienst weigeren? Niet gericht, maar in de lucht schieten?

  • Hij dacht zeer “bezorgd over het leed dat door deze oorlog over vele lieve mensen in Duitsland en ontelbaren in andere landen” (55 miljoen doden onder wie zes miljoen Joden – K.) zou komen”.

  • Maar hij geloofde ook dat nu in ieder geval “het begin van het einde van het Hitler-regime beslist is aangebroken”: men kan nu weten waarom er oorlog gevoerd moet worden, dat is het grote verschil met 1914”.

  • Hij betreurde het dat hij in deze zo bewogen “met wereldgeschiedenis tot de rand gevulde tijd niet echt erbij kon zijn en niet mee kon doen waar de beslissingen vielen. Maar er is niets aan te veranderen dat ik mij hoofdzakelijk achter de linies bezig moet houden”.

  • Hoe Barth in de nu volgende oorlogsjaren om zo te zeggen van dag tot dag “achter de linies” inzette voor een bijbels begrip van het lot van het Duitse volk en voor de Duitse vluchtelingen, in het bijzonder de Duitse Joden, is hierboven in de paragraaf A. over de ontwikkelingen in Zwitserland uitvoerig ter sprake gekomen tot aan Victory Day 1945 (daarnaar zij hier verwezen).

  • Begin 1945 was Barth begonnen zijn gedachten over de verhouding van Zwitserland tot het verslagen Duitsland tot uitdrukking te brengen in op vele plaatsen in Zwitserland gehouden voordrachten “De Duitsers en wij”:

    • de Duitsers hebben nu “vrienden” ondanks alles nodig

    • hij sprak met een variant op Mt. 11, 28 van de Vriend die zegt: “Kom tot mij, Hitlerjeugd, SS-soldaten, Gestapo, opportunisten en collaborateurs, kuddemensen achter jullie Führer, schuldigen en medeschuldigen, kom tot mij, ik ken u wel, maar ik zie nu alleen dat u aan het eind van uw krachten bent en van voren af aan opnieuw beginnen moet; ik zal u verkwikken, met u wil ik nu helemaal opnieuw beginnen! Als de Zwitsers die zo vol zijn van hun democratische, sociale en christelijke ideeën, geen interesse voor u tonen, dan doe Ik dat, Ik sta voor u klaar, Ik ben uw vriend”.

    • hij wilde voorkomen dat de Zwitsers die hoewel ze geen oorlogsleed hadden ondervonden zich toch tegenover Hitler te slap hadden opgesteld, en door hard te zijn tegenover het verslagen Duitsland “een tweede schande” op zich zouden laden

    • hij was ervan overtuigd dat op dit einde van een volslagen verloren oorlog een geheel nieuw begin – na heel de geschiedenis van Bismarck af tot het einde van Hitler! – zou kunnen volgen

  • De woning van Barth werd van december 1944 een tweede centrum voor het comité “Freies Deutschland” (voorname rol voor Lollo von Kirschbaum, zijn onvolprezen medewerkster).

  • In april 1945 – vlak voor de capitulatie van Hitler – beantwoordde Barth de vraag van een Engelse krant: “Hoe kunnen de Duitsers gezond worden?” aldus: “Toont hun hoe gentlemen zich gedragen als zij de macht in handen hebben. Geeft hun aanschouwelijk onderricht over wat men verstaat onder democratie, vrijheid, loyaliteit, menselijkheid, wijsheid!”

  • Op de avond van Victory Day, 8 mei 1945, hield hij in Spiez – daarna herhaald in Bazel, Bern en Zürich – een voordracht over “De geestelijke voorwaarden voor de wederopbouw in de naoorlogse tijd (al hierboven vermeld in paragraaf A): “men heeft daarvoor een nieuwe, namelijk een verantwoordelijke, menselijke, solidaire, constructieve en nuchtere geest nodig en daarom de Heilige Geest”.

  • Voor de kerkenraad van Bazel schreef hij na deze beëindiging van de Tweede Wereldoorlog een woord van dank en boete dat de daaropvolgende zondag van alle kansels werd voorgelezen.

Pagina's: 1 2 3 4