Spengler: een webcolumnist over de ondergang van Europa

logoIdW

 

SPENGLER: EEN WEBCOLUMNIST OVER DE ONDERGANG VAN EUROPA

Onder het pseudoniem Spengler schrijft David Goldman wekelijkse columns voor de website Asia Times. Het zijn provocatieve en vaak originele commentaren, door anderhalf miljoen mensen gelezen. In zijn columns put Spengler uit de vele rollen die hij in zijn leven speelt. Hij is de zeer goed geïnformeerde Amerikaanse commentator, die veel contacten heeft in regeringskringen en op Wallstreet. Vaak komt ook de bankier te voorschijn die met statistieken goochelt en de lange termijn economische en demografische ontwikkelingen in de gaten houdt. Minstens zo interessant is de literator en muziektheoreticus. Maar het meest opmerkelijke is dat hij in al deze rollen een grote fan en volgeling is van Franz Rosenzweig. Zijn opmerkelijke ideeën in combinatie met zijn inspiratiebron waren aanleiding voor mij om me in hem te verdiepen.

De zelfmoord van Europa

Het pseudoniem Spengler past goed bij de pessimistische toon van zijn columns. De cultuurhistoricus Oswald Spengler (1880-1936) schreef in 1918 het boek ‘Der Untergang des Abendlandes’ waarin hij de teloorgang van het Westen voorspelde. De ondergang van Europa is ook het belangrijkste thema’s van de internetcolumns van ‘Spengler’. Europa is bezig zelfmoord te plegen, schrijft hij keer op keer. Dat komt omdat het de joodse en christelijke oriëntatie op een transcendente werkelijkheid heeft losgelaten. Juist deze gerichtheid op het aan het hier en nu onthevene stuwde de Europese cultuur voort. De huidige Europeanen leven alleen nog maar in een eeuwig nu en denken niet aan de toekomst. De consequentie daarvan is het lage geboortecijfer van Europa. In twee of drie generaties zal de bevolking van Europa gedecimeerd zijn. Het Duits en het Frans zullen over één of twee eeuwen dode talen zijn.

Gaat in Nederland conservatisme vaak gepaard met een terugkeer naar het nationalisme, voor Spengler is dat een doodlopende weg. Alle staten die zich op etniciteit baseren zijn stervende staten in zijn optiek. Etnische staten zullen de internationalisering van de wereld niet overleven. De staten van de toekomst zijn de veel-volkeren staten zoals de Verenigde Staten, India en ook China. Het christendom is de godsdienst die past bij zo’n veel-volkeren staat, omdat het christendom principieel internationalistisch is. ‘De katholieke kerk leert dat alle christenen worden herboren in het Volk van God, en dat deze nieuwe spirituele band voorrang heeft boven hun heidense oorsprong’. De geschiedenis van de kerk in Europa ziet hij als een worsteling tussen de heidense oriëntatie op de eigen stam en de christelijk-katholieke oriëntatie op de eenheid van Europa. Voor het joodse volk is hierbij een belangrijke taak weggelegd. De jood helpt de christen door de innerlijke heiden in hem te bekeren. De beide Wereldoorlogen en de massale kerkverlating in Europa wijzen er voor hem op dat de heiden aan de winnende hand is.

Spengler schrijft daarnaast uitgebreid over de wereld van het Midden-Oosten en de islam. Voor deze godsdienst heeft hij geen goed woord over. Een enkele keer schrijft hij ook over China, dat hij als alle neo-conservatieven bewondert om zijn discipline en lange-termijn denken. Maar ook daar mist hij een bezield doel. ‘Materialisme leidt alleen tot wanhoop’, waarschuwt hij hen.

Een LaRouchie

Tien jaar lang bleef de ware identiteit van ‘Spengler’ verborgen. In 2008 werd zijn identiteit ‘geuit’ op een blog. Het bleek te gaan om de joodse financieel analist David Goldman uit New York, met een levensgeschiedenis waarin de tijdgeest duidelijk spreekt.

David Goldman groeide op in een Amerikaans joods-communistisch milieu en studeerde Duits, muziekwetenschappen en economie. Tijdens zijn studiejaren raakte hij in de ban LaRouche, een charismatische man die in de jaren zeventig de US Laborparty oprichtte. Goldman wordt eind jaren zeventig financieel analist van een wetenschappelijke front-organisatie van deze partij, de Fusion Energy Foundation. De ideeën van LaRouche waren trotskistisch en anti-zionistisch, maar ook megalomaan en conspirationeel. Nog meer dan andere marxistische partijen had de beweging rond LaRouche trekken van een secte. Hij beweerde dat er een traditie van geheime kennis bestond, vanaf Plato, via de Renaissance tot aan de Duitse filosofen van de 19e eeuw aan toe. Deze geheime kennis werd echter voortdurend onderdrukt door een machtige tegentraditie die begon bij Aristoteles en waar koningen, inquisiteurs en joodse bankiers deel vanuit maakten. David Goldman slikte het indertijd allemaal en pas in 1986 breekt hij definitief met LaRouche.

Het is opvallend hoeveel van de zaken uit zijn LaRouche-tijd terugkomen in zijn Spengler-columns. Spengler trekt met gemak grote lijnen in de geschiedenis, hij heeft aandacht voor financiële analyse en hij is een principieel internationalist. Hij is makkelijk te winnen voor grootse vergezichten. In een autobiografische notitie beschrijft hij waarom hij in 1981 bij Norman Bailey, special assistant van Ronald Reagan en staflid van de National Security Council, in dienst trad. ‘Bailey legde me uit dat de VS het Sowjetrijk aan het eind van de jaren tachtig verslagen zou hebben. Ik hield hem voor een gevaarlijke gek en trad onmiddellijk bij hem in dienst.’

In de tijd van de breuk met LaRouche maakt hij ook op religieus gebied een ommezwaai. ‘Rond 1985 viel het verschrikkelijke inzicht dat ik bijna tien jaar van mijn leven in een gnostische secte had doorgebracht, samen met een zware periode in mijn persoonlijke leven. Diep in de put zat ik op een avond aan de piano en speelde ik door de partituur van de Mattheus Passion en kwam bij het koraal ‘Befiehl du deine Wege’. Ik las: “Vertrouw gerust je wegen en alles wat je hart ziek maakt toe aan hem die de hemel bestuurt. Hij, die aan wolken, lucht en winden hun loop en hun wegen wijst, zal ook wegen vinden waarlangs jouw voet kan gaan.” Voor het eerst in mijn leven bad ik en op dat moment wist ik dat mijn gebed verhoord was. Dat was mijn eerste stap van teshuva – van terugkeer.’

Goldman gaat zich steeds meer verdiepen in het jodendom en wordt een actief lid van de ‘conservative’ Park Avenue Synagoge in New York. Zijn leidsmannen daarbij zijn Abraham Joshua Heschel, Franz Rosenzweig en Michael Wyschogrod. Hij raakt speciaal geïnspireerd door Rosenzweigs stelling dat het Joodse volk de christenen nodig heeft voor zijn eigen overleving. Onder zijn eigen naam gaat hij schrijven voor een site van de International Council of Christians and Jews. Later schrijft hij ook onder pseudoniem voor de katholieke site First Things.

Goldman werkt een aantal jaren voor Norman Bailey. Daarna stapt hij over naar de financiële wereld. Hij werkt in hoge research posities bij Credit Suisse en de Bank of America. Bij deze laatste bank zet hij een research afdeling van 120 werknemers op. In 2005 verlaat hij de financiële wereld. ‘Het werd me steeds minder duidelijk hoe de financiële wereld de echte wereld zou kunnen helpen’. Een aantal jaren later treed hij korte tijd toe tot de staf van de katholieke site First Things.

Geboortecijfers, de paus en de islam

Wie zijn columns leest, ziet een aantal thema’s terugkomen. Een belangrijke graadmeter van de economische en culturele vitaliteit van een natie voor Spengler zijn geboortecijfers. Die dalen niet alleen in Europa, maar ook in de Islamitische wereld. Op grond van de geboortecijfers voorspelt hij dat de Palestijnen over twintig tot dertig jaar bereid zullen zijn om vrede te sluiten. Zijn redenering is simpel: de jonge radicalen van nu zijn dan vijftig jaar en tot rust gekomen en er is nauwelijks een generatie om hen op te volgen omdat de Palestijnse geboortecijfers stevig dalen. De ontwikkeling van de geboortecijfers in het Midden-Oosten brengen hem tot de stelling dat Israël de regionale grootmacht van de toekomst zal zijn. Door het joodse optimisme en de joodse nadruk op het gezinsleven – ook bij de seculiere bevolking – heeft Israël een stabiel geboorteoverschot. De geboortecijfers in de omliggende landen zijn daarentegen dramatisch laag, met name in Turkije en Iran. De macht van deze staten zal ineen schrompelen. In een geestig grafiekje laat hij zien dat er in 2090 zelfs meer Joden in Israël zullen zijn dan inwoners van Polen en in het jaar 2100 zullen ze zelfs de Duitsers achter zich laten!

Spengler is een grote fan van de huidige paus Benedictus XVI. Voor Spengler is hij de laatste grote Europeaan, een man met een brede, universele kennis. Hij ziet Benedictus als iemand die Europa probeert te redden uit de ruïnes van het secularisme. De paus doet dat door terug te grijpen op de bijbelse, joodse wortel van de kerk en tegelijkertijd de hoge cultuur van Europa te omhelzen.

Spengler is speciaal enthousiast over Benedictus’ liefde voor klassieke musici als Bach en Mozart. Met het omhelzen van de klassieke muziek verdedigt Benedictus de kunstvorm die volgens Spengler het best de Europese christelijke traditie tot uitdrukking brengt. Spengler is een aanhanger van de theorie dat de klassieke muziek op een zelfde wijze doelgericht is als de christelijke theologie gericht is op het doel van de voleinding. Klassieke muziek vertrekt van de tonica, neemt de luisteraar mee op reis om eindelijk opnieuw bij de tonica uit te komen. Zo leert de luisteraar zich thuis voelen op de reis die begon op de momenten van openbaring en die ooit zal eindigen in Gods nieuwe wereld. Volgens Spengler kreeg de Europese cultuur door het christendom een ongekende doelgerichtheid en een bereidheid om de impulsen van het hier en nu te onderdrukken. Met het nadrukkelijk opnemen van de klassieke componisten, dichters en denkers haalt Benedictus de Katholieke kerk weg uit de doodlopende weg van een romantisch heimwee naar een vrome middeleeuwen die nooit bestaan hebben. Hij positioneert de kerk als het bastion van de Europese beschaving.

De Europese beschaving moet ook nadrukkelijk verdedigd worden tegen de islam. Spengler doet dat soms met speldenprikken, bijvoorbeeld in een column over het verband tussen soefisme en pedofilie. Uitgesproken somber is hij over de economische vooruitzichten van de islamitische wereld. De revolutie in Egypte ziet hij rechtstreeks leiden naar een hongersnood. De meeste islamitische landen zijn mislukte staten, die door ernstige interne strijd verscheurd worden. Hij is een fel tegenstander van de Amerikaanse pogingen tot nation-building in Irak. Er moet geen Amerikaans belastinggeld aan zoiets irreëels worden uitgegeven. Het beste is om een politiek van containment te voeren ten opzicht van de islamitische wereld. Ook van de islam als godsdienst heeft hij een afkeer. Met Rosenzweig noemt hij de islam een karikatuur van jodendom en christendom. Zijn afkeer van de islam is zo groot dat hij soms malicieus wordt. In één van zijn columns fantaseert hij over een intelligence-operatie waarbij er een intellectuele frontorganisatie wordt opgericht – een soort islamitische Fusion Energy Foundation – die islamitische ketterijen ondersteunt. Het doel daarvan is de intellectueel zwakke islam van binnenuit te ondermijnen. Inventief is het zeker, maar er gaat weinig liefde uit van zulke plannen.

Evaluatie

In het blog-artikel dat Spenglers identiteit onthulde, werd over hem geschreven, dat hij niet over een heel brede achtergrond beschikt. ‘Hij doet het beste wat hij kan, met beperkte middelen’. Dat klopt wel. Spengler heeft een aantal vaste schema’s waarmee hij naar de geschiedenis en naar de wereld kijkt. De schema’s zijn deels aan Rosenzweig ontleend. Belangrijker voor zijn denken lijken me nog zijn muziektheoretische beschouwingen over het verband tussen doelgerichtheid en christendom. Ook al zijn de grondslagen van zijn denken wat beperkt, hij opent er grootse en soms geestige vergezichten mee.

Speciaal wat hij schrijft over Europa vind ik verhelderend bij het nadenken over de politieke crisis in Nederland. Europa heeft eerst zijn christendom opgegeven en is gevlucht in nationalisme. Na het failliet van het nationalisme is het gevlucht in een relativering van alle waarden en een leeg internationalisme. Nu ook dat vast loopt dreigt een nieuwe wending naar een obscuur nationalisme. Het enige dat helpt is een erkenning van de christelijke wortels van Europa en een voortbouwen daarop. Over het realiteitsgehalte van dit project ben ik net zo pessimistisch als Spengler. Maar het neemt niet weg dat je daarvoor – met Benedictus – zaden kan planten.

In september 2011 verschijnt David Goldman’s boek ‘How civilizations die’.

Coen Wessel