Weerbarstige apostel van de integratie

logoIdW

 

Paulus kan in ‘mainstream’ Protestantse kerken nog altijd niet op veel enthousiasme rekenen. Het gangbare beeld blijft dat hij de veelbelovende beweging van Jezus op een totaal verkeerd spoor heeft gezet. Paulus is de bad guy. In Jezus ziet men graag het open, humane, bevrijdende voorbeeld, die de strijd aanbindt met de strenge, moralistische en wettische Farizeeërs. Al wordt het zelden letterlijk zo gezegd, velen zouden Paulus bij die stereotype tegenstanders van Jezus scharen. Paulus was toch ook Farizeeër? Die afkomst verloochent hij dan niet! Bij Paulus is het weliswaar geen wetticisme, maar de dogma’s over zonde, oordeel en verzoening waar hij de uitvinder van zou zijn, komen op hetzelfde neer. Tegenover de sympathieke, inclusieve Jezus staat de fundamentalistische dogmaticus, met het fanatisme van de bekeerling. Bijna alles aan dit populaire beeld is historisch op z’n best kort door de bocht, als het niet regelrecht onjuist is: de beelden van Jezus en de Farizeeën en de tegenstelling tussen Jezus en Paulus. Hier gaat het me enkel over Paulus.

Die negatieve reputatie van Paulus is natuurlijk wel begrijpelijk. Hij is in zijn brieven herhaaldelijk in een zeer felle strijd verwikkeld, op het eerste gezicht een strijd om de ware leer. Er vallen harde woorden, en we horen alleen zijn kant van het verhaal. Het roept gemakkelijk het beeld op van een religieuze scherpslijper. Aanstootgevende uitspraken over vrouwen en over homoseksualiteit, en – misschien nog belangrijker, want net zo aanstootgevend – over zonde en schuld, bloed en verzoening, maken het beeld compleet. Rechterflank, conservatief, reactionair, sektarisch en pessimistisch: zo kennen wij onze religieuze radicalen.

Dat beeld moeten we echter radicaal bijstellen. Het is een grove vertekening van de werkelijke, historische Paulus. Paulus was niet extreem van de rechterflank, van de eigen partij en het rigide eigen gelijk. Eerder moet je hem progressief noemen en ongehoord vernieuwend. Of, met een modieus woord van nu: een verbinder. Of, op het gevaar af om een brave christen- of sociaal-democraat van hem te maken: hij was veel meer een man van het midden. Flexibel, genuanceerd, pragmatisch en tot compromissen bereid. Hij deed dat in een tijd van toenemende spanningen, van onzekerheid (niet in de laatste plaats om de eigen identiteit) en polarisatie. Dat maakt het verbindende, dat zoeken van het midden ook zo vermetel.

Jood en niet-Jood

Om welke verbinding, om welk midden gaat het dan? Paulus zet zich in voor gemengde gemeentes van Joden en niet-Joden. De beweging van Jezus is helemaal binnen het Jodendom van die tijd begonnen, zowel religieus als cultureel en etnisch. Maar dan begint het ook niet-Joden te bereiken, sterker nog: het trekt ze enorm aan. Dat is ook Paulus’ werk, zijn vernieuwende, letterlijk en figuurlijk grensoverschrijdende missie. Daarmee rijzen de vragen, en groeien al gauw spanningen en conflicten. Hoe ‘joods’ moesten die niet-Joden eigenlijk worden? En als die Jezus-beweging steeds meer uit niet-Joden gaat bestaan, hoe ‘joods’ zou die dan nog blijven? Er zijn al gauw radicalen aan beide zijden. Alles helemaal Joods, inclusief de besnijdenis en alle andere geboden! Er was in Paulus’ tijd een beweging die een strenge besnijdenispolitiek voorstond. Dat maakt in het Nieuwe Testament besnijdenis mede zo’n aangelegen punt. Waarschijnlijk wat later kwam de reactie: weg met al die uiterlijke zaken, het gaat om de geest.

Paulus houdt vast aan het midden en probeert voortdurend beide groepen te verbinden en bijeen te houden. Bij Paulus houden beide groepen, Joden en niet-Joden hun eigenheid. Het is met een veel gesmade term “integratie met behoud van eigen identiteit”. Er blijft onderscheid, er blijft een eigen identiteit, met eigen gebruiken. Maar tegelijkertijd: het is echt integratie. Het wordt één gemeenschap. Het is werkelijk ‘samenleven met verschil’, en dat laat je identiteit niet ongemoeid. Hier ijvert Paulus voor en hier is hij ook op z’n fanatiekst. Hij strijdt dan voor behoud van het midden, van de verbinding, van het samenleven. Tegelijk is zijn Brief aan de Romeinen een poging om dat uitgebreider en evenwichtiger uiteen te zetten, naar beide flanken. De Joodse factie moet de besnijdenis niet opleggen. Maar de niet-Joden moeten niet neerkijken op het Joodse hameren op de besnijdenis en ze als minderwaardige gelovige beschouwen. Beide groepen moeten elkaar aanvaarden en samenleven in liefde. Paulus schrijft zelfs de Joden die niet in Jezus als messias geloven niet af, de groep die vooralsnog buiten die inclusieve gemeenschap blijft. Die gemeenschap zal juist door haar kwaliteit als gemeenschap de buitenstaanders voor zich winnen.

Inherent aan Paulus’ middenpositie is een grote mate van flexibiliteit en relativeringsvermogen. Waar zijn extremistische tegenstanders van de ene of andere flank gebruiken en identiteiten verabsoluteren, relativeert Paulus. Dat geldt voor de besnijdenis, die een relatieve waarde houdt. Maar ook in een andere omstreden kwestie van die tijd – het al dan niet mogen eten van offervlees in heidense tempels – relativeert hij en hij komt met een verbindende middenpositie: het mag, voor zover het de gemeenschap en andere leden daarvan niet schaadt.

Een midden dat overstijgt

Was Paulus een multiculturele theedrinker avant la lettre? Uiteraard niet. Als verbinder en ‘man van het midden’ moeten we hem niet identificeren met posities en benaderingen in het huidige debat over integratie, identiteit en aanpassing. Wel geeft de verbindende Paulus ons te denken. Dat zit meer dan in het verbinden zelf in zijn motivatie, in – om dat woord toch maar te gebruiken – het fundament van die inclusieve gemeenschap van samenleven met verschil. Hij zocht de verbinding in dienst van Jezus, een al het andere overstijgende werkelijkheid van verbinding. Dat absoluut verbindende stelde hem in staat al het andere, alle identiteiten met hun gebruiken en ‘culturen’ te relativeren. Cruciaal is wel, dat niemand dat absolute kon claimen als het zijne. Het was geen oordeel in de handen van de ene of de andere partij; het was ‘iets’ (of beter ‘iemand’) die juist al het andere oordeelde. Juist het missen van dat voorgegevene, dat overstijgende, waaraan alleen het oordeel toekomt, maakt dat mensen andere zaken als absoluut gaan beoordelen, tot en met paaseieren, kerstwensen en de schmink van fictieve figuren aan toe.

Er is geen eenvoudig recept voor verbinding een eenheid in verscheidenheid. Iets overstijgends laat zich niet oproepen, laat staan opleggen. Het laat zich wel zoeken. Zonder lijkt het niet te gaan. Dat vraagt er echter om het laatste oordeel niet ter hand te nemen, maar los te laten en uit handen te geven. Dat gaat niet zonder vertrouwen. Dat is niet voor niets een kernwoord in Paulus’ boodschap, in hechte verbinding met liefde en hoop. Die zijn in het maatschappelijk debat over integratie ver te zoeken. Maar waarom zouden ze niet opnieuw te vinden zijn? Bij Paulus zijn dat meer dan verbleekte idealen. Hij probeert gemeenschappen te stichten die ermee leven. Hij heeft onze samenleving meer te zeggen dan velen in de kerken denken.

Coen Constandse