Wapenrusting – noten

Noten

[1] Karl Barth, Des Christen Wehr und Waffen, Evangelischer Verlag A.-G. Zollikon-Zürich 1940, opnieuw gepubliceerd in: Karl Barth, Eine Schweizer Stimme. 1938-1945, Zürich 1945, 123-146.

[2] Barth, Eine Schweizer Stimme. 1938-1945, 123.

[3] Eberhard Busch, Karl Barths Lebenslauf. Nach seinen Briefen und autobiographischen Texten, München 1975, 318.

[4] Psalmen en Gezangen voor den eredienst der Nederlandse Hervormde Kerk, Gezang 97.

[5] Barth, Eine Schweizer Stimme. 1938-1945, 152v; ook in: Karl Barth, Offene Briefe 1935-1942, 247v.

[6] Op 11 maart stuurde de uitgever Evangelischer Verlag A.G. Zollikon-Zürich de tekst van de brochure aan de ‘Abteilung für Presse und Funkspruch im Armeestab’, met een verzoek om die te beoordelen en toestemming voor de druk te geven (in: Eberhard Busch, zusammen mit Barbara Schenck und Stefania Centofani (Hgg.), Die Akte Karl Barth. Zensur und Überwachung im Namen der Schweizer Neutralität 1938–19­45, Zürich 2008, 21).

[7] Zo typeert Barth zelf Des Christen Wehr und Waffen in zijn brief van 1 mei 1940 aan G.H. Slotemaker de Bruine (in: Karl Barth, Offene Briefe 1935-1942. Herausgegeben von Diether Koch, [Karl Barth Gesamtausgabe, Bd. 36], Zürich 2001, 237 [noot 1]).

[8] Helaas is deze oorspronkelijke tekst van Barths brochure niet bewaard gebleven (aldus de bibliothecaris van het Karl Barth Archiv in Bazel op 28 augustus 2022 aan G.C. den Hertog).

[9] Een en ander is uitvoerig gedocumenteerd in Busch, Die Akte Karl Barth.

[10] Origineel in het Karl Barth Archiv te Bazel (KBA 9340.224).

[11] Karl Barth – Willem Adolf Visser ’t Hooft. Briefwechsel 1930–1968, einschließlich des Briefwechsels von Henriette Visser ’t Hooft mit Karl Barth und Charlotte von Kirschbaum, Herausgegeben von Thomas Herwig, (Karl Barth Gesamtausgabe Bd. 43), Zürich 2006, 132.

[12] Barth zinspeelt hier op de ‘Oxford-groep’, ook wel de beweging voor ‘morele herbewapening’ genoemd, opgericht door de Amerikaanse lutherse predikant Frank Buchmann (1878-1961). Barths collega in Zürich, Emil Brunner, had goede contacten met Buchman en bleef zijn beweging steunen, ook toen Buchman in oktober 1933 (!) gearmd met twee prominente vertegenwoordigers van de Deutsche Christen op de foto ging en die foto wereldwijd op de voorpagina van kranten prijkte (vgl. Frank Jehle, Emil Brunner. Theologe im 20. Jahrhundert, Zürich 2006, 281-284).

[13] Barth verwijst hier naar het Duitse origineel van het Lutherlied: ‘Een vaste burcht is onze God’ (Liedboek 2013, Lied 898). Voor ‘Ein gute wehr und waffen’ is hier de vertaling gekozen van de Hervormde Bundel 1938 (zie de inleiding).

[14] Barth citeert hier de vierde strofe van Luthers lied ‘Nun bitten wir den heiligen Geist’: Du höchster Tröster in aller Not! Hilf, daß wir nicht fürchten Schand’ noch Tod, Daß in uns die Sinne nicht verzagen, Wenn der Feind wird das Leben verklagen. Kyrieleis!

In de Nederlandse vertaling van Ad den Besten (Liedboek 2013, Lied 671, strofe 4) staat: ‘als de vijand zelf ons aan komt klagen’.

[15] Vgl. Calvijns herhaalde ‘nostri non sumus’ [wij zijn niet van onszelf] (Institutio Christianae religionis [1559], II.7.1) en de inzet van de Heidelberger Catechismus: ‘We zijn niet van onszelf, maar van onze getrouwe Heiland Jezus Christus’.

[16] Gezien het feit dat Barth dit referaat begin 1940 heeft gehouden, doelt hij hier op het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 1 september 1939, met de Duitse overval op Polen.

[17] Vgl. Karl Barth – Willem Adolf Visser ’t Hooft. Briefwechsel 1930–1968, einschließlich des Brief­wechsels von Henriette Visser ’t Hooft mit Karl Barth und Charlotte von Kirschbaum, Herausgegeben von Thomas Herwig, (Karl Barth Gesamtausgabe Bd. 43), Zürich 2006, 119; 123.

[18] Een bekende politieke leuze van het nationaalsocialisme luidde dat het Duitse volk ‘Lebensraum’ nodig had, en wel in Oost-Europa.

[19] Barth bedoelt hier: dat Engeland en Frankrijk Duitsland na de inval in Polen op 1 september 1939 de oorlog verklaard hebben.

[20] ‘Op 30 november 1939 viel de Sovjet-Unie onder Jozef Stalin Finland binnen. Het was het begin van de zogenoemde Fins-Russische Winteroorlog (1939-1940), die op 13 maart 1940 eindigde met het Vredesverdrag van Moskou. Het verloop van deze oorlog had grote invloed op het verloop van de Tweede Wereldoorlog. […] Uit angst voor Russische invloed in Scandinavië besloot Adolf Hitler bijvoorbeeld om Denemarken en Noorwegen aan te vallen. En nog belangrijker was dat Hitler, door de ontwikkelingen in de Winteroorlog, de kracht van het Rode Leger onderschatte. Natuurlijk hadden de Finnen moedig gestreden, maar had de oorlog niet ook aangetoond dat het Sovjet-leger eigenlijk maar weinig voorstelde? Hitler meende van wel. De Finnen hadden de Russen immers langere tijd goed tegenstand kunnen bieden.’ (https://historiek.net/fins-russische-winteroorlog-1939-1940/69590/)

[21] Barth zinspeelt hier op het in 1938 verschenen boek van de voormalige nationaalsocialist Hermann Rauschning, Die Revolution des Nihilismus, waarin die het fascisme bestempelt als in de kern nihilistisch.

[22] Barth citeert hier de titel van de roman van Hans Fallada uit 1932: Kleiner Mann, was nun?.

[23] In het Duits staat hier het woord ‘Verführer’, waarmee Barth uiteraard ook zinspeelt op de benaming voor Hitler: de Führer.

[24] Barth citeert hier de beginregel van de tweede strofe van het Lutherlied: ‘Mit unser Macht ist nichts getan’. Hier is de letterlijke vertaling van de Hervormde Bundel 1938 (Gezang 97) overgenomen. De dichter Ad den Besten vertaalt: ‘Al onze macht is ijdelheid’ (Liedboek 2013, Lied 898).

[25] Judah L. Magnes (1877-1948), die was geïnspireerd door Ghandi en tijdens de Eerste Wereldoorlog en daarna lange tijd pacifist was, sprak in oktober 1939 bij de opening van de cursus van de Hebrew University in Jeruzalem uit dat hij nog altijd een ‘pacifistic faith’ had, maar het niet over zijn hart kon verkrijgen om ‘to the German Satan’ te zeggen: ‘Keep on conquering’. Hij verantwoordde zijn stellingname met de stelling: ‘the incarnation of the devil sits on the German throne’ (vgl. Daniel P. Kotzin, Judah L. Magnes: An American Jewish Nonconformist, New York 2010, 274v).

[26] De tussenregel ‘– wanneer het misschien waar is, dat juist de hoofdverantwoordelijke voor deze oorlog eenvoudigweg een zieke man is –’ is door de toenmalige Zwitserse censor zwart en daarmee onleesbaar gemaakt.

[27] Barth neemt hier de woorden over uit de vierde strofe van het Lutherlied ‘Een vaste burcht’ (Liedboek 2013, Lied 898, strofe 4).

[28] ‘Geistige Landesverteidigung’ is de aanduiding voor de politiek-culturele beweging gedurende de jaren dertig tot de jaren zestig van de vorige eeuw, die tot doel had de tot Zwitsers verklaarde waarden te versterken en fascistisch, nationaalsocialistisch en communistisch totalitarisme tegen te gaan (vgl. https://hls-dhs-dss.ch/de/articles/017426/2006-11-23/).

[29] Barth citeert hier de slotwoorden van de radiotoespraak van de Engelse minister-president op 4 september 1939. De toespraak is opgenomen in: The British War Blue Book. Documents concerning German-Polish relations and the outbreak of hostilities between Great Britain and Germany on September 3, 1939, Nr. 144. https://www.allworldwars.com/The%20British%20War%20Blue%20Book%201939.html

[30] Winston Churchill, Step by Step. 1936-1939, London 1939.

[31] Spiritus sanctus non est scepticus (Luther, De servo arbitrio, WA 18, 605, 32).