Studieflof en bleidsplan
STUDIEFLOF EN BLEIDSPLAN
Jezus heeft geen kerk gesticht, je zou zelfs kunnen zeggen dat hij, gezien zijn uitlatingen over de georganiseerde godsdienst van zijn dagen, enige bedenkingen had bij de verenigingsvorm van gelovigen.
Toch is zijn kerk niet slechts een verzameling mensen die als leden van hun gemeenschap het lichaam van Christus vormen, ze is ook een organisatie die moet worden bestuurd, geleid en gecontroleerd. Dat lukt steeds beter! De landelijke kerk bedenkt in haar ijver allerlei prachtplannen die men getrouwelijk naäapt van de gezondheidszorg en het onderwijs. Dat is natuurlijk omdat juist deze sectoren zulke doorslaande successen boeken.
Studieverlof
Zo is er een geweldige verbetering aangebracht in de regeling van het studieverlof van predikanten. De studietijd wordt niet meer slordig in dagen, weken, maanden uitgerekend, maar in uren! De verlof-houdende dominees kunnen, mits ze hun huiswerk op tijd aan een erkende theologieprofessor laten zien, punten verdienen waardoor ze gevrijwaard blijven van straf (bijvoorbeeld: niet beroepen mogen worden naar een volgende gemeente). Ze moeten de boel wel goed administreren en ter controle kunnen overleggen, waardoor er wel veel van de zuivere studietijd afgaat, maar dat is nu eenmaal zo in een bureaucratisch systeem. Dat kost wat, maar ach, je krijgt er zoveel voor terug.
Dit is o.a. bedacht om misbruik van studietijd aan banden te leggen. Nu was er voor misbruik niet veel bewijs, want veruit de meeste dominees zijn nuttig en interessant bezig tijdens hun verlof. Maar er zal er vast wel eens een tussen zitten die zijn verlof besteedt met wandelen naar Santiago de Compostella, en daar dan, weer terug in de gemeente, meditatief over gaat doen. Vanwege een luttele uitzondering moet je meteen voor alle anderen iets bedenken dat dit soort wantoestanden uitsluit en dat is dan de nieuwe studieregeling geworden.
Wat moet ik in de komende maanden van mijn verlof? Misschien moet ik maar eens duiken in voor de kerk gewichtige zaken als organisatie en management. Een zomercursus bij In-Holland lijkt me wel wat. Dan haal ik toch nog een diploma. En ik houd nog tijd over voor het werken aan mijn port-folio en het aanscherpen van mijn CV. Dat hoort er ook bij, zoals elk onderzoeks- en adviesbureau je kan vertellen.
Wereldgelijkvormigheid heette dergelijk gedrag vroeger afkeurend, maar daar zijn we van teruggekomen. Hoe gelijkvormiger aan wereldse eigentijdsigheden, hoe liever.
Beleid
Elke gemeente is bijvoorbeeld verplicht een beleidsplan te maken en dat iedere paar jaar bij te werken. Wij hebben dat ook, een beleidsplan. Daar is met aandacht aan gewerkt door lieve en kundige mensen uit onze gemeente. Dus ik moet oppassen wat ik zeg, maar ik heb, ter oriëntatie op mijn plannen voor de komende maanden eens gekeken hoe dat plan van ons eruit ziet en wat er mogelijk nog aan mankeert.
Zo is me opgevallen dat wij, als eigentijdse beleidsplan-houdende kerkelijke gemeente niets hebben afgesproken over een voortgaande digitalisering van ons gemeentezijn, bijvoorbeeld door een vriendenbestand op het net aan te leggen en te werken aan interactieve mogelijkheden en uitdagingen. Ook ontbreekt er een bezoekersprofiel, tegenwoordig toch een must voor elke organisatie. Over de participatie van belangstellende niet-leden en projecten die als gemeentegrensoverschrijdend kunnen worden aangemerkt: geen woord. En wat zijn onze mogelijkheden om maatschappelijke stages aan te bieden, compleet met de subsidies die daarvoor te vangen zijn als je het handig speelt?
Tevens is de bezinning op nieuwe presentatievormen ernstig verwaarloosd, alsmede de klankbordfunctie die je moet hebben, wil je nog enigszins meetellen. Dan hebben we het nog niet eens over de kerk als ontmoetingsplaats en platform, het inspelen op ontwikkelingen in de samenleving, het bieden van een mentale ruimte voor nieuwe indrukken en ontdekkingen.
Onnodig te zeggen dat hoogst gewichtige zaken als de variabiliteit van aanbod, de netwerk- en de mediatorfunctie vergeten gebieden zijn. En zo hebben we tenslotte ook geen plaats kunnen inruimen voor het entameren van de permanente discussie over onze identiteit.
Kortom: dat beleidsplan zit vol hiaten. Daarom had ik me al half en half voorgenomen om daar tijdens het studieverlof nuttig werk aan te besteden. En om daarnevens tevens een tijdpad uit te zetten voor de implementering. Maar toen zag ik dat de twee slotlettergrepen van dit laatste toverwoord een vreselijke besmettelijke ziekte aanduiden. Daar schrok ik zo van, dat mijn enthousiasme en voortvarendheid smolten als sneeuw voor de zon. Het zal dus toch weer worden: theologie-filosofie-geschiedenis. Degelijke boeken lezen, daarover nadenken en wat opschrijven, en dat vervolgens implemeteren in het gemeentewerk.
De kerkelijke management-mode en het kerkelijk beleid kunnen me gestolen worden. Ze stillen mijn honger naar kennis en inzicht niet, en of er iets goeds uitkomt voor de aarde, is zeer de vraag. Want: ‘de aarde is vervuld van goedertierenheid, van goddelijk geduld en goddelijk beleid’ (Gezang 322).
Met dank aan Rutger Pontzen,
Alex van Ligten
Auteur is predikant (PKN) in Sneek