Van de redactie

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)In dit zomernummer proberen we het debat over woke ‘luchtig’ op te pakken: op zo’n manier dat er een nuchter waakzame geest doorheen kan waaien. Verrassend genoeg blijkt het oer-Hollandse ‘gezelligheid’ daarbij een kernwoord te zijn.

Een ander kernwoord is ‘erfgenaam’, waarin we een bijbels grondwoord herkennen. In zijn boek Woke theater zoekt Cees Zweistra naar een alternatief voor ‘woke’ en ‘antiwoke’ in een ‘ethiek van de erfgenaam’. Deze ethiek draait om verantwoordelijkheid, die gaat van de kleine dingen, die hier en nu in je macht liggen, tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de toekomst. Verschillende bijdragen in dit nummer gaan hier inleidend en improviserend op in.

Zelf staat Zweistra in zijn bijdrage nog eens stil bij de huiselijke gezelligheid. Kees Doevendans vraagt zich af of je in tijden van woningnood wel van dit privilege kunt uitgaan en houdt het liever op ‘gastvrijheid’. Susanne Hennecke beschrijft aan de hand van Ursula K. Le Guins roman Always coming home wat ‘post-utopische gezel-schappelijk-heid’ zou kunnen inhouden. Daarbij verschuift de ‘gezelligheid’ van het huis naar de samenleving (Gesellschaft), als een proces van wederzijds ‘geven’ tussen mens en dier, natuur en techniek.

Hiervoor kunnen we niet alleen putten uit overlevering vanuit inheemse culturen, zoals Le Guin beschrijft, maar houdt ook ‘theoloog van de hoop’ Jürgen Moltmann (1926-2024) ons wakker. Ton van Prooijen schetst zijn theologische nalatenschap en Hans de Waal uit zijn persoonlijke en diaconale dank.

Hoe kan de kerk van vandaag een oefenplek voor wakkere erfgenamen zijn? Om te beginnen door het onderlinge debat de ruimte te geven, zoals de discussie tussen Folkert de Jong en Willem Maarten Dekker over christelijke cultuur, al maken we De Jongs beschuldiging van racisme aan Dekkers adres niet mee. Erfenissen uit de christelijke traditie die elkaar lijken tegen te spreken, zouden elkaar trouwens nog wel eens nodig kunnen hebben. Zouden we bijvoorbeeld niet juist als ‘slaven van Christus’ het boetekleed aantrekken voor de kerkelijke medeplichtigheid aan het slavernijverleden? Doevendans’ verslag van de tentoonstelling in het Catharijneconvent nodigt er in samenspraak met Dekkers bijbels-theologische opmerkingen toe uit. Ondertussen wijst Hetty Boersma er met Andrew Root op dat alles wat we in onze tijd (nog) van de kerk kunnen verwachten, een wachten op de God van de kerk inhoudt.

Wakker zijn kom je in de Bijbel tegen als een vorm van slapeloosheid ‘die niet zozeer ergerlijk is als wel de noodzakelijke voorbereiding op een betere slaap’. Udo Doedens laat dit uitkomen in zijn bloemlezing. Een intense echo van dit bijbelse wakker liggen horen we in het openhartige zelfonderzoek van Coen Constandse. Luchtiger psalmen laat Jilles de Klerk ons horen: van Paul Simon Dit alles wordt in de meditatie en het commentaar omvat door de inclusio van het Woord.

Gerben van Manen

In de Waagschaal, nr. 8, 17 augustus 2024