Van de redactie

Geruime tijd, meer dan een jaar, overwoog de redactie de mogelijkheid en wenselijkheid van een themanummer over gender in brede zin en transgender in het bijzonder. Wie is bereid daarover te schrijven, wat wordt de insteek? Reeds de terminologie ligt gevoelig en is meer dan eens, in de samenleving zo goed als in de kerk, inzet van een kleine (of grote) ‘cultuurstrijd’ die niet per se de onze is. Maar het gaat om mensen. En dus om ontmoeting en dialoog, in de hoop op ‘contact dat heilzaam is’, zoals Susanne Hennecke dat noemt in haar meditatie. Wanneer aarzeling – en de redactie hecht eraan te melden dat de meningen verschillen – gepaard gaat met eerlijkheid, is dat geen kanttekening maar juist een aanbeveling bij het hier gebodene. Want, met een woord van Miskotte: ‘Wij zijn overtuigd, dat een openstaan voor, ja een ondergaan van de verwarring en het wezenlijke geestelijke leed van de moderne mens (de medemens, naast ons, die naar ons niet vraagt, maar wij hebben naar hém te vragen) een dienst is van de gemeente, die niet kan wachten tot theologanten hun twistgesprekken hebben teneinde gebracht (waarschijnlijk wegens uitputting, en dan blijft mogelijk dat het eerst half time blijkt te zijn).’ (IdW 3-1, 3 oktober 1947, p.1)

We zijn Noud Fortuin, predikant in opleiding, zeer erkentelijk voor zijn even persoonlijke als theologische bijdrage over (het begin van) een ‘Bethanië-paradigma’, met een nadrukkelijk appèl aan de lezer.

Het werkwoord ‘zoeken’ verbindt de artikelen van Coen Constandse en Cees-Jan Smits, waarin zij verslag doen van hun ervaringen met transgenderpersonen, of hun ouders, in de pastorale praktijk, en wat hun theologische en ethische reflecties daarbij wel, of niet, hebben opgeleverd.

Jantine Nierop doet, in een eveneens persoonlijk getoonzette bijdrage, verslag van haar weg door het genderlandschap. De gevoeligheden daaromtrent (b)lijken in Duitsland nog vele malen groter dan hier.

Voor enige architectonische, sociologische en historische context bij het thema zorgt Kees Doevendans, inclusief aandacht voor zowel Hooglied als de hernieuwde waardering voor verwilderde natuur in queer ecology.

Voor verdere verruiming van het blikveld zorgt Udo Doedens wanneer hij, voorbij het thema maar met een zelfde gevoeligheid voor het gewicht van terminologie, de woorden introvert, ‘introversie’ en innerlijkheid weegt.

Jan Bruin herneemt de discussie over de vermeende superioriteit van de christelijke beschaving en bepaalt ons, met Nijhoff, bij de bijen. Susanne Hennecke staat kort stil bij de nieuwste brochure van de Karl Barth Stichting. En Niels den Hertog, tot besluit, zag de opening van het Nationaal Holocaustmuseum met het rapport over de toeslagenaffaire op zijn bureau en de nodige zorgen over de rechtstaat. ‘Ik bid om open ogen’.

Amen.

Hans de Waal

In de waagschaal, nr. 4, 30 maart 2024