Van de redactie
Als u dit leest is een nieuw jaar begonnen, heeft Mark Rutte waarschijnlijk de ministers en staatssecretarissen van zijn vierde kabinet gepresenteerd en heeft u het eerste nummer van de tweede halve eeuw In de Waagschaal nieuwe jaargang in handen. Daarin is Freek de Jonge onze wintergast. Hij schreef Kom Verder, een roman over de jeugd, studententijd en eerste jaren van het predikantschap van zijn vader. Die werd met name gevormd door, bien étonés de se trouver ensemble, de theologen Gerardus van der Leeuw en Karl Barth. Freek de Jonge ziet in die twee theologen de spanning tussen rede en mysterie, woord en beeld, zakelijke kern en religieuze vormgeving terug. Als rationalist doet hij een pleidooi voor magie, mythe en mystiek. Want zonder religie vaart niemand wel, al moet je er geen geloof aan hechten. Het leverde een uitvoerig en boeiend gesprek op met voor barthiaans geschoolde lezers omstreden standpunten én de boeiende vraag of bij Barth geloven steriel dreigt te worden. De Jonge’s pleidooi om verhalen uit de Bijbel en andere religies een belangrijke plaats te geven in het onderwijs, zal bij de lezers van ons blad waarschijnlijk op meer instemming kunnen rekenen. Die verhalen zijn meer dan nodig nu we van God los zijn en dat niet de bevrijding heeft gebracht die we dachten en hoopten. Integendeel.
Ook Hetty Boersma komt niet langer uit met de in barthiaanse kringen nog wel eens gemaakte tegenstelling tussen theologie en spiritualiteit. Zoals de geïncarneerde Christus twee naturen kent, zo heeft ieder mens in wezen twee naturen. Reden om God niet alleen in de geest, maar ook in het lijf op het spoor te komen. Niels den Hertog staat stil bij Jezus ‘Ik ben uitspraken in het Johannesevangelie. De goddelijke natuur lijkt hier de menselijke natuur juist op te slokken: Jezus stelt zich op één lijn met God.
Bij Rubens spat juist de lichamelijkheid er weer af, schrijft Udo Doedens. Hij ging voor Kierkegaard naar Antwerpen, maar kon niet om Rubens heen. At Polhuis vervolgt zijn reactie op Bram Grandia uit het vorige nummer en houdt vast aan de onopgeefbare verbondenheid met Israël. Die verbondenheid heeft niet alleen historische, maar meer nog theologische wortels. Het commentaar op de NBV21 van Mirjam Elbers lokt een reactie bij Barend Drewes uit. Iets meer waardering voor deze herziene uitgave van de Nieuwe Bijbelvertaling vindt hij op zijn plaats. In zijn eerste bijdrage aan de rubriek Commentaar laat Coen Constandse zijn gedachten gaan over het geduld. Naast het houden van afstand, zou een pleidooi om het uit te houden in de tijd, een goede basismaatregel kunnen zijn, stelt hij. Nu we de Kerstdagen opnieuw in een harde lockdown moesten beleven, die nu u dit leest misschien net of nog niet is opgeheven een deugd om ons in te oefenen. Al hopen we natuurlijk dat de inhoud van dit nummer uw geduld niet al te zeer op de proef stelt.
Jilles de Klerk
In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 1. 8 januari 2022