Van de redactie
Misschien had er op de voorkant beter JE SUIS J.C. kunnen staan dan de nu vermelde slagwoorden, maar hoe harder de koopman roept, hoe eerder zijn vis bedorven is. In de Waagschaal wil niet de spreekbuis zijn van geruchtmakende zaken, maar zoekt vanouds, staand in de spanning tussen denken en getuigen, de actualiteit juist in het relativeren van wat zich als Nieuw en Hoogst Verantwoord aandient. Noem het de goed-barthiaanse eigenwijsheid om tegen de wind in te fietsen. Of de berg op, natuurlijk. Noem het Paulus’ besef dat wij nog kijken in de spiegel, als in raadselen, waarmee Coen Constandse dit nummer opent. Wat ziet een ander van ons, en wat zien we van een ander? En vooral: wat zien we van onszelf?
Dit neemt niet weg dat de aanslagen in Parijs vragen stellen aan de publieke zaak van het Westen en de rol van de Islam daarin. Twee reacties kregen we binnen: Gerard den Hertog stelt treffend dat je met de Koran niet kunt praten, maar wel met moslims. En dat dat zal moeten gebeuren. André van Dijk las Soumission van Houellebecq, maar kijkt toch anders naar Europa dan hij. Ik heb Marsmans beroemde slot uit ‘Tempel en Kruis’ erbij gezet, en een gedicht van Henriette Roland Holst over de kunst van het sterven. Huizinga meende in 1934 dat in later eeuwen buitenlanders Nederlands zouden leren om hààr gedichten. Haar bundels staan inmiddels te vergelen op een verborgen plank – ook dat is een spiegel die ons voorgehouden wordt.
Reeds bij Mozes stond het ambt ter discussie, en deze gaat voort. Hoe kan het ook anders, als het Woord niet een Boek maar vlees geworden is? Op pagina 9 vindt u een inleiding hierover, gevolgd door twee artikelen. Willem Maarten Dekker en ondergetekende zetten klassiek-reformatorisch in bij de dienst aan het Woord. Coen Constandse en Udo Doedens willen dat ook, maar zien dan in de eerste plaats toch de gemeente, en niet de predikant opdoemen.
Machteld de Mik verhaalt van de praktijk van zo een ambtsdrager. De een zonder boordje, de ander met een koptelefoon tegen te hoge tonen. Terwijl Rinse Reeling Brouwer nader ingaat op de spanning tussen getuigen en denken, waar niet alleen het ambt, maar ook de theologie mee te maken krijgt.
Tot de eigenwijsheid van Barth behoorde ook het afstand houden tot principes en idealen. Dat heeft Polhuis aangezet tot een serie over het pacifisme. Hij gaat in dit nummer verder in op Barths oorlogsverklaring aan Hitler-Duitsland in 1938. Maar de lijnen die hij de vorige keer trok naar Poetin en IS, worden door Blei vanuit diezelfde Barth radicaal weersproken. Was würde Karl Barth dazu sagen? We zullen ook zelf eigen-wijs moeten zijn.
Sprak Marijke van Selm de vorige keer over sterven, nu gaat het over begraven. Elke predikant zal direct herkennen waarvan zij spreekt. Over de kunst van het sterven gesproken! En het ambt natuurlijk.
Rest ons nog te zingen met Naastepad en ons nog eens te bezinnen met het commentaar van Coen Wessel. Lezer, het ga u wel.
In de Waagschaal – Je suis Wessel ten Boom