Van Bultmann zijn we nog niet af
De naam Bultmann roept bij evangelicale theologen tot de dag van vandaag een hoop woede op. In Tübingen woonde ik een poosje in het ‘Bengelhaus’, een huis voor evangelicale theologiestudenten. Op een soort van bonte avond werd aan een van de studenten gevraagd, met wie hij nog wel eens een praatje zou willen maken, waarop het antwoord luidde: ‘Met Bultmann.’ ‘Waarom?’ ‘Ik zou hem vragen hoe hij al zijn onzin bij elkaar verzonnen heeft.’ Dat viel wel goed in dat publiek. Bultmann staat synoniem voor aanpassing van het evangelie aan de moderne mens, totdat er niks meer van het oorspronkelijke evangelie over is. In Nederland heeft hij naar mijn indruk nooit erg veel expliciete invloed uitgeoefend. Maar nu is dan opnieuw een selectie van zijn teksten vertaald, onder de titel ‘Verantwoord geloven’.1 Zulke titels verschijnen tegenwoordig bij de vleet2, maar bedoelen dan iets anders dan Bultmann. Men wil nu juist geen verwoording van het geloof in termen van het moderne wereldbeeld, maar een verdediging van het ‘klassieke’ christelijke wereldbeeld tegen dat van de moderniteit, waarin voor Gods ingrijpen geen plaats is.
Bultmann is in zijn thematiek geheel niet wat wij ‘vrijzinnig’ zouden noemen. Hij heeft het steeds over zonde en gena-de en kruis en opstanding. Daarom luisterden mensen ook graag naar zijn ‘Marburger Predigten’, die een soort van ‘bevindelijke’ inslag hebben. Het gaat om de mens die voor God komt te staan, en dan tot een beslissing gedrongen wordt. Deze beslissing wordt sterker dan in het traditionele lutherse denken en in aansluiting bij het existentialisme getekend als een sprong. Zij heeft iets bovenrationeels. De mens vindt voor zijn keuze geen grond in de wereld of het denken. Het gaat in het geloof om het loslaten van alle zekerheden. Voor de Reformatoren ging het al om het loslaten van de zekerheid van de eigen gerechtigheid, en de zekerheid dat de kerk het wel weet en het heil wel bemiddelt. Maar, zo Bultmann, er bleef nog een pseudo-zekerheid over en dat was de zekerheid dat de Bijbel het historisch en naar zijn wereldbeeld wel bij het rechte eind had. Geschiedenis en wereldbeeld waren een vaste basis, waardoor geloof niet echt het karakter van een pure vertrouwenssprong kreeg en ook bepaald bleef door het voor waar houden van een aantal standen van zaken.
Volgens Bultmann krijgen we zo geen zicht op geloof. Geloof is veeleer het ontstaan van een nieuw zelfverstaan, en daardoor wordt ook de wereld nieuw verstaan. Het is een leven zonder zekerheden, in een radicaal Godsvertrouwen, in vrijheid en liefde. Hij ziet zijn eigen werk dan ook als een voortgaande consequentie van een manier van denken die met Paulus en Luther begon:
“God onttrekt zich aan de zichtbaarheid en de bestudering. Ondanks de ervaring kunnen we alleen in God geloven, zoals we ook de rechtvaardiging slechts ondanks het geweten kunnen aanvaarden. Het is dan ook juist om te zeggen dat de ontmythologisering parallel loopt met de formuleringen die Paulus en Luther gebruiken in hun leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen, zonder de werken der wet. Exacter geformuleerd is ontmythologiseren het radicaal toepassen van de leer van de rechtvaardiging door het geloof op het gebied van het weten en het denken. De ontmythologisering vernietigt, net als de leer van de rechtvaardiging, ieder verlangen naar zekerheid. […] Tegenover God staat de mens altijd met lege handen. Maar wie de zekerheid opgeeft en loslaat, zal zekerheid vinden.”3
Hier klopt Bultmanns gelovige en existentiële hart, van waaruit hij zijn leven lang zowel zijn wetenschappelijke werk als zijn zondagse verkondiging gedaan heeft. In dit kader moet ook Bultmanns beroemde en beruchte ontmythologi-seringsprogram worden verstaan. Als exegeet was het Bultmann uiteindelijk ook te doen om het dienstbaar zijn aan de verkondiging van de kerk. Zijn hele werk wordt uiteindelijk gedreven door wat we gerust een ‘missionaire drive’ mogen noemen: hoe vertolken we het evangelie zo, dat de moderne mens dit evangelie ook als voor hem bestemd kan verstaan? Volgens Bultmann moet de nieuwtestamentische verkondiging daarvoor ‘geontmythologiseerd’ worden: ontdaan van de mythe. Het Nieuwe Testament spreekt over een kosmos in drie lagen, een hemel hierboven en een onderwereld hier beneden, en als het ons de verlossing van Christus tekent, gebeurt dat in dit wereldbeeld: De ‘Zoon van God’ komt van boven, incarneert op aarde en daalt neder ter helle om, de kosmos dwars doorgaande, weer terug te keren ten hemel, en vandaar opnieuw te komen. In ons moderne wereldbeeld is dit op geen enkele wijze meer in te passen. Het Nieuwe Testament tekent ons echter onder deze mythologische taal een boodschap betreffende het ware menszijn. Daar moet het in de verkondiging om gaan.
Er is op verschillende manieren op Bultmann gereageerd. In de tijd van Bultmann publiceerde Guillaume van der Graft zijn gedichten onder de titel ‘mythologisch’. Daar zit de idee achter dat het evangelie uiteindelijk alleen in mythologische taal te verwoorden is. Elke vertolking in een niet-mythologische taal laat inhoudelijk dingen verloren gaan. Er kan dus niet zomaar gescheiden worden tussen vorm en inhoud van het evangelie. Ik denk dat Van der Graft daar een punt heeft. En tegelijk vrees ik dat de repliek van Van der Graft c.s. kan eindigen in een twee werkelijkheden model: in de taal handhaaf je de geloofswereld, maar in het dagelijks leven heeft dit geen implicaties. Dan kan het zo zijn dat je in je denken het moderne wereldbeeld toch compleet aanvaard hebt. Maar is het dan wel intellectueel aanvaardbaar om de mythologische taal te handhaven? Vindt hier niet op een heel andere wijze een ‘sacrificium intellectus’ plaats waar Bultmann zo tegen was?
Een andere reactie op Bultmann is om het mythologische wereldbeeld van de Bijbel te vertalen in een metafysisch wereldbeeld. De hemel wordt bijvoorbeeld van een plaats hierboven een ‘vierde dimensie’ (of meer). De vraag is echter of we echt weten wat we daarmee zeggen, en dus of het echt ingaat in onze werkelijkheidsbeleving. De mythe was mijns inziens niet zozeer een constructie van het denken, maar een directe belevingswereld. De nieuwe, met het klassieke christendom compatibele metafysica komt in vergelijking daarmee op mij teveel als een gezochte constructie over. Het is het tekort van de meeste nieuwe apologetiek. Wie eenmaal de eenvoud van het moderne wereldbeeld geproefd heeft, beschouwt toch alle metafysica als overbodige toevoegingen, die wel moeten voortkomen uit een vroom verlangen. De wens zoekt de bijpassende gedachte. Dat overtuigt niet.
Ik geloof dat Bultmann de kracht van het rationele, moderne wereldbeeld een beetje overschat heeft en de kracht van het irrationele en de religie onderschat. Het hele postmodernisme en de terugkeer van de religie zou hem verbaasd hebben. Dat na de ‘onttovering’ van de wereld nog weer een ‘herbetovering’ zou plaatsvinden, heeft hij zich niet kunnen voorstellen. Toch is dat de wereld waarin wij leven. Het is echter ook een gespleten wereld. In ons denken en in ons werk zijn we in hoge mate modern, alleen genoegen nemend met wat voor de natuurwetenschappelijke kenwijze aanvaardbaar is. In onze primaire ervaringen laten we dan ruimte voor allerhande dingen die daar eigenlijk mee op gespannen voet staan. Dat geldt voor christenen, maar ook voor aanhangers van andere godsdiensten en voor nieuwe religieuzen met of ‘zonder god’. Werkelijk totaal modern zijn, uitsluitend levend in een modern wereldbeeld, lukt volgens mij vrijwel niemand. De mens lijkt ongeneeslijk religieus. Des te meer klemt nog steeds de vraag, hoe we beide in harmonie krijgen: ons natuurwetenschappelijke wereldbeeld en onze primaire levens- en geloofservaring. Bultmann blijft in dat debat een belangrijke denker, juist door zijn glasheldere en consequente oplossing. We hebben het dilemma nog niet bevredigend opgelost en zijn daarom ook Bultmann nog niet voorbij.
Willem Maarten Dekker
1 N.a.v. Verantwoord geloven. Enkele teksten van Bultmann vertaald en ingeleid door Ary Braakman. Zoetermeer: Boekencentrum 2013. In 1969 verscheen ook een vertaling van enkele teksten onder de titel ‘Geloof zonder mythe?’ De selecties overlappen deels en voor een goede inleiding in Bultmanns theologie is de oude selectie minstens zo bruikbaar als de nieuwe.
2 Bijvoorbeeld Verantwoord geloof. Handboek christelijke apologetiek, onder redactie van H.A. Bakker, M.J. Kater en W. van Vlastuin. In dit boek komt Bultmann nauwelijks voor.
3 Verantwoord geloven, 140-141 (uit: Jesus Christus und die Mythologie, 1958).