Generatieverschillen
Generatieverschillen
Elke tijd kent zo zijn eigen uitdrukkingsvormen. Winkels zijn vaak heel typerend. Enkele generaties terug hadden de Parijzenaars al hun ‘Oude Dame‘ (de Samaritaine) en weten we door Emile Zola’s Au bonheur des dames iets van de sfeer in die eerste warenhuizen. Mensen van middelbare leeftijd kunnen zich De Bijenkorf in de jaren 50 nog goed herinneren met zijn bijzondere etalages, de croquetten en de bekers vers geperst sinaasappelsap, en de meccano-bouwdozen in de speelgoedafdeling. Winkels van Gerzon of van Nieuw Engeland waar men een pantalon of kostuum kon aanschaffen hoorden bij de toen levende generatie. Evenals de winkels van Jamin en de supermarkten van De Gruyter. Dat De Gruyter niet meer bestaat is vooral jammer vanwege de geur van gemalen koffie en het ‘snoepje van de week’. Een hele generatie kent dit snoepje van de week niet meer. En het op deze wijze aanduiden van een wat al te uitbundig uitgedost of koketterend vrouwspersoon kan dus ook niet meer. Daar staat tegenover dat wij in onze tijd zo ongeveer alles overal kunnen kopen, en in een beetje plaats in een Plaza.
Maar in meer opzichten onderscheidt onze tijd zich. Niet in de laatste plaats door veranderingen in taal en gewoonten. Wij gaan nu ‘even ‘ naar New York en met vakantie naar Thailand. In de sport zijn onlangs de ‘Dames’ en ’Heren’ vervangen door ‘vrouwen’ en ‘mannen’. Leerlingen van de Detailhandelschool zijn ‘student’ geworden en universitaire studenten lopen geen college meer maar gaan ‘naar school’. Theologiestudenten volgen geen ‘Inleiding in de wijsbegeerte en de kerkgeschiedenis’ maar in ‘Traditie en Hermeneutiek’, geen ‘Theodicee’ maar een onderdeel over ‘God en ’t Kwaad’ en spreken over ‘Marginale christenen’ ofwel ‘Margarine christenen’.
Onder invloed van talkshows zegt men nu niet meer ‘Bespaar me je kletspraatjes’, maar: ‘Talk to my hand’. In organisaties worden bepaalde diensten niet meer uitbesteed maar ‘geoutsourced’. Politici en verzekeraars verwoorden graag alles ‘helder en transparant’. Jongeren bezoeken geen jeugdsociëteiten meer maar gaan naar een ‘party’ en daarna naar een ‘afterparty’. Een glas wijn is ‘een wijntje’ en mijn kinderen zijn ‘de kids’. In de stad is het menu van de dag vervangen door ‘de daghap’ en men bestelt geen uitsmijter ham of rosbief, of een russisch ei, maar toast met gerookte zalm, kipnuggets, een crèpe, een wrap of op zijn minst iets met pesto. ‘We houden contact’ is vervangen door ‘we bellen’. ‘Eet smakelijk’ wordt nog wel gezegd maar kent vele varianten waaronder: ‘eet ze lekker’. Aan het eind van een telefoongesprek zeggen we ‘is goed’ en ‘hoi’. Tenslotte wensen we iedereen nog ‘een prettige dag verder’.
Daan Thoomes