Beatrix en Ramsey op één bankje
BEATRIX EN RAMSEY OP ÉÉN BANKJE
Broeders en zusters, of, moet ik zeggen: dames en heren? Ja, als wie en wat zijn we hier eigenlijk gekomen?
Afgelopen donderdag was onze Majesteit aanwezig bij de opening van de grote Calvijn-expositie in Dordrecht. Met in haar gevolg onze dichter des vaderlands Ramsey Nasr, die als een waarlijk Antwerps refugié naar de Noordelijke Nederlanden opgeklommen is. Stelt u zich eens voor: zij, Beatrix van Oranje, en hij, Nasr, voormalig stadsdichter, samen knielend op het bankje, waarna Hare Majesteit met een klein gilletje op de knop zou drukken en opeens psalm 25 of 51 of 130 zou schallen door deze ruimte, en voordat zij het goed en wel beseffen zingen zij, koningin en dichter, als uit één mond het woord van David – die koning was en dichter inéén. Er zou, laten we wel wezen, iets van een transformatie hebben plaatsgevonden!
Van aan de ene kant een statige, royaal vriendelijke en wuivende dame met hoed die, al karaokend, zou veranderen in een weduwe die, als een moede hinde met de haast onmenselijke last van het koningschap, haar armen heft tot de Heer in de hemel, als de ware koning, en zo voor één moment alle pracht en praal van zich af kan laten glijden; met, aan de andere kant, de jonge hond en kunstenaar, niet alleen bedreven in de inkt maar waarschijnlijk ook in de alcohol, die niet alleen de sfeer van de vaderen weet op te snuiven tussen de boeken, maar ook de geest van het cynisme en zinloosheid van onze maatschappij zomaar van de straat opraapt; ook hij zou transformeren door de discipline van de psalm tot een naakte ziel, die alle bravoure van minstreel en bard achter zich moet laten en daar staat, nee knielt zonder iets in handen, niets dan zijn eigen stem in slechts geleende woorden. – En zie, hoe deze twee, in hun transformatie, op elkaar gaan lijken, elkaar beginnen te raken, dichterbij elkaar komen in hun menselijkheid voor God.
Twee moderne zielen die zich vanuit hun eigen ambt voegen in het koor der psalmen! Dat zou wat zijn! Ziet u het voor u? Dat zou pas verzoening hebben gebracht aan Nederland! Maar helaas, beiden waren vandaag verhinderd.
Het project De Calvijnkapel van theologe en kunstenares Dieuwke Parlevliet is ongetwijfeld het meest originele, maar ook trefzekere van wat het Calvijnjaar tot nu toe heeft opgeleverd. Dat je van de mens Calvijn best mag zeilen op zondag en ja, zelfs genieten van sex, dat weten we nu zo langzamerhand wel; – de zgn. C-factor werkt alleen bij mensen die het met de waarheid niet zo nauw nemen; – en is er eigenlijk één boek, een redenaar, één theoloog geweest, die het nu eens voluit voor Calvijn heeft opgenomen – of zijn we ook daar weer te calvinistisch voor? Dat Nederland inmiddels een zeer vrijblijvende verhouding tot zijn geschiedenis heeft gekregen wordt in dit jaar pijnlijk zichtbaar.
En dan opeens verschijnt daar Psalmen karaoke zingen van mevrouw Parlevliet. Is dit een postmoderne grap? Misschien een kleine provocatie, of zelfs profanisering? Natuurlijk, er zit een kwinkslag in en een knipoog, het daagt uit – want hoe zitten we hier nou? Als broeders en zusters? Of dames en heren? Gemeenteleden of toeristen? Gelovigen of kunstminnaars? Helemaal gemakkelijk zal niet iedereen hier zitten. Gefascineerd geraakt, nieuwsgierig geworden, maar ook weer niet zonder eerbied voor dit project. Moet ik er mijn hart aan geven of vooral mijn lach? Mijn overgave, of mijn kritische beschouwing? Zal ik dichterbij komen, of blijf ik op een veilige afstand? Wie zegt zich hier op zijn grootste gemak te voelen, moet misschien nog maar eens opnieuw zijn C-factor berekenen.
Is het dus de beroemde neiging om te shockeren, de burgerman voor schut te zetten? Geenszins. Parlevliet daagt ons uit – jazeker. Zoals Calvijn Frans I, koning van Frankrijk, heeft uitgedaagd op te komen voor de vervolgde broeders en zusters in zijn eigen land. Maar ze daagt ons uit om onze majesteitelijke hoed waaronder zoveel schuilgaat af te zetten: stap even uit de veilige zekerheid van onze protestantse kerken en denominaties; waag het met een katholiek een knieval te maken, ergens tussen de private biecht en de openbare schuldbelijdenis in, en zo te gaan zingen. Want het lied kan een vesting worden, een vaste burcht dat anderen buitensluit en neerslaat, of waarin we onszelf overschreeuwen.
Waag het dus met Gods Woord alleen, maar dan als een bedelaar geplukt van straat – want bedelaars zijn we en zullen we blijven, met Luther gesproken. Ja, maar waag het ook als moderne burger met zijn levensfilosofietjes en zijn minachting voor God, voor de kerk, die 16 miljoen ‘zelfverkozen koningen’, waarover Nasr ook dichtte. De ‘vrije mens’ die zichzelf een koning waant, of hij nu een brave burger of een onaangepaste kunstenaar is. Waag het met koning David te buigen voor de Zoon, en zing dan, en in het vuur van de strijd word ik nu toch even dominee en zeg: Zing dan, gemeente, zing dan KARAOKE – en dan heb je de hele Calvijn!
Calvijn en karaoke – er is geen enkele hoogleraar dogmatiek, kerkgeschiedenis of liturgie bij mijn weten die op dit idee gekomen is. Maar ik vraag me af of je dichterbij Calvijn kunt komen dan door het karaoke zingen van psalmen. Het klinkt misschien als een grap, maar ik meen het: twee mensen, een koningin en een stadsdichter, die samen knielen op een vanouds katholieke knielbank en dan karaoke Gods Woord gaan zingen – dat is de hele Calvijn.
Het laatste wat Calvijn wilde was een afgesloten gemeente in een veilig hoekje van de wereld waar iedereen zijn eigen vrome liederen zingt; waar de gemeente in religieuze zelfexpressie bijeen is. Hij wilde één openbare, algemeen christelijke kerk, voor koning, korporaal en koopman, waarin allen karaoke zingen, dat wil zeggen: waar de heilige Geest het voorgezongen Woord van God zelf te zingen geeft – woorden die reeds geschreven zijn, en moeten worden ingezongen.
Dieuwke Parlevliet nodigt ons met haar project uit het lef te hebben ons open te stellen voor dit oercalvinistische gebeuren en onze mond te openen, knielend als een katholiek omdat wij één kerk zijn, buiten de vaste paden tredend van roomse of dordtse denominaties, wie wij ook zijn, ons buigend voor het Woord van David, als proevend op de eigen lippen, en zo alle eer gevend alleen aan Hem die de eer toekomt.
Ziet u het voor u, Beatrix en Nasr, die in één beweging David zingen? Ik wel – dan zou het Calvijnjaar pas echt een Calvijnjaar zijn.
Dus voor straks: zet die hoed af en zing. Bedwing goed calvinistisch uw nieuwsgierigheid, maar zing vol overgave. Zing God karaoke – want u bent in zijn ogen niet minder dan een koning of koningin.
Hiermee verklaar ik de Calvijnkapel in Gouda voor geopend.
Wessel ten Boom
Deze toespraak werd op 12 mei jl. gehouden bij de opening van de Calvijnkapel in Gouda, het initiatief van theologe en kunstenares Dieuwke Parlevliet om psalmen karaoke te zingen. Momenteel verblijft de Calvijnkapel in de Bovenkerk in Kampen (t/m 12 juni, m.u.v. 9 juni), en van 10 t/m 31 juli vindt u hem in de Domkerk in Utrecht. Opening op 9 juli om 17.00 uur. Toegang vrij.