Voor Dennis
VOOR DENNIS
JOYCE IK HOU VAN JE. Dat staat met grote, zwarte letters op de rand van een viaduct hier vlakbij, waar ik wel eens onderdoor fiets. Wie heeft dat erop geschreven?Ik heb geen idee, maar ik neem aan dat hij Dennis heet. Hoe heeft hij dat klaargespeeld? Is hij op het viaduct geklommen, is hij op zijn buik gaan liggen, heeft hij zijn arm-met-spuitbus onder het hek aan de rand van het viaduct gestoken om zo de betonrand van het viaduct te bereiken? Of is hij in het holst van de nacht samen met een vriend met een ladder naar het viaduct geslopen?
Een vraag die veel belangrijker is en die ik op de man af aan Dennis stel: waarom heb je niet tegen Joyce gezegd wat je haar te zeggen hebt? Kon je haar niet bereiken? Of, wat me waarschijnlijker lijkt, durfde je dat niet? Ja, als je het haar zegt loop je het risico dat je mededeling haar geen enkele moer interesseert en dat is een enorm risico. Maar –als het ooit wat moet worden tussen Joyce en jou zul je dat risico moeten nemen. Ter bemoediging een oud gezegde: als ze nee zegt, bedoelt ze: misschien, als ze misschien zegt bedoelt ze: ja en als ze meteen ja zegt deugt ze niet.
Nu ga ik er maar vanuit dat Joyce wel geïnteresseerd is in je mededeling, dat het dik aan raakt tussen jullie en dat jullie toeleven naar een vast verbond voor het hele leven. Op het ogenblik zijn jullie erg verliefd op elkaar, maar is verliefdheid genoeg voor dat vaste verbond? Nee,dat is ze niet, want voor dat vaste verbond is ook liefde nodig.
In de loop van mijn leven heb ik vaak geconstateerd dat iedereen er heilig van overtuigd is dat hij/zij weet wat liefde is, terwijl ik in hoge mate betwijfel of dat waar is: je hebt daar op zijn best een vermoeden van. Ik vrees dat al die mensen die er zo van overtuigd zijn dat zij wel weten wat liefde is verliefdheid en liefde door elkaar klutsen… Terwijl ik er van overtuigd ben dat je tussen die twee op zijn minst een onderscheid moet maken. Ik licht dat toe door het verschil te laten zien tussen eros en agapè, waarbij eros staat voor verliefdheid en agapè voor liefde. Dat is niet helemaal juist, maar ik weet niets beters te bedenken.
Eros wil de ander hebben, bezitten, van hem/haar genieten. Mag-ie? Ja, dat mag-ie. Maar voor hij er goed en wel erg in heeft maakt hij de ander tot object, en zelfs tot wegwerpartikel als hij/zij iemand ontmoet die diepere erotische gevoelens in hem/haar oproept. Daarom heeft de eros agapè nodig.
Maar wat is agapè? Wie het weet mag het zeggen en ik weet het niet. Ik kan er ten hoogste iets over zeggen en daarvoor kijk ik naar de laatste woorden van het tweede lid van het grote gebod: jij zult je naaste liefhebben als jezelf. Over die laatste woorden hoor je niet veel, en als je er iets over hoort, hoor je, dat het ‘natuurlijk’ niet kan betekenen dat we onszelf moeten liefhebben. Nou, er staat anders wel wat er staat.
En goede uitleg lijkt mij: volg de gulden regel: ga zo met een ander om als jij zou willen dat hij/zij met jou omgaat. De ook bij de Chinezen bekende gulden regel is volgens Matteüs 7:12 zelfs een samenvatting van de wet en de profeten.
Een ter zake doende uitleg vond ik bij de Württenbergse piëtist J. A, Bengel: ‘God heeft mij lief zoals jou, en jou als mij. Daarom moet ik jou, naaste, liefhebben als mezelf. Want onze liefde moet lijken op de liefde van God.’- Ik houd me maar bij Bengel.
Dennis, ik heb het nog steeds tegen Joyce en jou. Ik weet niet of jullie ooit een kerk vanbinnen zien, maar ik geloof wel dat God zijn werkzaamheden niet tot de kerk beperkt, en ook jullie liefde voor elkaar geeft. In de kerk kun je, als het goed is, horen hoe diep die liefde van God voor ons mensen reikt. Bijvoorbeeld door ons onze diepe egocentrie te vergeven en, niet te vergeten, door ons in het alledaagse leven wel eens een knipoogje te geven. Zo helpt God ons ons leven als een cadeau uit zijn hand te ontvangen.
De liefde die God aan Joyce en jou geeft houdt in dat jullie elkaar helpen echt te leven, door elkaar te vergeven en zo nu en dan een knipoogje te geven. Want laten we wel wezen: in zo’n vast verbond, in je huwelijk, kom je in alle opzichten in je hemd te staan. Je blijkt onmogelijke en zelfs bedenkelijke eigenschappen te hebben. Je hebt wel jonge mensen die denken: dat krijg ik er bij hem/haar wel uit, maar vergeet dat maar. Het is ook contra-productief om er maar eens flink op te timmeren, ook om met woorden erop te timmeren. Wanneer je aan ziet komen dat de ander weer het punt nadert, waarop zijn/haar slechte kant naar voren komt, helpt de liefde de ander over zulke punten heen. Hoe? Ieder mens heeft een eigen gebruiksaanwijzing en er is wijsheid nodig om die te vinden: liefde leidt tot wijsheid.
Waar is eros intussen gebleven? Die is nog in actie, ook al lijkt hij op den duur meer op kolen die in de haard liggen te gloeien dan op een uitslaande brand. Agapè is bevorderlijk voor de eros. Zou agapè dan vanaf het begin met eros meegedaan hebben? Ik weet het niet: je kunt immers smoorverliefd worden zonder ook maar een flauw idee te hebben van wie ‘hij’ of ‘zij’ eigenlijk is en die dan ook bitter, bitter tegen kan vallen. Dan is agapè toch van het begin af aan afwezig geweest?
Er zit soms overigens niets anders op dan dat een man en een vrouw, die gemikt hebben op een vast verbond voor het hele leven, uit elkaar gaan. Daar moeten we hen niet op aankijken: wie weet wat er zich tussen hen heeft afgespeeld? Dat weten ze alleen zelf, of zelfs dat niet.
Kan een getrouwde man een vriendin hebben en een getrouwde vrouw een vriend, ook als beide partijen merken dat ze niet van bordpapier zijn? Ik zou niet weten waarom niet, mits ze zich in het laatste geval onthouden van iedere vorm van lichamelijke toenadering.
Dennis, Joyce en jij behoren tot een andere generatie: jullie generatie kent in de pil de perfecte vorm van anticonceptie. Zou je dan niet samen naar bed kunnen gaan om uit te proberen of je bij elkaar past? Ik kan dat niet aanbevelen: bij met elkaar naar bed gaan hoort totale overgave: als die ontbreekt kun je er beter niet aan beginnen en als die er wel is ben je in feite al getrouwd. Zoals ik samenwonende stelletjes ook zie als in feite gehuwden.
Hoe dan ook: geen enkele generatie is dat vaste verbond voor het hele leven binnengekomen zonder min of meer ernstige ongelukken te maken. Het is altijd zaak geweest op zo’n verbond te mikken èn te weten van Gods vergeving.
Dennis, misschien vraag je je af waar ik me eigenlijk mee bemoei. Tja als jij niet op dat viaduct geschreven had wat je geschreven hebt, was ik er niet over begonnen.
Je hebt dit stukje over jezelf afgeroepen.
A.A. Spijkerboer