Redactioneel

logoIdW

 

Een nummer vol theologie, cultuur en politiek, om met de ondertitel van IdW te spreken. We vinden het alle drie in een gesprek met onze zomergast van dit jaar: Karel Eykman, dat Udo Doedens en Machteld de Mik voerden. Een leven ook tussen kerk en wereld, van het doorbreken van de grenzen tussen die twee, van het verlangen naar gemeenschap, juist niet op voorhand vastgelegd of voorgeschreven. Het leven met letters, een bestaan om te schrijven dat Eykmans leven ook was, was niet in de laatste plaats daarop gericht: gemeenschap. Dus schrijft hij veel, en naar eigen zeggen sentimenteel, over liefde. Die is soms makkelijker te schrijven dan te zeggen. En te leven.

Misschien is dat het geheim ook van Vestdijks onvermoeibare schrijven. Wessel ten Boom ziet in het verrassende tweede deel van zijn essay de atheïstische, ongelovige auteur bij momenten dicht in de buurt komen van geloof en kerk. Ook atheïsme, ook niet-geloven blijkt niet eenvoudig, ook niet, juist niet, waar lijden is, waar meer dan de zin naar de zoen wordt uitgezien.

Verzoening dus. De specifiek theologische stukken van dit nummer laten zich misschien lezen als beschouwende koorzangen bij het literaire, culturele en politieke leven in de wereld. Ze belichten (hoe passend) van twee kanten de verzoeningsleer van Vestdijks oudere tijdgenoot Barth. In diens kerkelijke dogmatiek is verzoening geen intern, innerlijk religieus gebeuren. Dick Boer en Maarten den Dulk beschrijven hoe het bevrijding tot gemeenschap beoogt, leven niet voor jezelf maar met de ander (ook de Jood, zoals Boer benadrukt).

In het vervolg van de serie komt Barths politieke stellingname spoedig aan de orde, en Polhuis zinspeelt er al op in zijn commentaar. Want we zijn we dan langzamerhand in de politiek terecht gekomen, de nijpende vragen hoe met anderen samen te leven, hoe liefde en verzoening gestalte te geven. Jan Bruin staat stil bij de weg die Heidegger ging, de verkeerde afslag die hij nam. Meer nog dan enkel de roeping om ons van de dwalende mens niet los te maken zijn er wellicht diepere verbondenheden waar we ons rekenschap van moeten geven. Dekker wijst op iets vergelijkbaars in de kerkelijke reacties op het populisme. Velen die migranten ruimhartig welkom heten, betonen zich onverzoenlijk  tegenover tegenstanders daarvan. De ene ander is kennelijk de ander niet. Over volk, kerk en (Europese) gemeenschap – en al het andere daarin – zijn we zeker nog niet uitgedacht en uitgeschreven, zo blijkt. Op naar een volgend nummer – over ondergang…

Coen Constandse

In de Waagschaal – om te zoenen

(In de Waagschaal, jaargang 47, nr. 7. 23 juni 2018)