Van de redactie
van de redactie
In onze vergadering van 10 mei jl. stonden we stil bij het overlijden van Marinus Jacobus Gerard van der Velden, bij zijn leven predikant te Nieuwpoort en te Renkum, rector van het seminarie en tenslotte kerkelijk hoogleraar in Utrecht. Hij promoveerde op een analyse van de preken van Miskotte en wijdde zich aan de praktische theologie. Hij was zeer gezien, ook ver buiten de gereformeerde bond, waarvan hij lid was, en het eerste woord dat mij bij hem te binnen schiet is broeder. – Het ligt in onze bedoeling op hem terug te komen.
De Nieuwe Bijbel Vertaling is een zegetocht door de kerk begonnen. Als emeritus ga ik telkens voor in andere gemeenten, maar overal is de NBV onmiddellijk in gebruik genomen. Toch betekent dat niet dat je geen problemen met dit succesnummer kunt hebben en mijns inziens móet je die eigenlijk ook hebben. Daarom beveel ik de discussie tussen Karel Deurloo, oudtestamenticus, en Jaap van Dorp van het Nederlands Bijbelgenootschap, ook oudtestamenticus, van harte aan. Je moet er even voor gaan zitten, maar dan kun je ook zien dat er veel op het spel staat.
Het artikel van Wessel ten Boom over het eind van zijn Latijn sluit hier niet op aan, maar staat er toch niet ver van af. Ten Boom vraagt zich af of de aanslag op het Latijn bij de opleiding tot predikant niet zal leiden tot een aanslag op de klassieke predikant. Die is er niet voor een feel-good-theologie. De voorzitter van onze redactie over Willem de Kooning, wiens werk nog tot 3 juli te zien is in de kunsthal te Rotterdam. Anne Vlieger vertelt over wat hij in zijn situatie leest – Stefan Zweig! Mans Miskotte vertelt over straatvoetbal; zijn verhaal begint heel gewoon en laat door de laatste zinnen de lezer in verwarring achter.
Ook in dit nummer boekbesprekingen: Bernard Prakke over Christus en Cultuur van Esther Kopmels en Rico Sneller over het Metzler Lexikon Jüdischer Philosophen. Sneller is nog maar sinds kort redacteur van ons blad, maar heeft toch gemeend de redactie te moeten verlaten: hij had te veel hooi op zijn vork genomen. Maar – op bijdragen van zijn hand mogen we blijven rekenen.
Gedichten van de Schoolmeester, Wessel ten Boom en Marsman. Tenslotte de gewone rubrieken. Ik noem alleen Michael Bource die veel blijkt te weten over Barth en Ratzinger/Benedictus XVI, en dat is heel bijzonder. Nog iets bijzonders dat mij ter ore kwam: in het Reformatorisch Dagblad schijnt gestaan te hebben dat de Theologische Verklaring van Barmen afkomstig is van Barth en dus niet zuiver op de graat is, omdat Barth de alverzoening zou leren!
Dat laatste is aantoonbaar niet waar: je mag alleen zeggen dat Barth véél verwacht van Jezus Christus.
Helemaal tenslotte nog iets anders: sommige abonnees hebben van nr. 6 alleen de wikkel ontvangen en niet het nummer zelf. In dat geval moet u de komende weken de drukkerij bellen en niet ds H.J. Ruis.
A.A. Spijkerboer