Van de redactie
VAN DE REDACTIE
Het is jammer dat in ons vorige nummer de indruk is gewekt dat Henk Hoeks op zijn eentje op het idee gekomen is Barths Römerbrief te vertalen. Dat is niet juist: deze vertaling is bij uitgeverij Boom verschenen onder primaire verantwoordelijkheid van Elsbeth Greven. In dit nummer het laatste, om niet te zeggen: het leeuwendeel van het interview met Mark Wildschut. Het Duits wordt door sommigen voor de derde openbaringstaal gehouden, maar voor Wildschut is het Nederlands ‘een prachtige taal met enorm veel mogelijkheden’.
Op 5 april 2008 begon Rochus Zuurmond zijn reeks artikelen over het Apostolicum. In dit nummer sluit hij zijn reeks af, nog steeds op precies drie bladzijden. We hebben wel gemerkt dat veel lezers de vruchten van zijn studie op prijs hebben gesteld en luiden hem uit door het Apostolicum weer op de omslag van dit nummer te zetten.
Zuurmonds reeks loopt uit op het effect van Pasen en Den Boers artikel is aan de hand van preken van Augustinus helemaal aan Pasen gewijd. (Wie Van der Meers boek over Augustinus niet kent kan ik het van harte aanbevelen: ik weet uit ervaring dat het onvergetelijk is.)
Wie heeft er ooit van een Calvijnkapel gehoord? Calvijn en kapel in één adem noemen is niet ‘geloofwaardig’, maar het kan wel, getuige een fragment uit een verhaal van Dieuwke Parlevliet!
Naast de gewone rubrieken twee boekbesprekingen: Hans Bouma bespreekt Hans van Breukelens Paulus en zijn Korintiërs. Hij ‘hermenselijkt’ de apostel. Volgens de legende was Paulus een klein mannetje met een groot, véél te groot hoofd. Dat is heel menselijk. Maar ook volgens de legende riep Paulus toen zijn hoofd op het hakblok werd gelegd luidkeels: Jezus is Heer! Of dat menselijk is weet ik niet, maar hij was het wel helemáál. Van mijn hand een bespreking van het mooie boek van Arjan Plaisier over Shakespeare.
Wie het artikel van Victor Kal over Elie Wiesel en de betekenis van de Shoah gelezen heeft zwijgt. Terwijl ik zwijg schiet me te binnen dat een wijze man eens gezegd heeft: wanneer je van alle kanten bedrogen en bedreigd wordt, zoals onder het fascisme, moet je nooit iets doen dat tegen je geweten ingaat.
Coen Constandse over het rapport Veerman dat door de PKN spookt. Wat moet een predikant doen? Ik zou zeggen: de kerkdienst zo goed mogelijk voorbereiden, in kringen voor oud en jong onderricht geven, ziekenbezoek en verder doen wat zijn hand vindt om te doen. Ik zou me daar door geen Veerman vanaf laten brengen. Een pas begonnen predikant die op problemen stuit kan altijd bij een wat oudere predikant gaan praten. Wie niet op dat voor de hand liggende idee komt is ook door een seniorpredikant niet te helpen. Ik zou ook niets aannemen van een seniorpredikant die ik niet vertrouw.
A.A. Spijkerboer