Van de redactie
VAN DE REDACTIE
Darwinisten zeggen dat de mens een soort aap is. Calvinisten vinden dit te veel eer, en spreken liever met psalm 22: ‘Maar ik ben een worm’. Ziehier, hoe theologie wordt geboren.
Nu het Calvijnjaar langzaam leegloopt bieden wij – op 31 oktober – ons bonte Johannes-nummer aan. Hij staat bekend als angstvallige zuurpruim, droogstoppel, fanaticus en zelfs terrorist. ‘Louez nostre seigneur, car il est grand et fort. Vaincue est la terreur, car Jean Cauvin est mort’ dichtte een anonieme burger van de stad Genève in 1564. Ook toen al had Calvijn ‘iets uit te leggen’. Bleek de worm toch meer Gods aap?
Meijering bijt het spits af, en houdt afstand. Desgevraagd gaat hij in op de beroemde eerste zin van Calvijns Institutie over de samenhang tussen de kennis van God en van de mens, en eindigt bij Karl Barth. Via Barth en Spijkerboer komt ondertussen de samenhang van God en mens weer terug. Van Eck, gepromoveerd op Calvijn, heeft minder haast. Hij leest Calvijns eerste zin nog eens en laat zien hoe Calvijn in de kennis van God de weg opent naar de wijsheid van de filosofen. Wie over Calvijn spreekt, heeft het ook over diens humanisme, zo valt altijd weer op.
Daar zit hij stoer met wat verkleumde vingers achter zijn nieuw verworven boeken – Dieuwke Parlevliet zoekt in poëzie naar ‘s mans warmte. Rinse Reeling Brouwer wijst op Calvijns dubbele kennis als een blijvende theologische vraag aan ons, en ziet een parallel met het anti-humanisme van moderne franse filosofen. En de Antwerpse Dick Wursten, inmiddels gepromoveerd op Calvijn en ‘zijn’ psalmdichter Marot, gaat met veel voetnoten op zijn zang de minachting voor de Renaissance van de geneefse bent te lijf, nadat die eerst zijn vruchten plukte. Maarten den Dulk neemt dan Calvijns tweevoudige kennis van God en mens weer op, die, zo blijkt nu, de gehéle Institutie als het ware nog eens verdubbelt. We geven toe: het zijn onmodieuze oefeningen in denken, maar met deze Calvijn kom je vooruit.
At Polhuis reageert op de brief van Ad van Nieuwpoort en Mirjam Elbers aan Hebe Kohlbrugge over God en Allah. Deze brief (IdW 38/13) was overigens niet als open brief geschreven, maar is ons op verzoek ter hand gesteld. Milde kritiek is ook te horen bij C. Schilder, em. predikant, die herinnert aan Kraemer en het bijzondere van het christendom ten opzichte van de Islam. Hoezeer ook vertálen te maken heeft met de godsvraag maken Zuurmond en Constandse duidelijk in twee artikelen over de NBV. Wouter Klouwen mediteert vandaag over het sola gratia en AP geeft commentaar.
De redactie heeft besloten dat voortaan ondergetekende het ‘Van de redactie’, en At Polhuis en Coen Wessel in afwisseling het commentaar verzorgen. Overigens heeft mijn laatste commentaar op de Palestijnen (IdW 38/14) zoveel woede opgeroepen dat ik daar zeker op terugkom. Tot slot is op 3 november Hebe Kohlbrugge op TV en op 13 november in de Nicolaikerk in Utrecht vanaf 14.00 uur een symposium voor Willem Barnard. Googlet en gij zult vinden.
In de Waagschaal – semper legenda, semper corrigenda.
Wessel ten Boom