Van de redactie
Van de redactie
Op 12 december 2003 waren we als kerken ‘in het nieuws’ en zelfs het NOS-Journaal wijdde aandacht aan wat er in Utrecht gebeurde. Maar hoe hebben wij Nederlanders die dag zelf beleefd? Dat zijn van die dingen waar geen peil op te trekken is, maar ik maak me sterk dat meer gemeenteleden dan je zou denken die dag de gebeurtenissen met spanning hebben gevolgd en – een zucht van verlichting hebben geslaakt toen bleek dat alles goed afgelopen was. Wij hebben drie gemeenteleden gevraagd om op te schrijven hoe zij de twaalfde december hebben beleefd. Wie hun reacties leest merkt meteen dat zij niet in het theologen-wereldje leven en het is met name voor theologen belangrijk om kennis te nemen van hun gevoelens. Van Verschuer noemt even de Wallets en de Plaisiers, zonder wie de hereniging niet tot stand gekomen zou zijn; we mogen hun wel dankbaar wezen. (Ik vraag me ook wel eens af wat het moet zijn om in dit land tot de koninklijke familie of het dito huis te behoren. Enkele weken geleden kreeg Peter van Straaten een prijs voor een walgelijke tekening van Mable Wisse Smit – en die tekening werd dan weer – het kan niet missen – secondenlang in het NOS-journaal getoond.)
We beginnen na de meditatie met een introductie in het jongste boek van de ons wel bekende Maarten den Dulk, van de hand van Mans Miskotte – ‘meditatief luisteren naar de symfonie van Barths dogmatiek’! Veel aandacht kreeg in de weken die achter ons liggen ook het jongste boek van Theo Witvliet: Het geheim van het lege midden. Anneke Geense-Ravestein vindt het een belangrijk boek en heeft er daarom een paar vragen bij. Bernard Prakke wijst op een Utrechtse studie over de vraag wat God bewoog mens te worden. (Bij zijn artikel merk ik even op dat Eginhard Meijering niet de nestor van de Utrechtse theologen kan zijn, omdat hij in Leiden thuis ís en thuis hóórt.)
De gemeente Rotterdam kwam enkele maanden geleden met een plan om de toestroom van allochtone paupers in te dammen. Er werd over dit plan natuurlijk ach, en wee, en schande geroepen en het ergste was dat het tegen onze wetten inging en dus eigenlijk zelf illegaal was. At Polhuis is predikant in Rotterdam en heeft alles te maken met de problematiek die achter dit plan schuil gaat. Hij heeft er een goed afgewogen oordeel over.
Zelf polemiseer ik tegen George Harinck naar aanleiding van een recensie die hij in het Nederlands Dagblad schreef. Ik wind er geen doekjes om en – Harinck krijgt in een volgend nummer van ons blad de gelegenheid mij van repliek te dienen. (In mijn artikel citeer ik Alan Bullock, die op 5 februari van dit jaar overleden is. Hij kwam al zeven jaar na Hitlers dood met een biografie over deze man, die nog niet overtroffen is. Al heeft hij dan nu in Ian Kershaw zijn evenknie gekregen.)
In het eerste nummer van deze jaargang besprak Arjan Plaisier Wiersma’s Het geloof van mijn vader en moeder. Op 14 februari jl. kwam onze redacteur I.C. Visser-Schroot met een mooie recensie in Woord en Dienst. – Eigenijk had Wiersma zijn boek willen noemen: Dat ik toch vroom mag blijven…
AAS