Van de redactie
VAN DE REDACTIE
Kaj Munk was tijdens de Duitse bezetting predikant in Vedersö, een dorp aan de westkust van Jutland. In 1943 riep hij in de Domkerk in Kopenhagen op tot opstand als de Duitsers door zouden gaan met de vervolging van de Joden. Toen enkele van zijn gemeenteleden vrijwillig deelnamen aan het aanleggen van Duitse verdedigingswerken aan de kust weigerde hij op Nieuwjaarsdag van 1944 te preken. Hij is op 4 januari terwijl hij onderweg was vermoord en zijn lichaam werd in een sloot gegooid. – Dit bij het gedicht dat Alsinger aan Kaj Munk heeft opgedragen.
De meditatie en Tussen al het andere in hebben ook alles te maken met de bevrijding in 1945. Dat geldt ook van het slot van Barths exegese van Marcus 13, die we in dit nummer, voorzien van een korte nabeschouwing, publiceren en van het gedicht van Willem Barnard. C.L. Patijn – geboren in 1908 en onze lezers wel bekend – is zijn leven lang bezig geweest met internationale betrekkingen en kijkt in zijn bijdrage terug op de vorige eeuw. (Ik heb het stuk gelezen, herlezen en nog eens gelezen: er zit zoveel in.)
Zo komen we bij het tweede artikel van Marleen Dudok de Wit over de problemen van onze tijd. In dit tweede artikel staat de vrijheid van meningsuiting in het middelpunt en die is wel iets anders dan de vrijheid om te beledigen, zoals koningin Beatrix in haar kersttoespraak van 2006 zei.
“Zet God op de pot, steek die profeet maar in je reet” – moeten wij ons daardoor gekwetst en beledigd voelen? Ik zou zeggen: wie zich in het publiek wil blameren moet dat vooral doen en wat dat allemaal met cabaret te maken heeft horen we dan nog wel eens. Men zie verder het artikel van Henk Lensink!
Daan Thoomes over kinderen in de risicomaatschappij: hij heeft al een paar jaar geleden opgemerkt dat het in onze tijd niet in alle opzichten een pretje is om kind te zijn. Maarten Den Dulk houdt niet van rust, maar wel van vrede in de tent en die vrede brengt hij door te laten zien hoe hij met bijbelvertalingen en de kritiek daarop omgaat.
Het commentaar van At Polhuis in nr. 4 heeft heftige reacties opgeroepen, dat blijkt uit de stukken van Paul Pettinga, emeritus-predikant, en onze redacteur Wouter Klouwen. At Polhuis legt uit waar het hem om te doen is en wijdt zijn nieuwe commentaar aan Nebahat Albayrak.
Tenslotte: Bernard Prakke heeft ons geschreven dat hij zich terugtrekt uit de redactie, “onder dankzegging voor het goede van de afgelopen jaren”. Wij van onze kant danken hem, met name voor zijn bijdragen over muziek en – voor zijn gesprek met Kuitert in dit nummer.
A.A. Spijkerboer