Samen op weg: feit of feest?
Samen op weg: feit of feest?
Vrijdag 12 december 2003 heeft voor mij een andere betekenis dan het voor veel anderen zal hebben. Het was de dag waarop mijn vader zijn laatste adem uitblies. Mijn vader was een diepgelovig mens, maar hij was niet kerkelijk. Hij was stukgelopen op verschillende pogingen om ergens een kerkelijk thuis te vinden, een plek waar je niet – om bij de groep te horen – iedereen die daarbuiten viel hoefde te veroordelen. Voor mijn ouders was de liefde uit I Corinthiërs 13 inderdaad de grootste van het drietal geloof, hoop en liefde. Maar in kerken leek het hen vooral om regels te draaien en om gewoonten: ons kent ons en wie ons niet kent, kan niet deugen.
Eerlijk gezegd is dat ook enigszins het gevoel dat mij bekruipt, als ik stilsta bij het SoW-proces en de uiteindelijke fusie op 12 december 2003. Formeel is een drietal kerken nu een eenheid geworden, maar er is nog steeds sprake van verdeeldheid in plaats van verscheidenheid. De kerk van Christus lijkt een toren van Babel geworden: we hebben in de loop der eeuwen de kerktorens te hoog(moedig) de hemel ingeprikt, en nu verstaat de ene kerkganger niet langer de taal van de ander.
Die spraakverwarring maakt het moeilijk een oordeel uit te spreken over wat mensen beweegt om voor of tegen hereniging te zijn. Ik snap niet altijd even goed wat die ander bedoelt, wanneer hij of zij schijnbaar van dezelfde geloofswoorden gebruik maakt als ik. Als ik al in staat ben te luisteren, dan lukt het me soms niet om ook de portee te voelen van wat wordt gezegd.
Toch ga ik persoonlijk graag “Samen op Weg”. Ik vind het een verrijking van mijn leven, als me de kans wordt geboden om geloofservaringen te delen en iets van of aan een ander te kunnen leren. Om die reden ben ik dankbaar dat mijn vriend(inn)en uit verschillende geloofstradities komen. De gesprekken die we hebben, helpen me om mijn geloof in God levend(ig) te houden.
Maar ik kan me voorstellen dat mensen het anders ervaren en juist dat heb ik ook leren begrijpen door in gesprek te blijven met mensen die anders denken dan ik. Soms kan een geloofsprincipe je letterlijk heilig zijn en dan valt er niet te onderhandelen over een beetje meer of minder. Dan kan ‘Samen op Weg’ gaan ertoe leiden dat je niet meer trouw kunt zijn aan je eigen geloof.
Wat dat betreft, heb ik sowieso bewondering en respect voor de ‘bezwaarden’ in de hervormde kerk. Zij brengen voor al die ‘lichtgewichten’ in hun eigen, toch ook zeer pluriforme kerk al jaren een grote solidariteit op, die onder andere duidelijk in de financiële bijdragen tot uiting kwam. Ik vraag me weleens af: zouden de ‘lichte’ kerken ook zo grif zijn blijven geven, wanneer zij daarmee standpunten steunen waar zij helemaal niet achter kunnen staan?
Het stemt me intussen wel triest dat de dag waarop een stukje verworven eenheid tussen kerken en kerkgangers formeel bevestigd werd, niet met een dankdienst gevierd kon worden. In de Woord & Dienst van december stond echter een mooi verhaal over de lutherse synode: moeder stemde voor de fusie; dochter stemde tegen. Na afloop van de stemming werden de emoties moeder teveel; dochter snelde naar haar toe om haar te troosten. Het kan dus wel, principieel van mening verschillen en toch de eenheid bewaren!
Daniëla Postma