Villa Tannenberg
Villa Tannenberg
Een paar jaar geleden bezocht ik in Duitsland plaatsen waar Karl Barth gewoond en gewerkt had. Zo kwam ik ook terecht in Tambach. De villa waar hij zijn bekende rede ‘Der Christ in der Gesellchaft’ uitgesproken had, was er nog. In gedachten stond ik op de plaats in de grote zaal waar hij gestaan zou kunnen hebben tijdens het uitspreken van deze toespraak. Het was eenvoudig om de villa binnen te komen. Het huis staat er verlaten en vervallen bij. Tijdens deze reizen viel het mij ook op dat de kennis van Karl Barth in Duitsland nauwelijks nog aanwezig was. Dat viel des te meer op in Tambach, omdat daar op vrijwel elke straathoek Luther wel prominent in beeld was. Luther boekhandel, Luther apotheek enz.. Nu zal ik de grote invloed van Luther niet durven te betwisten, maar een klein monument voor Karl Barth zou toch in Duitsland niet misstaan. Hij heeft toch mede de geschiedenis van de Bekennende Kirche bepaald en was ook in het naoorlogse Duitsland prominent aanwezig. Bij zijn bekend-zijn in Duitsland heeft de Tambacher rede een belangrijke rol gespeeld. Door deze rede werd zijn naam in Duitsland definitief gevestigd. Wat ligt er dan meer voor de hand om de villa waarin hij deze rede hield, voor een dergelijk monument te bestemmen. Het artikel in In de Waagschaal, waarover ik over mijn reis vertelde, sloot ik af met een verwijzing naar Johannes Rau. Wellicht zou hij zijn invloed kunnen aanwenden om de Villa voor de ondergang te behoeden. Hij was immers, zo bleek mij, een donateur van de Duitse Karl Barth stichting.
Op 15 april 2005 zond ik hem als voorzitter van de Nederlandse Karl Barth stichting een brief. Daarin vroeg ik hem of hij in Duitsland fondsen wist waarop een beroep gedaan zou kunnen worden. Uit deze brief de volgende passage. ‘De afgelopen jaren heb ik in Duitsland de plaatsen bezocht waar Karl Barth gewoond en gewerkt heeft. Op die tocht deed ik ook Tambach aan. Veel van deze plaatsen zijn de afgelopen decennia verdwenen, maar de villa waar de Tambacher Rede gehouden werd, bestaat nog. De nadruk in de laatste zin ligt op het woordje nog. De villa Tannenberg is niet meer dan een bouwval. Nog even en dan verdwijnt ook deze historische plaats.
Een dergelijke ontwikkeling zou zeer te betreuren zijn. Het lijkt mij dat deze villa als herinnering aan een belangrijk moment in de recente Duitse geschiedenis behouden dient te blijven. Het lijkt mij een uitstekende plaats voor een Karl Barth museum in Duitsland, waar nieuwe generaties theologen kennis kunnen nemen van en zich verdiepen kunnen in het leven en de theologie van Karl Barth.’
Een zelfde brief schreef ik ook aan mw. Rita Süssmuth, voorzitter geweest van de Bondsdag, aan Gerhard Schröder, en later ook aan Richard von Weiszäcker, en bisschop W. Huber, voorzitter van de EKD. Met uitzondering van Schröder antwoordden allen. Hun antwoorden kwamen ook met elkaar overeen. Het plan werd toegejuicht. Rau schrijft in zijn brief: ‘Ich würde mich freuen, wenn, es gelänge, Tambach Dietharz um ein weiteres Zeugnis dieser geschichtsträchtigen Stadt zu bereichern. So wie die Lutherbrunnen und das Heimatmuseum wäre ein Karl-Barth-Museum gewiss ein weiteres touristisches Highlight im landschaftlich reizvollen Tambach-Dietharz und letztlich vielleicht auch von wirtschaftlicher Bedeutung. Hoffentlich gelingt es Ihnen, genügend Menschen davon zu überzeugen, dass die Villa Tannenberg erhalten werden muss!’
Het probleem is evenwel dat de publieke middelen in Duitsland op dit moment voor zo’n project niet beschikbaar zijn. Financiering moet dan ook in de private sector gevonden worden. Dat zijn loterijen enz. Daarvoor is als eerste stap een aansprekend comité van aanbeveling noodzakelijk.
Dat leidde tot een tweede serie brieven, maar nu met de vraag om mee te doen met een comité van aanbeveling. Aan Rau kon deze brief helaas niet meer gestuurd worden. Hij overleed onlangs. Wel stuurde ik brieven naar mw Merkel, de nieuwe Bondskanselier, de Minister President van Thüringen en de burgemeester van Tambach. Recent liet de minister president van Thüringen weten dat hij het plan voor advies doorgestuurd had naar het ministerie voor cultuur van Thüringen. Een afschrift van alle brieven stuurde ik naar de Duitse Karl Barth stichting.
In de brieven aan de Duitse politici en kerkleiders vermeldde ik steeds dat de Nederlandse Karl Barthstichting zich zal inspannen om ook in Nederland voor dit project politici en theologen te interesseren. Er zijn immers fondsen nodig in Duitsland en Nederland. Om die reden bericht ik nu over dit project. Ondersteuning en goede ideeën zijn zeer welkom.
At Polhuis