Misverstanden rond het Requiem

 

Wanneer een dierbare is overleden, er nog wel is maar niet meer bij ons is, dan is dikwijls onze diepste wens “moge onze zuster/broeder rusten in vrede”. Natuurlijk slaat die wens ook op ons zelf.

Vele componisten door de eeuwen heen hebben de wens voor vrede van muziek voorzien, gebruik makend van de tekst van Thomas van Celano, een broeder franciscaan uit de 13de eeuw.

Mozart kreeg in de laatste maanden van zijn leven een opdracht een zgn. Requiem te componeren. Hij zou goed betaald worden, maar de opdrachtgever wenste onbekend te blijven. Later zou blijken dat deze onbekende Mozarts muziek liet uitvoeren alsof hij die zelf geschreven had. Het Requiem kreeg Mozart niet helemaal af, een leerling heeft er de laatste hand aan gelegd.

Toen Wolfgang Amadeus overleed, waren er voor de begrafenis maar weinige getrouwen opgekomen. Een halve eeuw later was het niemand minder dan Frederic Chopin die wilde dat bij zijn uitvaart Mozarts Requiem zou worden gespeeld. Het was in 1849 in Parijs en duizenden waren gekomen om er bij te zijn.

Onwillekeurig gaan nu onze gedachten uit naar de film Amadeus van Milos Forman. Voor die film geldt wat Miskotte formuleerde over teksten van de Schrift: zij geven niet precies verslag van wat er gebeurd is, maar van wat er in dat gebeuren aan de hand geweest is. De Mozartfilm (1984) was een groot succes, al klopten allerlei details historisch niet. De film kan niet overtroffen worden in de uitbeelding van het wonder van Mozarts muziek, en de bijbehorende jalouzie en achterklap van zijn collega’s.

Laten wij de tekst van het Dies Irae eens nader bekijken. J.W. Schulte Nordholt gaf een vertaling in 1964 (Uitgave latijnse Hymnen en liederen).

Deze hymne gaat ervan uit dat wie de Heer niet vrezen kan, Hem ook niet bedanken kan. Wij danken God, terwijl wij Hem naderen met diepst ontzag. Dies irae, wie wil beweren dat die dag niet bestaat? Er is een beving, er klinkt een wonderbaar trompetspel. Wie houdt zich hier staande, wie vindt een advocaat die de situatie aankan? Rex tremendae maiestatis, Koning met vreeswekkende majesteit. “Gaan de zondaars eens verloren, is hun ‘t helse vuur beschoren, roep mij uit als uitverkoren.” Als je de huiver niet kan opbrengen, heb je geen deel aan de bevrijding. Juist bij de uitvaart worden geen zoete broodjes gebakken.

De tekst van Celano is in de loop der tijden uitgebreid met veelbetekenende toevoegingen. Op weg naar het graf wordt gezongen: “In paradisum te deducant Angeli “. Mogen de engelen u geleiden naar het Paradijs-. Het doet mij alles denken aan de tandarts: eerst boren, dan vullen.

Eerst onlangs ontdekte ik een laatste toevoeging en daarna stopt het Requiem. “Lux aeterna luceat eis, Domine, cum sanctis in aeternum, quia pius es… Het eeuwige licht moge hen beschijnen, met uw heiligen in eeuwigheid, want u bent zowel vroom als trouw. Quia pius es! Dat is het laatste woord!

De vaderen van het tweede Vaticaans Concilie hebben afstand genomen van de tekst Dies Irae. Zij wilden niemand bang maken. Maar wanneer wij onze dierbare begeleiden op haar/zijn laatste tocht, dan zij ons laatste woord, na de vrees en het verdriet, “U bent vroom, u bent trouw”; doet u het nu maar verder.

Misverstanden rondom Mozart, en het Concilie- maar de tekst van het Requiem staat als een huis.

Bernard Prakke

In de Waagschaal, jaargang 50, nr. 3. 6 maart 2021