Mensen (meditatie)

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek (…) slaaf of vrije, (…) man of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. Galaten 3:28

Ik denk aan een boek dat ik enige tijd geleden las. In 2021 publiceerden twee linkse journalisten, Jan Feddersen en Philipp Gessler, in Duitsland het boek Kampf der Identitäten. Für eine Rückbesinnung auf linke Ideale. De auteurs maken duidelijk dat identiteitspolitiek een manier van politiek bedrijven is, die zich op gediscrimineerde groepen in de samenleving richt met de bedoeling hun situatie te verbeteren. Dit gebeurt door het verschaffen van erkenning, maar ook door vergroting van de zichtbaarheid. Deze groepen worden ‘in de eerste plaats gedefinieerd door hun etnische, culturele of seksuele hoedanigheid c.q. geaardheid of door uiterlijke kenmerken zoals huidskleur of ‘handicaps’ die hen onderscheiden van de meerderheid van de samenleving of de machtige groepen in de samenleving. […] Het (bijzondere) karakter van deze groepen wordt vaak zo bepalend geacht (vaak zowel binnen als buiten de groep) dat het ook wordt beschouwd als een essentieel onderdeel van hun individuele leden, d.w.z. als een kenmerk zonder welke de betreffende persoon nauwelijks kan worden begrepen’ – met andere woorden, als hun identiteit.

Feddersen en Gessler waarschuwen aan de hand van veel voorbeelden uit de academische en culturele wereld hoe identiteitspolitiek sociale tegenstellingen op lange termijn eerder groter maakt dan kleiner. Als mensen tijdens het proces van ‘strategische essentialisering’ niet langer als individuen worden gezien, maar alleen nog als deel van een groep met zijn eigen zorgen (‘Betroffenheit’), gaat een gemeenschappelijk perspectief op de lange termijn verloren – en dit brengt uiteindelijk de democratie in gevaar. Denk- en spreekverboden doen hetzelfde, zoals Feddersen en Gessler overtuigend aantonen. Deze fenomenen zouden daarom volgens hen niet gebagatelliseerd mogen worden – of aanvaard als een soort nevenschade van een noodzakelijke culturele revolutie.

Feddersen en Gessler besluiten hun boek met achttien rake stellingen. Ze wijzen allemaal in één richting, die ik onderstreep: De legitieme zorg van een identiteitspolitiek die strijdt tegen racisme en andere vormen van discriminatie moet absoluut worden opgepakt, maar dan als een gezamenlijk project van de hele samenleving. Wanneer ‘links’ meent voorlopig af te kunnen zien van universalisme om nu speciale, particuliere belangen op bijzondere wijze te behartigen, zal zij zich er later ook niet meer op kunnen beroepen. De droom van het universalisme is dan verraden.

Gessler is lid van de redactie van het protestantse tijdschrift Zeitzeichen. Het zou me niets verbazen als hij Gal 3:28 in zijn achterhoofd had bij het schrijven van zijn boek, zoals het bij mij voortdurend meezong. In Christus Jezus zijn mensen één, en juist deze alles overstijgende identiteit maakt individualiteit mogelijk. In Christus Jezus zijn mensen ménsen.

Jantine Nierop

In de Waagschaal, nr. 8, 17 augustus 2024