Een nieuwe schepping (1 Korintiërs 1:10-17)

logoIdW

 

EEN NIEUWE SCHEPPING (1 Korintiërs 1:10-17)

De film Groundhog Day gaat over een botte en cynische journalist die in een provinciestadje een reportage moet maken. Hij voelt zich veel te goed voor deze klus en reageert dat af op iedereen die met hem samenwerkt. Omdat er een sneeuwstorm komt moet hij in het provincieplaatsje overnachten. De volgende dag wordt hij wakker…en het is opnieuw die vorige dag. Opnieuw moet hij in het provinciestadje een reportage maken. Opnieuw moet hij alles van deze dag meemaken. En als hij de dag daarop opnieuw wakker wordt, begint diezelfde dag weer opnieuw. Zijn leven is komen vast te zitten in één dag.

Hij is de enige die dit in de gaten heeft. Hij weet al snel precies wat er gaat gebeuren, welke mensen hij zal ontmoeten, wat ze zullen zeggen. Hij gaat daar gebruik van maken om vrouwen in zijn bed te krijgen of om een bank te beroven. Maar ook dat gaat vervelen, en als diezelfde dag voor de vijftigste keer begint wordt hij zo depressief en wanhopig dat hij een einde aan zijn leven maakt. Maar ook de dood is geen oplossing, want hoe dood hij ook is, elke dag wordt hij opnieuw wakker en moet hij opnieuw zijn dag door. Tot hij het op een dag anders gaat doen. Hij wordt vriendelijker en gaat mensen helpen. Hij probeert nieuwe dingen te leren. Hij heeft een lange weg te gaan. Honderden dagen zit hij nog opgesloten in zijn ene dag. Maar als hij dan uiteindelijk een beter mens geworden is en in staat is echt liefde te tonen, wordt de ban gebroken en breekt voor hem een nieuwe dag aan.

De film is een diep christelijk sprookje. Het is een verhaal over een mens die leert om een nieuwe schepping te worden. Hij wordt een beter mens, een mens die leert om lief te hebben. Om die nieuwe schepping te worden moet een mens vooral heel veel afleren. Zijn trots en egoïsme moeten sterven. Hij moet zichzelf aanpakken: uit zijn veilige afstandelijkheid stappen en liefde van anderen toelaten in zijn leven. Maar dan wordt het ook wat. Dan wordt hij een ander mens, een nieuwe schepping, en gaat er een nieuwe wereld en een nieuwe dag voor hem open.

Je wordt geen nieuwe schepping, zonder dat er ook iets bij je sterft. Daarom bestaat er voor Paulus een direct verband tussen de nieuwe schepping die je worden kan en het kruis. Voordat jij een nieuwe schepping wordt moet er het één en ander bij je doodgaan: je schamperheid, je concentratie alleen op jezelf (of op je eigen organisatie), je ongeloof in verbondenheid met anderen. Dat is niet makkelijk, daarin moet je jezelf onder handen nemen. Voordat jij een nieuwe schepping wordt, moeten er dingen bij je sterven, als was het alsof jijzelf gekruisigd werd. Dat kan je ook iets vriendelijker zeggen. Dan zeg je: je moet ruimte maken, oude zaken en patronen opruimen, zodat er iets nieuws kan ontstaan.

In afbeeldingen van het kruis zie je vaak plaatjes van een kruis waar ranken uit komen, bloemen ontspringen er aan. Het kruis bloeit, het geeft leven, het draagt vrucht.

Waar jij je pantser van onverschilligheid en arrogantie aflegt, ontstaat nieuw leven. Waar je je kwetsbaarheid durft te laten zien, ontstaat verbondenheid. Waar je niet begint te rekenen vanuit macht en gewoonte, maar vanuit wat nodig is en rechtvaardig, daar gaat alles zingen.

Het kruis is de bekentenis, dat je met lege handen staat. Het is de gelukzalige opluchting, dat alles wat zichzelf in deze wereld zo op zijn borst slaat, alles wat zich hoog verheft, dat dat niks voorstelt. Daar zit geen leven in. Hier niet, straks niet, bij God niet, nooit niet.

Het kruis is de bloem in je leven. Het is de bloem van Christus die in je bloeit. Het is een bloem die je mooi maakt, zodat je gaat stralen. Het maakt je vruchtbaar, honderd-, duizendvoud.

Dat is de enige realiteit in ons leven. Al het andere is……niets.

Coen Wessel