Meditatie over Daniël
Daniël antwoordde en zei: “Maar in de dagen van die koningen zal de God van de hemel een koninkrijk doen opstaan dat in eeuwigheid niet zal vergaan.” (Daniël 2: 44)
In een onlangs verschenen bundeltje met toespraken van David Grossman vertelt hij de anekdote over een Amerikaan die tijdens de Vietnamoorlog elke vrijdag een paar uur tegenover het Witte Huis stond met een protestbord tegen de oorlog. Op een dag stapte een journalist op hem af en vroeg met een spottend glimlachje: “Denkt u nu echt dat u de wereld zult veranderen door hier te staan?” “De wereld veranderen?”, vroeg de man verbaasd. “Ik ben er helemaal niet op uit de wereld te veranderen. Ik wil alleen niet dat de wereld mij verandert”. En Grossman schrijft: “Als iemand die al zijn hele leven in een rampgebied woont, weet ik hoe gemakkelijk je kunt zwichten voor ‘de wereld’, dat wil zeggen, voor cynisme, apathie en wanhoop. En vandaar is het maar een korte weg naar religieus fanatisme, nationalisme en fascisme.”
Precies om dat te voorkomen is het boek Daniël geschreven. De Joodse gemeente wordt in de jaren 167-164 vC getiranniseerd door de Syrische koning Antiochus IV. Het is een tijd waarin de volkswoede zich samenbalt in haat tegen de Joden. Om het hoofd boven water te houden worden er verhalen verteld om te zorgen dat de gemeente de moed niet verliest. In die verhalen verschijnt de zich grootmakende koning Nebukadnezar als een karikatuur van zichzelf. Precies zoals we die deze dagen rond zien lopen in Amerika, in Rusland en op zoveel andere plaatsen. Deze koning heeft onder de gedeporteerde Joden vier slimme jongens geselecteerd die hem wijzer moeten maken, onder wie Daniël. Terwijl iedereen in het rijk doodsbang is voor Nebukadnezar, blijven deze vier vrienden overeind. Ze leven namelijk met het verhaal van een andere God, een Mensengod zo blijkt. En niets en niemand kan hun dat verhaal ontnemen. Daaraan ontlenen zij niet alleen hun kracht en moed, maar precies dat verhaal houdt hen ook wakker. Als deze koning bijvoorbeeld een megalomaan beeld van zichzelf laat maken waar iedereen voor door de knieën moet, blijven deze vrienden staan. Zelfs het dreigen met een vuuroven maakt op hen geen enkele indruk. Zo laten zij zien dat hun verhaal sterker is dan welke macht dan ook. Er wordt in Daniël eerder breeduit gelachen om die grootdoenerij van die koning en om de angsthazen waarmee hij zich omgeeft. Dit boek ontmaskert de opgeblazen mannetjes die vandaag onze wereld onderdompelen in het gif van de haat en de leugen. Lezing van dit boek zorgt ervoor dat je wakker blijft en niet cynisch, apathisch of wanhopig wordt. Dit boek voorkomt dat ‘de wereld’ jou verandert.
Ad van Nieuwpoort
In de Waagschaal, nr. 9, 14 september 2024