Catechismus van de compassie

logoIdW

 

CATECHISMUS VAN DE COMPASSIE

Het getuigt van moed, ja zelfs overmoed, om in deze tijd aan een boek de titel ‘catechismus’ mee te geven, sterker nog: ‘catechismus van de compassie’. Het woord catechismus riekt naar leerstelligheid en gewetensdwang. En compassie klinkt nobel, maar tegelijk ook zweverig. Maar wie het boek in handen neemt, weet meteen dat het hier om iets anders gaat dan het klassieke vraag en antwoord spel. Catechismus van de compassie is een vrolijk, een speels, een licht boek. Het is ernstig, maar niet op een ernstige manier. Het is hoopvol, maar niet op een vage manier. Het is niet het zoveelste boek met ‘woorden, woorden en nog eens woorden’ op de drukbezette boekenmarkt van geloof en religie. Door een gedurfde combinatie van tekst, lay out, typografie en illustratie nodigt het om te lezen en te herlezen. Het is een boek waarin je urenlang kunt ronddwalen zonder je te vervelen.

Toch is de opzet simpel. Twaalf kernbegrippen uit de taal van het christelijk geloof worden vanuit een aantal gezichtspunten benaderd. Allereerst is dat het gezichtspunt van de kunst. Zo begint de paragraaf over ‘gelijkheid’ met een korte beschouwing over het schilderij ‘Maternitades’ van de Uruguyaanse kunstenaar Claudio Taddei. Vervolgens waaiert het thema uit naar zijn historische of filosofische of politieke context. Om bij het thema ‘gelijkheid’ te blijven. Achtereenvolgens passeren de Franse Revolutie, de evolutietheorie van Darwin, het antisemitisme en andere -soms gruwelijke, soms hoopgevende – aspecten van de menselijke omgang met gelijkheid en ongelijkheid de revue. Het knappe is dat heel veel kennis en een grote eruditie op een toegankelijke, soms zelfs speelse wijze worden gepresenteerd. Ieder thema wordt afgesloten met een bijbelse vertaalslag. Bij ‘gelijkheid’ wordt geciteerd uit de Kolossenzenbrief waar Paulus schrijft dat er onder de nieuwe mens geen onderscheid meer zal zijn tussen Jood en Griek, besnedene en onbesnedene etc. Behalve de full colour afbeelding van het bij ieder thema gekozen kunstwerk, zijn er het hele boek door speelse, vaak ontroerende illustraties opgenomen van de hand van de kunstenares Brigitta Almeida.

De samensmelting van de dimensies kunst, cultuur, geschiedenis en bijbel tot één geheel maakt de grote kracht uit van het boek. Hier worden kunst en geloof, cultuur en kerk niet tegen elkaar uitgespeeld, maar versterken ze elkaar. De fatale scheiding tussen beide wordt hier ongedaan gemaakt. Waar de kerk zich niet meer laat uitdagen door de dynamiek en de anarchie van de kunst verburgerlijkt ze. Waar de kunst zich niet meer richt op een zingevend perspectief dreigt ze zelfverblind en narcistisch te raken. In de Catechismus ontmoeten ze elkaar opnieuw.

Het kernbegrip ‘gelijkheid’ heb ik er als voorbeeld uitgelicht. Op dezelfde manier worden de elf andere besproken. Achtereenvolgens: compassie, verbondenheid, verzoening, rechtvaardigheid, vrede, waarheid, vrijheid, roeping, geloof, god, liefde. Opvallend genoeg is het voor Remonstranten belangrijke begrip ‘verdraagzaamheid’ (tolerantie) niet opgenomen, evenmin als het thema ‘hoop’ uit de befaamde trits geloof, hoop, liefde. En wat doet ‘God/god’ in dit rijtje van waarden? Dit laatste ruikt mijns inziens enigszins naar ‘ietsisme’ zonder dat dit overigens helemaal duidelijk wordt. Maar deze opmerkingen doen geen afbreuk aan de grote originaliteit van het boek.

Een vergelijking met het beroemde ‘Petit traité des grandes vertus’ van André Comte-Sponville uit 1995 wijst uit dat het ‘traité’ achttien kernwoorden telt. Opvallend is dat deze slechts voor een klein deel samenvallen met die van de Catechismus van de compassie. Begrippen als ‘eenvoud’, ‘nederigheid’ (een niet geheel adequate vertaling van het Franse ‘humilité’), ‘gematigdheid’, ‘moed’, ‘zuiverheid’, ‘tolerantie’ komen in de Catechismus niet voor. De verklaring hiervoor is dat Comte-Sponville zich primair op de latijnse en renaissancistische bronnen van ondermeer de stoicijnse traditie oriënteert, terwijl de schrijvers van de Catechismus, Christiane Berkvens-Stevelinck en Ad Alblas, zich vooral op de christelijke traditie hebben gericht. Je zou kunnen zeggen dat de Catechismus van de compassie vooral een aantal centrale waarden belicht, terwijl Comte-Sponville een deugden catalogus heeft opgesteld.

Die beperking tot de christelijke traditie lijkt mij verstandig. Op internet las ik commentaren die het een gemiste kans vonden dat de schrijvers niet ook de Islam, naast het Jodendom en het Christendom, één van de drie grote godsdiensten van het boek, bij de Catechismus betrokken hadden. Dit zou echter om een heel ander boek gevraagd hebben waarvoor andere deskundigen hadden moeten worden geraadpleegd. Het waardevolle is dat juist door de zelfbeperking tot de westerse cultuur en de daarin verankerde joods-christelijke traditie deze ogenschijnlijk vaak zo vermoeid en uitgeblust lijkende geestelijke stroming transparant wordt gemaakt op zijn verbijsterende originaliteit en vitaliteit.

Onlangs herlas ik ‘Pelgrimage’, dat aardige boekje van professor C.W. Mönnich uit 1953. Het opent met een massieve vaststelling: ‘Christelijke cultuur is geen christendom, cultureel christendom geen cultuur. In beide samenstellingen doen zij elkaar afbreuk. De eerste miskent de ernst van Gods oordeel en de grondeloze vrijheid van de menselijke creatuur; de tweede de essenti‘le dwaasheid en zwakheid van het goddelijk erbarmen dat alleen als bedelaar zich in de wereld vertoont.’ Mönnich schreef zijn boek in de tijd dat hij diep onder de indruk was van de dialectische theologie van Karl Barth. In zijn latere werk zal Mönnich overigens wat minder met de strijdbijl van de paradox zwaaien.

Ondanks de andere accenten en het andere taalgebruik horen ‘Pelgrimage’ en de ‘Catechismus van de compassie’ tot de zeldzame boeken waarin cultuur en christendom niet alleen ernstig genomen worden, maar ook en vooral op elkaar betrokken zijn. In deze tijd waarin geloof en cultuur zo uit elkaar schijnen te liggen, is de ‘Catechismus van de compassie’ dan ook een weldadige bijdrage aan het debat tussen beide.

Jan Hovy

Auteur is oud directeur van de Openbare Bibliotheek van Arnhem

Christiane Berkvens e.a., Catechismus van de compassie, Vught: Skandalon 2010