Het Christendom herleeft
In het april nummer van dit blad schreef ik over A Secular Age (2007), het kolossale boek van Charles Taylor, waarin hij verhaalt hoe de godsdienstige wereld van circa 1500 zich heeft getransformeerd tot onze westerse seculiere samenleving. Het is een voorbeeld van onze pre-occupatie met de toestand en toekomst van de kerk in het Westen waar de secularisatie haar invloed doet gelden. Dat we daar zo mee bezig zijn, is geen wonder, zegt de Amerikaanse godsdienstwetenschapper Philip Jenkins in een artikel in The Christian Century (6 juni 2018) n.a.v. een rapport van Stephen Bullivant. Deze Britse academicus beschrijft de resultaten van een onderzoek naar de religieuze interesses en praktijken onder jong-volwassenen (16 tot 29) in Europa. Zijn conclusie is dat in diverse Europese landen driekwart van de jong-volwassenen niet of nauwelijks godsdienstig geïnteresseerd of actief is. Anders dan in de Verenigde Staten, waar geloof in God (wat geen kerkelijke activiteit impliceert) gangbaar blijft. Veel niet-Europese immigranten in Europa zijn daarentegen wel godsdienstig geëngageerd.
Het gevolg is dat de kerk vooral bezig is met het leven en overleven in de westerse geseculariseerde samenleving, en dat er weinig aandacht is voor de kerken op het zuidelijk halfrond. Daarom schreef Philip Jenkins, hoogleraar in Pennsylvania, The Next Christendom. The Coming of Global Christianity (New York, 3rd edition, 2011). Een boeiend boek, met diverse tabellen en talrijke verwijzingen. Het zet de westerse kerkelijke situatie in een wereldwijd perspectief. Om maar met het einde van Jenkins’ boek te beginnen: hij vraagt zich af waarom er in de westerse kerken wel studie van andere godsdiensten is, maar nauwelijks van de kerken op het zuidelijk halfrond, en hoe het komt dat de kerken van het noordelijk halfrond niet meer aanwezig zijn in de grote steden van het Zuiden: Sao Paulo, Lagos, Seoul. Niet om daar te evangeliseren, want de kerken zijn er al vanwege de zending en missie in voorgaande eeuwen, maar ter ondersteuning van de explosief groeiende kerken in het Zuiden. Kerken die voor een aanzienlijk deel gevormd worden door de armen, hongerigen, en verworpenen. Wat is er gebeurd? Het zwaartepunt van de christelijke kerk is verschoven in een globale beweging van Noord naar Zuid. Daar gaat het over in The Next Christendom.
De kerk op het zuidelijk halfrond
Jenkins laat met getallen zien hoe anders het er met de kerk voor staat in de 21e eeuw dan 100 jaar geleden. In 1900 waren er 381 miljoen christenen in Europa, en tien miljoen in Afrika. In 2010 waren er 588 miljoen in Europa, en 493 in Afrika alleen. De verwachting is dat in 2050 de kerk in Afrika exponentieel zal uitgegroeid zijn tot een miljard. Voeg daar nog bij de vele honderden miljoenen christenen in Azië en Latijns Amerika, en het wordt wel duidelijk dat de kerk van de toekomst en de toekomst van de kerk geconcentreerd zijn in de ‘global South’. Het gaat echter om veel meer dan getallen, want de kerk van het Zuiden verschilt sterk van die in het Noorden. In het Zuiden zijn de kerken overwegend traditioneel, veelal orthodox en conservatief, en sterk gericht op het bovennatuurlijke. Bovendien heeft ze in veel landen een belangrijke culturele en politieke invloed op de samenleving, in tegenstelling tot de kerk in de huidige Europese samenleving. Dit ligt, zoals bekend, anders in de Verenigde Staten, waar in de laatste halve eeuw de conservatieve, fundamentalistische religious right steeds meer aan invloed gewonnen heeft. Onder de huidige Trump regering bepalen zij een aanzienlijk deel van de politiek, met een brede blanke beweging van christelijk nationalisme, en ook racisme. Die politieke dimensie van de kerk is er ook op het zuidelijk halfrond, en Jenkins spreekt daarom van het nieuwe christendom: de kerk is een culturele en religieuze instelling die zich laat gelden in politiek en samenleving.
Naast de traditionele kerken in het Zuiden, rooms-katholiek en protestant, is er met name in Afrika een veelheid van onafhankelijke kerken, terwijl de rooms-katholieke kerk onder invloed van de charismatische beweging kwam te staan, en veel protestantse christenen in de zuidelijke werelddelen evangelisch zijn of tot pinkstergemeenten behoren. De kerken in het zuiden appelleren sterk aan de armen en ontrechten, mensen op zoek naar heling en welvaart, vooral in grote steden als Mexico City of Kinshasa. Daarbij worden vaak allerlei culturele elementen en vroegere godsdienstige praktijken geïntegreerd. Ook de taal wordt aangepast, bijvoorbeeld in het spreken over voorouders in Afrika, met Jezus als Voorouder. Ook de invloed van geestelijke machten speelt een grote rol: er wordt een geestelijke strijd gevoerd.
Godsdienst en politiek
Jenkins beschrijft hoe dicht de kerken in het Zuiden bij de wereld van bijbel staan: de wereld van wonderen, heling, en profetie, maar ook van offers en riten. Het is, zegt hij, alsof er een nieuwe apostolische eeuw aangebroken is. De kerk van het Zuiden is in allerlei opzichten ook meer verwant met de Middeleeuwen dan met onze moderne westerse samenleving, zeker wat betreft de politieke dimensies van kerk en geloof, wat reden is om te spreken van het nieuwe christendom. Een soortgelijke situatie zien we in de wereld van de islam, en de eeuwenoude strijd speelt zich af op twee fronten. In het Zuiden, als rivaliteit tussen christendom en islam, in ondermeer Nigeria en Zuid-Oost Azië, vooral door de radicale islam die een zuivere moslim staat nastreeft. In samenhang daarmee moedigt China de herleving van het Boeddhisme aan, als een tegenbeweging tegen de christelijke kerk, terwijl het tegelijkertijd de islam radicaal onderdrukt. In India zien we een groeiend hindoe nationalisme, wat heeft geleid tot vervolging van christenen, velen behorend tot de laagste kaste, de Dalits. Het andere front is het Noorden, waar we nu direct geconfronteerd worden met de jihad, in verzet tegen de moderne, technocratische westerse samenleving. Deze ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de groei van populistische en anti-immigratie bewegingen, de discussies in Europa over de vluchtelingenstroom, en de ban van president Trump op immigratie vanuit diverse islamitische landen. Intussen groeit de islam veel sneller dan de kerk door de enorme bevolkingsgroei in landen als Bangladesh en Nigeria. Bovendien, zegt Jenkins, tegenover de islam is het Westen voortdurend gevangen in haar afhankelijkheid van Arabische olie en van de stellingname tegenover Israël: de Verenigde Staten bestrijden de radicale islam, maar onderhouden tegelijk nauwe banden met het dictatoriale Saoedi-Arabië, en gaven de staat Israël een Amerikaanse ambassade in Jeruzalem.
Missionaire presentie
Waar Jenkins voor pleit is een hernieuwde missionaire presentie van de westerse (noordelijke) kerken in het Zuiden, vooral in grote en groeiende steden als Manila en Nairobi. Niet om missie en zending te bedrijven in de traditionele zin, maar om te helpen met de opbouw van de almaar groeiende kerken, en om bij te dragen aan het diaconale werk. Hulp bij de opbouw van de kerken is belangrijk omdat dit, met name in Azië en Afrika, beslissend is voor de keuze van mensen voor christendom of islam. Des te meer omdat zoveel christenen daar te maken hebben met bedreiging en vervolging, zoals bijvoorbeeld in Egypte. Diaconale hulp is geboden omdat in veel zuidelijke landen de sociale voorzieningen minimaal zijn. Helaas is die missionaire presentie zeer gering, beducht als de westerse kerken zijn om beschuldigd te worden van cultureel imperialisme en paternalisme. Maar ook vanwege de kerkelijke zorgen in het Noorden: een dalend ledental, een tekort aan priesters, en een gebrek aan financiële middelen. Maar Jenkins laat met getallen zien hoe ongelijk het verdeeld is in de wereldwijde kerk. Een voorbeeld: het Noorden heeft een derde van de rooms-katholieke gelovigen, maar tweederde van de geestelijken. Latijns Amerika daarentegen heeft ruim 40% van de rooms-katholieken, maar slechts 20% van de geestelijken. Waar nog bijkomt dat in plaats van een re-allocatie van de geestelijken naar plaatsen waar de nood het grootst is, zoals in Afrika waar parochies soms 10.000 of leden hebben, zowel Europa als de Verenigde Staten priesters importeren uit het Zuiden. Hoewel hier meteen aan moet worden toegevoegd dat de verhoudingen veel evenwichtiger zijn voor de protestanten, wat heeft bijgedragen aan de gigantische groei van de evangelische en charismatische kerken in Latijns Amerika.
Dit alles betekent in Jenkins’ opinie, dat zowel de rooms-katholieke kerk als de protestantse kerken voor de taak staan om als zusters en broeders in de wereldwijde kerk de mensen en middelen te (herver)delen, ten gunste van de kerken in het drie zuidelijke continenten. Dat is waar de nood is, maar ook de groei, en daarom een dringende noodzaak voor hernieuwde missionaire presentie en diaconale zorg. Want hoe men het ook wendt of keert, de kerken in het Noorden zijn nog steeds de rijke kerken, te midden van de westerse welvaart, terwijl het grootste deel van de christelijke kerk bestaat uit armen en verdrukten op het zuidelijk halfrond, velen in landen van strijd en geweld. Wat anders kan de conclusie zijn met Jenkins dan dat de kerk in het Noorden geroepen wordt tot een hernieuwde missionaire presentie in het Zuiden, terwille van de ene wereldwijde kerk van Christus.
Willem van de Kamp
Drs W. van de Kamp is theoloog en therapeut in Californië