Goed met grond!
Dagblad Trouw kopte op 2 maart jl.: “Kerkelijke instellingen hebben zo’n 28.000 hectare grond in bezit. Dat is meer dan wat de grootste projectontwikkelaars samen hebben. Jaarlijks doen kerken 200 hectare van de hand”, aldus onderzoek van het dagblad en Cobouw. Kerkelijke grondposities hebben een fors aandeel in het totale grondbezit in ons land en dat schept ook verplichtingen in een tijd dat de grond schaars is en de aandacht rond (agrarisch) grondgebruik onder een vergrootglas ligt. Niet alleen in de samenleving, maar juist ook in de geloofs-gemeenschappen zelf. Groene theologie en GroeneKerken dragen bij aan meer bewustwording rond thema’s als duurzaamheid en rentmeesterschap, maar tegelijk zorgt de terugloop van geldelijke middelen kerkrentmeesters hoofdbrekens om de exploitatie sluitend te krijgen en zijn grondopbrengsten en -rendementen zeer welkom. Daarom is het waardevol dat in 2023 de PThU een breed maatschappelijk en theologisch onderzoek naar GROND is gestart.
Kerk als grootgrondbezitter?
Het beeld van de kerk als grootgrondbezitter, dat met de kop in Trouw wordt opgeroepen, verdient allereerst enige nuance. Veel van deze grond is gedurende de voorbije eeuwen in het bezit van kerkrentmeesters, diakenen of stichtingen gekomen. Deels geschonken in een tijd dat de kerk op deze landbouwgrond zelf kon voorzien in de nood van de armere dorpsgenoten of zelfs de eigen voorganger wat extra levensmiddelen kon bieden. Maar ook deels verworven dankzij legaten van gemeenteleden of aangekocht in de tijd dat het rendement op traditionele spaar- en beleggingsproducten laag was en pachtgrond wel een goed langjarig waardevast rendement opleverde. In slechts enkele gemeenten is genoeg deskundigheid of benodigde financiën aanwezig om op deze voet verder te gaan. Daar groeit de grondportefeuille meestal aan, in plaats dat deze met de kerk mee krimpt. En de verschillen tussen de bijna 1500 kerkelijke gemeenten en diaconieën die deel uitmaken van de Protestantse Kerk in Nederland zijn levensgroot. De ene gemeente of diaconie beschikt over een uitgebreide portefeuille van tientallen hectare, de andere plek heeft niet meer grond in bezit dan waar het kerkgebouw en/of de pastorie op gebouwd zijn.
Verantwoorde omgang met ‘assets’
Kerkelijke grondposities zijn middelen (assets) om de colleges van diakenen en kerkrentmeesters in staat te stellen haar missie voor kerk en wereld te kunnen realiseren. De inkomsten die uit de grond worden gerealiseerd, dienen om het kerk-zijn te laten voortbestaan of worden ingezet om de medemens in nood, dichtbij of ver weg, te ondersteunen. Het is in dit verband van belang om theologisch een spade dieper af te steken. Onderzoeker van het project GROND, dr. Thijs Tromp, zegt in een interview voor Groene Kerken, dat het voor respondenten in het onderzoek “een eyeopener is dat grond op een andere manier kan verschijnen dan enkel als bron van geld. De grond is ook bron van zorg: de grond roept om hulp.” Hierin klinken woorden door, die doen denken aan de verbinding van de aardmens (adam) met de aarde (adama), en helemaal na de eerste broedermoord op aarde, waarin het bloed van Abel vanaf de aarde tot God schreeuwt (Genesis 2:7; 4:10). Bijbels-theologisch speelt grond in de Bijbel een zeer belangrijke rol. Tromp: “In de Bijbel gaat het veel over grond, landbouw, landbezit, belofte van land, voedsel. We ervaren grond als zo vanzelfsprekend dat we het niet meer lezen.” Kortom, wanneer we onze visie op geloof en kerk-zijn baseren op diezelfde Bijbel ontkomen we er als kerk ook niet aan goed na te denken over hoe we ons tot grond verhouden.
De verplichting om het rendement op grond in eigendom van kerk of diaconie voor kerkelijke doel te gebruiken, is niet enkel moreel of theologisch, maar wordt uiteindelijk ook aan kerken en diaconieën vanuit haar ANBI-status opgelegd. Vanuit dit oogpunt van algemeen nut verdient het aanbeveling om ook te kijken hoe deze grondposities zelf kunnen bijdragen aan de uitdagingen waar ons land voor staat. En zoals gezegd is grond in dat verband een zeer waardevolle asset van kerken.
Benadering Heart Edge: kerk zijn vanuit hart aan de rand
Ik laat bewust het woord ‘asset’ al een aantal keer vallen omdat ik hiermee de verbinding wil maken naar de aanpak die anglicaans priester Samuel Wells voorstaat als hij spreekt over het kerkgebouw als waardevolle asset in het uitdragen van haar visie (Heart Edge, zie ook Samuel Wells, De toekomst die groter is dan het verleden, (Utrecht: Kok Boekencentrum, 2020), pp. 30-37). Waarom zouden we zijn aanpak beperken tot enkel het kerkgebouw? En dus ook niet betrekken op andere waardevolle assets van de kerk, zoals haar grondposities?
Kort gezegd komt de aanpak van Sam Wells erop neer dat je alle activiteiten die je in en rond het kerkgebouw laat plaatsvinden actief op elkaar betrekt en het kloppend hart van kerk-zijn ook aan de randen tot zijn recht laat komen. De kerk aan Trafalgar Square beschikt over een prachtige crypte, die tot restaurant is omgebouwd. Wat onder de grond werd verdiend, zorgde voor mooie inhoudelijke programma’s boven de grond. Maar de bedrijfsvoering onder de grond was, net als elders in de stad, gericht op winstmaximalisatie zodat er voor de kerk een zo groot mogelijke opbrengst zou overschieten. Mooie programma’s voor kwetsbaren werden mogelijk gemaakt door goedkope producten en arbeidskrachten ondergronds. Dit vond men onaanvaardbaar en in het licht van haar visie is men een andere richting ingeslagen. Nu wordt er onder de grond iets minder verdiend maar wel met duurzamere producten gekookt en door personeel met afstand tot de arbeidsmarkt bereid en geserveerd. Zo draagt men niet alleen boven de grond maar ook onder de grond haar visie uit.
Wells spreekt over 4 C’s, te weten: Culture, Commerce, Congregational life en Compassion, die in de activiteiten van het kerkgebouw op elkaar betrokken worden. In het geschetste voorbeeld wordt met de commerce niet enkel verdiend om aan compassion te kunnen doen, maar wordt compassion ook zichtbaar gemaakt in de commerce. Door deze verbinding kan men volstaan met iets minder profijt uit de commerciële activiteiten en wordt er gewerkt aan een meer integrale manier van kerk-zijn.
Deze aanpak van Heart Edge wordt inmiddels op meer plaatsen buiten Londen toegepast. In Nederland heeft de Protestantse Gemeente Utrecht (PGU) o.a. voor de Domkerk deze manier van werken al toegepast in haar meerjarenbeleid. Ter voorbereiding hierop trok een uitgebreide delegatie van de PGU naar Londen om de methodiek met eigen ogen te bezien, zie https://www.kerkrentmeester.nl/app/uploads/2023/09/Kerkbeheer5_toerusting.pdf
Van kerkgebouw naar de andere assets
Deze 4 C’s van Samuel Wells lenen zich prima voor de toepassing op andere ‘gronden’, zoals kerkelijk grondbezit. In de wetenschap dat grond in Nederland schaars is, kun je veel meer doen dan enkel inzetten op agrarisch gebruik alleen. De grond kan ook tijdelijk beschikbaar worden gesteld voor huisvesting. De plaatsing van (tijdelijke) woningen zou vooral de krappe huizenmarkt en met name starters lucht kunnen geven, waarbij de grond bijdraagt aan de community, hoewel dit zeker niet hoeft te betekenen dat dit uiteindelijk minder zal opbrengen. Maatschappelijke ruimte en zeker woonruimte zijn schaars – en om te verwerven ook hoog geprijsd. Kerkelijke grond zou evengoed gepacht kunnen worden voor dit doel, waardoor het realiseren van vastgoed in prijs behoorlijk daalt en er voor de kerk een vaste inkomstenstroom blijft. In de Protestantse gemeente Winsum gaat men op deze manier o.a. tiny houses realiseren, maar wat te denken van grond in te zetten voor tijdelijke opvang van statushouders via De Thuisgevers? Of de grond van vaak zeer ruime parkeerplaatsen of kerkelijke centra, die steeds minder maximaal benut zijn, herontwikkelen tot mogelijkheden voor maatschappelijke activiteiten? Juist de meer holistische aanpak van Wells leent zich goed om vanuit de eigen missie andere combinaties met grond te maken. En bij agrarisch gebruik zouden kerk of diaconie in het kader van een andere visie op commerce of compassion door de agrariër op het land te helpen zijn bedrijf tegen minimale extra kosten klaar te maken voor meer natuurinclusieve landbouw of extra aandacht voor biodiversiteit. Zo brengt de grond voor de diaconie misschien iets minder op, maar kan men tegelijk laten zien hoe zij probeert als kerk meer groen te zijn. Misschien is de C van communial life nog het moeilijkste bij grond voor te stellen. Maar naast anglicaans kan het dan goed zijn nog breder in de wereldkerk te kijken. In Laudato Si spreekt Paus Franciscus over de aarde (dus ook de grond!) als ons gemeenschappelijk huis, waarvoor we dienen te zorgen.
Hoe willen we leven, hoe willen wonen, hoe willen we de aarde behoeden en bewaren, hoe willen we rentmeesterschap vorm en inhoud geven zodat ook generaties na ons deze grond nog kunnen beërven? Dat mogen de vragen voor het kerkelijk grondbeheer van toekomst zijn! Het is tijd dat de gemeenten nadenken over hoe hun asset in grond kan bijdragen aan duurzaam en toekomstgericht kerk-zijn.
Joost Schelling
Ds J. Schelling is directeur van VKB Kerkrentmeesters en voorzitter van Schuldhulpmaatje Nederland (voordien gemeentepredikant en werkzaam bij JOP).
Link naar interview met Thijs Tromp: https://groenekerken.nl/interview-thijs-tromp/
In de Waagschaal, nr. 5, 27 april 2024