Goed getob (meditatie)

logoIdW

 

‘Wie veracht de dag der kleine dingen?’ (Zach. 4:10)

 

Religie, schreef Marjoleine de Vos (NRC 24 december 2015), is een uiting van het menselijke ‘verlangen naar betekenis’. Religie vergroot het leven en verleent het de proporties van een drama. Maar kan ons leven zoveel betekenis aan? Nee, zegt De Vos, doorgaans is het te morsig en te zwaar voor het weidse religieuze verhaal. En als je dat verhaal aan het leven wilt opleggen, zijn brokken gauw gemaakt.

In de Bijbel spreekt een profeet over ‘de dag der kleine dingen’. Dat is zo’n dag waarop er niets uit je handen komt. Een dag niet geleefd. Een dag achter de geraniums. Zulke dagen probeer je te vermijden. Als dat kan. De profeet spreekt tot mensen die in de kleine dingen dreigen om te komen. Een van hen is Zerubbabel, een man met grote ambities. Hij wil de Jeruzalemse tempel herbouwen die 60 jaar eerder is verwoest, maar het project komt niet van de grond. Zerubbabel moet zich daar flink aan hebben geërgerd. Dat leid ik af uit wat hij van de profeet te horen krijgt: ‘Niet door macht of geweld, maar door mijn Geest zal het geschieden.’ Zerubbabel, stadhouder van de Perzische koning in Jeruzalem, had alle weifelaars, dwarsliggers en weglopers op zijn pad met hun koppen tegen elkaar willen slaan. Maar de profeet zei: niet doen, ‘wie veracht de dag der kleine dingen? Men zal zich verheugen en het paslood in de hand van Zerubbabel zien.’

Ik stel me Zerubbabel voor, ijsberend door die enorme bouwput, met het bouwplan voor de tempel in zijn hoofd. Niets komt uit zijn handen. Nou ja, niets? Ginds in de hoek schuiven een paar mannen wat puin opzij. Verderop zijn er twee of drie aan het spitten. Een vrouw komt wat sieraden brengen. Zerubbabel denkt vast niet: alle kleine beetjes helpen. Maar misschien wel: dit marginale getob is goed getob. Er zit Geest in. En met de Geest is het: weinig kan veel. Net als het mosterdzaadje.

Is religie ‘verlangen naar betekenis’? Het schminken van het alledaagse leven? Soms denk ik dat. Dan span ik mij in om het Grote Verhaal tussen de kleine dingen te persen. Zelden met goed resultaat. Heeft religie daarmee afgedaan? Er is kennelijk nog meer religie. Zerubbabel moest de tempel bouwen zonder de kleine dingen te verachten. Dus zonder zijn tegenstanders de mond te snoeren, zonder te wanhopen aan de futiliteit van het werk, zonder neer te kijken op de geraniums. Toen kwam de Geest en is ‘t grote werk gedaan.

Udo Doedens