Godsleer

Hoe kunnen wij God goed leren kennen?

In de Kerk gaan we terecht ervan uit dat God alleen door het Woord van God gekend kan worden. Dat is een voortdurend proces: met één keer ben je er niet af. Nee, telkens weer vraagt het Woord van God ons of ons kennen van en spreken over God van het Woord Gods stamt of product van onze eigen gedachten is. We zijn in ons gedachtenleven zo gewend ons denken aan andere menselijke bronnen te ontlenen dat we als vanzelf dat aanboren van die andere bronnen ook op het kennen van God zouden kunnen gaan toepassen. Dat kan uiteraard niet omdat alleen het Woord van God van God weet en hem kent! Die andere, menselijke bronnen hoe edel en knap ook, hebben nu eenmaal geen weet van Gods eigensoortige Werkelijkheid en kunnen hem daarom niet kennen: ze zijn daarom onbekwame leermeesters, als ze ons over God wegwijs willen maken!

Als we dat vastgesteld hebben, kan het voor ons niet meer de vraag zijn of we überhaupt God wel kunnen leren kennen. Want dan is het weer de een of andere instantie in ons eigen denkwereld die op die vraag uitsluitsel zou geven. Het is eenvoudig zo dat waar in werkelijkheid onder ons mensen God gekend wordt, dit op zichzelf bewijst dat wij mensen God dus kunnen leren kennen. Zoals de werkelijkheid van het Woord Gods in Jezus Christus en zoals de werkelijkheid van de Heilige Geest (door wien het Woord Gods tot ons mensen komt) in zichzelf de mogelijkheid hebben hun werk te doen: zo kan ook alleen uit die werkelijkheid van “God wordt door mensen gekend” de vraag naar de menselijke mogelijkheid van het God leren kennen met recht gesteld worden. Maar dan dus alleen de vraag hoè die kennis verkregen kan worden: derhalve niet meer de vraag of wij mensen God kunnen leren kennen. Want God wòrdt in de Kerk door mensen gekend: dat sluit de mogelijkheid tot dit kennen in zich.

Dat zijn dus wel legitieme vragen: “in hoeverre wordt God door ons mensen gekend” en “in hoeverre is God te kennen”. Dat zijn de vragen waarmee de Kerk in haar onderwijs bezig moet zijn en dat moet telkens weer aan de mensen in de Kerk bewust worden gemaakt: altijd natuurlijk binnen de banen van het Woord Gods!

Hoe gaat dat in zijn werk? Dat proces is in het kerkelijk leven aan de gang. Want de Kerk van Christus Jezus lééft en gaat voort met het Woord. Alleen: dat is geen werk en geen verdienste van ons mensen zelf Het is de genade van het Woord dat de Kerk als geloofsgemeenschap van en in Christus Jezus de Opgestane in deze wereld als zodanig lééft en werkt. Genade, dat wil zeggen: het Woord is niet gebonden aan en ondergeschikt aan de mensen van die geloofsgemeenschap. Alleen omdat het Woord Gods zich eens in alle vrijheid als blijvende belofte aan de Kerk ter beschikking heeft gesteld, lééft de Kerk in de haar vergunde verbondenheid en is het proces van het God leren kennen in de Kerk aan de gang.

Maar in dat proces is de Kerk dus (en zijn de mensen in de Kerk) gebonden aan het Woord! Dat betekent weer dat het “voorwerp” van wat wij in de Kerk willen leren kennen, niet naast (of in plaats van) degene die in de bijbelse Boodschap God en Heer genoemd wordt, ook door andere grootheden gekend kan worden: geen Wereldgrond, Wereldziel, het hoogste Goed, het Absolute, het Lot of de Eenheid van Zijn en Idee! De conclusie is dus voor de Kerk en de haren: alles wat op grond van onze eigen keuzen als “God” wordt gepresenteerd kan juist niet God zijn kan en kan niet als voorwerp voor het leren kennen van God gebruikt worden!

Alle ware kennis van God vloeit alleen uit het Woord Gods voort: anders zijn we aan de pseudo­goden van onze eigen edelste filosofieën overgeleverd!

 

Pagina's: 1 2 3 4 5 6