Godsdienst tussen haakjes (commentaar)
In Het verschijnsel theologie, een boek uit 1987, stelden Leidse theologen dat alleen het
spreken over God voorwerp van wetenschappelijke kennis kan zijn. God zelf moest in de
wetenschap ‘tussen haakjes’ worden gezet. Deze scherpstelling van het wetenschappelijke
vizier heeft weinig tijd van toepassing gekregen. Door de opheffing van theologische
faculteiten en de marginalisering van de godsdienstwetenschappen is in de afgelopen veertig
jaar niet alleen God maar ook de godsdienst tussen wetenschappelijke haakjes beland. Veel
hedendaagse geesteswetenschappers beschouwen godsdienst niet meer als een epoche makend
betekenissysteem maar als een onderdeel van tijdgebonden zeden.
Een voorbeeld hiervan geeft de podcast ‘Mina en mevrouw’, recent uitgezonden in het
VPRO-radioprogramma OVT. Daarin doet Maartje Duin, achterkleindochter van de
Middelburgse gravin van Lynden, onderzoek naar de betrekkingen tussen haar
overgrootmoeder en Mina Marinusse, haar dienstbode. Volgens de familieoverlevering
hadden de beide dames een bijzonder goede band. Maar als Duin in haar podcast naar de
feodale en quasi-koloniale ondergrond van deze verhouding graaft, komt de relatie van Mina
en mevrouw haar per aflevering onbegrijpelijker en tragischer voor. In de laatste aflevering
concluderen haar gesprekspartners en zij dat de zogenaamde liefde tussen Mina en mevrouw
te veel ongelijkheid verborg. Mevrouw had zich meer in Mina’s levensomstandigheden
moeten verdiepen, Mina had betere arbeidsvoorwaarden en pensioenvoorzieningen moeten
bedingen.
Ondertussen speelt in de geschiedenis van Mina en mevrouw de godsdienst een grote
rol. Beiden waren kerkelijk en leefden in een kerkelijk netwerk. Ze hadden dominees te gast,
spraken met elkaar over de Bijbel en wezen de jongere generatie op God en Christus. Het ligt
voor de hand te veronderstellen dat de godsdienst een voorname, zo niet de beslissende factor
is geweest die maakte dat zowel Mina als mevrouw hun standsverschil en de ongelijkheid in
hun relatie kon relativeren én accepteren. De vraag of de godsdienst hun verhouding
beïnvloedde, blijft in de podcast echter buiten beschouwing. Zelfs de gemakkelijke opvatting
dat godsdienst voor Mina en mevrouw opium was of smeerolie komt niet voorbij. Voor de
podcastmaakster is godsdienst vergelijkbaar met mode of tijdgeest. Geen serieuze factor in het
maatschappelijke en persoonlijke leven.
De blinde vlek voor godsdienst ontneemt ‘Mina en mevrouw’ zijn waarde als
historische studie. Het ongemak van het nageslacht overstemt de vroomheid van het
voorgeslacht. Van geesteswetenschappers en journalisten die zich bezighouden met
onderwerpen waarin de godsdienst betrokken is, mag een minimum aan theologische of
godsdienstwetenschappelijke kennis worden verwacht. Dat het spreken over God in onze tijd
tussen haakjes staat, betekent niet dat het als zodanig een quantité négligeable is.
Udo Doedens
In de Waagschaal, nr. 6, 8 juni 2024