Exegetische miniatuur
Johannes 1,1-7
1 In den beginne was het woord
en het woord was bij God
en God was het woord
2 dit was in den beginne bij God.
3 Alles is erdoor geworden
hierbuiten werd geen ding dat geworden is.
4 Daarin is het leven
en het leven is het licht van de mensen.
5 Het licht schijnt in de duisternis
en de duisternis heeft het niet in bezit genomen.
6 Er gewerd een mens,
gezonden van God, zijn naam Johannes.
7 Deze kwam als getuige,
om van het licht te getuigen,
opdat allen vertrouwen zouden krijgen door hem.
…
Ook Johannes wortelt zijn evangelie in de Tenach, zij het op geheel eigen wijze en anders dan de synoptici. De synoptici vertellen een verhaal, citeren het of verwijzen ernaar, maar Johannes redeneert. Hij gaat helemaal terug naar het begin van Genesis 1. Die tekst kennen we wel: ‘In den beginne schiep God …’ – maar anders dan in Genesis verschijnt bij Johannes: ‘In den beginne was het woord.’ Daar kan Johannes opgekomen zijn via de Targum (een Arameese vertaling van Tenach of delen daarvan) die bekend staat als de Neofiti. Die heeft als eerste zin: ‘In den beginne schiep het woord van de Eeuwige de hemel en de aarde.’ Wie deze zin exegetiseert zal al gauw zoiets op kunnen schrijven als ‘het woord gaat aan alles, zelfs de schepping, vooraf.’ Zo schrijft Johannes als zijn eerste zin ‘in den beginne was het woord’, waarmee de Tenach meteen op tafel ligt.
Vanuit het woord gaat Johannes naar het leven en het licht en vanuit het licht gaat het naar Johannes waarbij Johannes de schrijver over Johannes de doper schrijft. Hier gebeurt alles dus op filosofische wijze. Johannes de doper is de getuige van het licht, met nadruk neergezet. Hij is Tenach, gelijk ook Tenach van het woord, het leven en het licht getuigt. Zo wortelt Johannes zijn evangelie – jawel, maar hij doet ook nog iets anders. Hij is modern, hij schrijft filosofisch. Met zijn ‘woord’, knipoogt hij ook naar de logos-in-filosofis die zowel bij intellectuelen als ook gewonere mensen bekend was als grond en geheim van de werkelijkheid.
Wout van der Spek
In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 8. 17 augustus 2019