Het eerste gebod als theologisch axioma
- Pagina's:
- Het eerste gebod als theologisch axioma
- De lezing
- Noten
Noten
2 Eberhard Busch, Karl Barths Lebenslauf, Chr.Kaiser Verlag 1976,S.237,239,240. Afgekort: EBDe voordracht werd gehouden op 10 maart in Kopenhagen en op 12 maart in Aarhus 1933, kort na de machtsovername van Hitler en kort na de breuk met het tijdschrift ‘Zwischen den Zeiten’. Een breuk met Gogarten lag op het moment van het houden van de voordracht al wel in Barths voornemen , zoals iedere lezer van de tekst zal begrijpen. Deze breuk zal zich echter pas in oktober van hetzelfde jaar 1933 voltrekken. In de onderhavige voordracht formuleert Barth de grondslag, waarop kerk en theologie zijns inziens nú dienen te staan. Daarover schrijft Eberhard Busch in Karl Barths Lebenslauf 1976, S.237: ‘Er witterte hier in allen theologischen Versuchen, “den Begriff der Offenbarung mittels des auf alle Fälle folgenschweren Wörtleins ‘und’ zu einer andern aus irgendeinem Grund für wichtig gehaltenen Instanz in Beziehung zu setzen ” (wie menschliche “Existenz” ,”Ordnung”, “Staat”, “Volk” usf.), die Gefahr, neben Gott “andere Götter” zu setzen. Und er rief die Christenheit dazu auf, dass sie endlich “aller und jeder natürlichen Theologie den Abschied geben und es wagen sollte,….allein an dem Gott zu hängen, der sich in Jesus Christus offenbart hat”’.
3 B.v. in Joh.1:14, Mat.11:28 of 2 Cor.5:19 e.a.
4 onder het gezichtspunt van het eeuwige
5 God van de kerk, van de gemeente.
6 onze redding betreffend.
7 regnum naturae, rijk van de natuur; regnum gratiae rijk van de genade.
8 zie Calvijn Institutio II 8.14
9 letterlijk: het eerste wat hem beweegt.
10 Friedrich Schleiermacher, 1768-1834, in 1799 verscheen van zijn hand het beroemde boek: Reden über die Religion, an die Gebildeten unter ihren Verächtern.
11 Albrecht Ritschl 1822-1889: het heil dat Christus gebracht heeft openbaart zich in het religieuze, in het zedelijke, in de vergeving der zonden en in het Rijk Gods.
12 Ernst Troeltsch, 1865-1923, Onder de liberale theologen de consequente voorvechter van de historisering van alle verschijnselen.
13 Johann Franz Buddeus, 1667-1729 vertegenwoordiger van de zogenaamde ‘vernünftige Orthodoxie’ en overgangsfiguur tussen piëtisme en verlichting .-Christoph M. Pfaff, 1686-1760, eveneens overgangstheoloog(Tübingen). -Emanuel Hirsch, geb, 1888,erkende volk, natie en ras als scheppingsordeningen en ging over tot het nationaal socialisme. -Paul Althaus, geb.1888, verbindt Luthers erfgoed met een openheid voor de moderne problemen in de systematische en historische theologie. Hij is beïnvloed door Schlatter’s denkbeelden over een scheppingsopenbaring (Uroffenbarung) naast de Christusopenbaring. -Friedrich Gogarten, geb.1887, voorvechter van filosofische ontwerpen in de theologie o.a. van Heidegger, uitgaande van zijn verstaan van Luther. -Emil Brunner, geb.1889, medeoprichter van de dialectische theologie. Breuk met Karl Barth in 1934: zie: Karl Barth: Nein! Antwort an Emil Brunner (Theol.Existenz 14) Ongetwijfeld was de botsing tussen Barth en Brunner in 1934 keihard. Of het echter uitliep op een volledige ‘breuk’ kun je betwijfelen. Met Gogarten heeft Barth echt gebroken – na de oorlog wilde hij hem nooit meer zien en is hij ook nooit meer op zijn geschriften ingegaan. Met Brunner heeft hij echter tot aan het sterfbed contact gehad, zoals de inmiddels gepubliceerde briefwisseling tussen hen beiden bewijst. (Rinse Reeling Brouwer)
14 Immanuel Kant, 1724-1804
15 het zaad van de religie.
16 Julius August Wegscheider, 1771-1849, zoekt religie en moraal redelijk te funderen. Wijst het supranaturalisme af en erkent alleen het historisch-kritisch bijbelonderzoek.
17 G.F.W. Hegel, 1770-1831
18 Albrecht Ritschl, 1822-89, zag het christendom betrokken op de volbrachte verlossing door Jezus van Nazaret. Het heil door Christus gebracht, openbaart zich in het zedelijk-religieuze, in de vergeving der zonden en in het Rijk Gods. -Karl Holl, 1866-1926, kerkhistoricus, bekend om zijn Luther-onderzoek, had grote invloed, sympathiseerde weliswaar met het historisme, maar bracht in het Lutheronderzoek in vergelijking met Troeltsch en Harnack bepaald wel iets nieuws. Hij had moeite met het standpunt dat de dialectische theologen innamen.
-Ernst Troeltsch, 1865-1923,genoot grote bekendheid in de liberale theologie en is voorstander van de consequente historisering van alle cultuurverschijnselen. -Rudolf Bultmann geb.1884-, schrijft o.a. Evangelium des Johannes 1956, Glauben und Verstehen 1954, aanvankelijk medestander van Karl Barth. Zie K.Barth, Rudolf Bultmann, ein Versuch ihn zu verstehen (1952) Voorstander van de zogenaamde existentiale Interpretation (Heidegger).