Landelijke kerk grijpt plaatselijk het roer
LANDELIJKE KERK GRIJPT PLAATSELIJK HET ROER. The Passion Gouda 2011
In de algemene kerkenraden van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente te Gouda was de afgelopen maanden een onderwerp aan de orde dat meer mensen zal interesseren dan Goudse protestanten alleen: The Passion Gouda 2011, een paasevenement dat plaats moet vinden op de avond van Witte Donderdag 2011. Inmiddels haalde The Passion de kranten, deels met vooraankondigingen van het evenement, deels met berichten over het verzet dat The Passion oproept onder orthodoxe Gouwenaars.
The Passion
is het geesteskind van de dienst Kerk in Ontwikkeling van de landelijke Protestantse Kerk samen met het Nederlands Bijbelgenootschap en de omroepen EO en RKK. Al geruime tijd geleden vatten deze organisaties gezamenlijk het plan op om rond Pasen in een middelgrote stad ergens in Nederland een zogenaamd Paas-event te houden. Het doel van dit event zou missionair zijn: zoveel mogelijk mensen in contact brengen met het Paasevangelie. Via uitzendingen op televisie en radio denkt men zo’n 800.000 mensen te kunnen bereiken en in de stad waar het evenement plaatsvindt zullen er naar verwachting nog eens 8000 mensen aan deelnemen.
Het Paas-event is de herneming van een spektakel dat eerder in het Engelse Manchester werd gehouden onder de titel Manchester Passion. De bedoeling is dat bekende, niet noodzakelijk gelovige artiesten op verschillende locaties in de stad scènes naspelen uit het lijdensverhaal. Ze zingen daarbij toepasselijke nummers uit hun eigen repertoire of bekend repertoire van anderen. De verschillende scènes worden via beeldschermen vertoond op het centrale plein van de stad. Daar vindt ook een processie plaats waarin door het aanwezige publiek een groot kruis wordt meegedragen. Ook de slotscène van het event, de opstanding, speelt zich af op het centrale plein.
Hoewel ik mij afvraag hoe de Paasboodschap zich verhoudt tot een massaal evenement met Bekende Nederlanders in de hoofdrol en hoewel ik even met mijn ogen moest knipperen toen ik in het promotiemateriaal las: ‘Bijbelse hoofdpersonen als Jezus, Maria en Judas zingen bekende nummers van Nederlandse artiesten zoals Guus Meeuwis en Marco Borsato’, laat ik de inhoud van The Passion hier rusten. Dat zou trouwens al moeilijk anders kunnen, omdat om publicitaire redenen zo lang mogelijk geheim wordt gehouden wat op Witte Donderdag precies te horen en te zien zal zijn. Het gaat mij nu om de manier waarop het Paasspektakel uiteindelijk in Gouda is geland.
Landelijke kerk: missionaire expertise
De voorbereidingen voor het The Passion op landelijk niveau zijn naar verluidt al enkele jaren aan de gang. Halverwege 2010 hebben de organisatoren contact gezocht met de burgerlijke gemeente Gouda met de vraag of The Passion in Gouda plaats kon vinden. Gouda was met zijn stedeschoon, zijn centrale marktplein en historische Sint Jan een geschikte locatie voor het evenement en het gemeentebestuur bleek graag gastheer te willen zijn. Toen dit was beklonken, richtten de organisatoren zich in november 2010 op de Goudse kerken. De eerste berichten over het ophanden zijnde event bereikten de algemene kerkenraden van de PKN-gemeenten via lokale jeugdwerkers, die erg over het plan te spreken waren. In de decembervergadering van de Gereformeerde Algemene Kerkenraad was een medewerker van Kerk in Ontwikkeling aanwezig die het project met een powerpointpresentatie toelichtte. Blijkens deze presentatie was Kerk in Ontwikkeling van mening dat The Passion een missionair juweel is, dat de plaatselijke kerk gratis en voor niets een uitgelezen kans biedt om missionair werk te doen. De Goudse kerken hoefden maar aan te sluiten en op de avond van The Passion stand by te zijn om de mensen op te vangen die door het gebodene getroffen zouden zijn en een kerkelijke nabehandeling op prijs stelden.
Ongetwijfeld tot verrassing van de spreker, waren de reacties op deze presentatie niet onverdeeld positief en ook de reacties op een schriftelijke ontvouwing van de plannen tijdens de Hervormde Algemene Kerkenraad waren niet direct instemmend. Een aantal praktische bezwaren werd geopperd. Zo zou vanwege het rumoer van The Passion de traditionele dienst op de avond van Witte Donderdag in de aan het marktplein gelegen Sint Janskerk waarschijnlijk geen doorgang kunnen vinden. Verder werd gevreesd dat de contacten die de PKN-kerken in Gouda onderhouden met zowel kerken van orthodoxe snit als met de moslimgemeenschap door een PKN-gesanctioneerde kruisprocessie in gevaar zouden komen. Er was ook een bezwaar van meer procedurele aard: waarom komt de landelijke Protestantse Kerk op het allerlaatste moment met een voldongen plan op de proppen? Was het niet veel beter geweest als men in een vroeger stadium de missionaire commissies in Gouda had uitgenodigd om The Passion in gezamenlijkheid voor te bereiden? De principiële vragen die hier in beide kerkenraden aan werden toegevoegd luidden: in hoeverre heeft de landelijke kerk het recht om plaatselijk op te treden buiten medeweten van de plaatselijke kerkenraden? In hoeverre is het oorbaar dat de landelijke kerk het plaatselijke kerkenwerk (plaatselijke vieringen van de Stille Week en plaatselijke initiatieven op het gebied van missionair werk en jongerenwerk) met missionaire bedoelingen doorkruist? En in hoeverre mag zij dit doen krachtens een surplus aan technisch en artistiek kunnen en een groter, landelijk belang?
De gedachtenwisseling met de vertegenwoordiger van Kerk in Ontwikkeling in de Gereformeerde Algemene Kerkenraad verliep die decemberavond in een enigszins geprikkelde stemming. Opvallend was dat de spreker het principiële punt van de voorrang van de plaatselijke gemeente boven de landelijke kerk niet onderschreef. Ze legde uit dat projecten van een dergelijke omvang en een dergelijk belang niet door een plaatselijke gemeente verwezenlijkt kunnen worden. Zelfs de landelijke kerk had zonder de hulp van de omroepen niets kunnen beginnen! Verder illustreerde de kritische ontvangst van haar presentatie in de kerkenraad naar haar idee precies waarom zelfstandig optreden van de landelijke kerk nodig is. Plaatselijke kerken ontbreekt het vaak aan geestelijke souplesse, handelingssnelheid en slagkracht om missionair effectief te kunnen opereren. Ze kon zich weliswaar voorstellen dat niet iedereen direct gecharmeerd was door The Passion, maar dat kwam ongetwijfeld doordat de gemiddelde leden van een kerkenraad geen deel uitmaken van de doelgroep van het event (nl. 15-45 jarigen die niet bij de kerk zijn betrokken). Het behoort, zoals zij zei, tot de expertise van een landelijke kerk en van grote landelijke organisaties zoals de omroepen, dat ze een scherp beeld hebben van de verschillende doelgroepen en hun wensen. Dankzij die expertise kunnen zij verder kijken dan het narrowminded lokale kerkvolk en nieuwe initiatieven uitdenken die de goede zaak dienen.
Inmiddels zijn we enkele maanden verder. De algemene kerkenraden hebben zich bereid verklaard om mee te werken aan The Passion, met de kanttekening dat men graag in een vroegtijdiger stadium bij de organisatie betrokken was geraakt. Wat er op Witte Donderdag allemaal gezegd en gezongen en geacteerd gaat worden weet nog niemand, maar de meeste lokale gemeenten menen toch dat het goed is om The Passion te ondersteunen, ‘want het zou vreemd zijn als de landelijke PKN hier iets zou organiseren en de plaatselijke afdeling van de PKN hield zich afzijdig.’ Missionaire commissies maken plannen voor de avondlijke openstelling van hun kerkgebouwen en ontwerpen alphacursussen die een vervolg kunnen bieden op wat The Passion bij de toeschouwers los zou kunnen maken.
Plaatselijke kerkenraden: gering zelfbewustzijn
Opvallend is, dat het principële bezwaar dat de landelijke kerk een lokale gemeente bruskeert, lokale gebruiken rond Pasen doorkruist en lokale missionaire inspanningen en oecumenische betrekkingen negeert, in Gouda alweer bijna is vergeten. Een verklaring hiervoor zou ik willen zoeken in het geringe zelfbewustzijn van de lokale kerkenraden. Zij passen op de winkel, maar kunnen nauwelijks goede gronden noemen waarom hun winkel moet zijn zoals hij is. De grote massa’s die de winkel week in week uit voorbijlopen vormen een onuitgesproken, maar onmiskenbaar vraagteken bij alles waarvoor de kerkenraad zich lokaal inzet. In die situatie is een kerkenraad gevoelig voor initiatieven als The Passion, die op een groot publiek gericht zijn en zijn opgezet met kennis van wat vreemde doelgroepen wensen. Het verwijt van de vertegenwoordiger van Kerk in Ontwikkeling aan de plaatselijke gemeente, dat zij door onder meer haar eenzijdige sociologische samenstelling niet weet hoe het evangelie verkondigd moet worden, wordt in de plaatselijke kerkenraden niet bestreden, maar beaamd. Veel gemeenteleden (ouders die hun kinderen niet meekrijgen, predikanten die hun gemeenteleden niet meekrijgen etc.) kunnen zich niet voorstellen zelf missionair te zijn, tenzij door deel te nemen aan activiteiten die het stempel dragen van inzichten uit de massacommunicatie en marketing en die zijn afgekeken van de populaire media.
De vraag waarmee ik achterblijf is, waarom wij protestanten dan ooit meenden dat kerk allereerst een lokaal gebeuren is. Waarom hebben wij ooit vastgelegd dat het hoogste gezag in de protestantse kerk bij een lokale kerkenraad berust? Was dat niet omdat belijden iets is in een concrete situatie met conrete mensen tegenover je? Was dat niet omdat belijden het aangaan van een verhouding is met God en specifieke mensen tegelijkertijd? Belijden betekent toch dat je je in je meest nabije contacten aan Jezus houdt? Dat je in Jezus’ Naam uit jezelf treedt en je met een concrete gemeenschap verbindt? Zonder die zelfovergave die meekomt met een lokaal engagement lijkt het mij onmogelijk missionair te zijn en Jezus te verkondigen. Of is verkondigen in deze tijd al net als het moderne leren: vertellen waar een ander iets vinden kan? ‘Lees het boek, zie de film, koop de CD, bezoek de site, ervaar het event.’ Uiteraard is het mogelijk dat mensen geloof opdoen in een boek of een film. Maar geloof verkondigen, geloof belijden is iets anders. Dat gaat met persoonlijke inzet gepaard en met persoonlijke ontferming. Het zou niet goed zijn als we dat in de kerk uit het oog verloren, landelijk of lokaal.
Udo Doedens