De pioniersplek van … Berthe van Soest
Pionieren
Op tal van plaatsen in de Protestantse Kerk wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van gemeente-zijn, soms in een gewone gemeente, soms ook op een speciale ‘pioniersplek’. In dit nummer vertelt Berthe van Soest (ex-pionier in Breda voor ‘nieuwe spirituelen’) over haar ervaringen. Al eerder verschenen in ‘In de Waagschaal’ impressies uit zes andere plekken. Nu er zo een beeld is ontstaan van het werk op de pioniersplekken is het tijd voor een terugblik en voor discussie. Coen Wessel geeft daarvoor een aftrap. CW/MdM
Wat doe je?
Ik zei altijd: “Wij doen seizoensrituelen.” En dan raakte iedereen enthousiast. Maar we deden veel meer dan dat. We waren een pioniersplek voor nieuwe spirituelen. Dat zijn mensen die in allerlei vormen van religie en spiritualiteit geïnteresseerd zijn, ook in onze christelijke traditie. We probeerden vormen te vinden die deze groep aansprak. Ze hadden een netwerk in Breda en daar ben ik deel van uit gaan maken. Ik ging naar hun bijeenkomsten. Samen met hen heb ik een meerdaags spiritueel festival georganiseerd. Daar hadden wij dan ook een eigen inbreng vanuit onze identiteit: ik gaf ‘Free Blessings’ en bij de opening heb ik een zalvingsritueel gedaan met het bijbelverhaal over de zalving van David. Ze hielden van onze kerk in het midden van de stad, een monumentale oude kerk, net gerestaureerd. We gingen er ook op uit. Ik hoorde bij de medewerkers van een spiritueel centrum in de stad. Dat kon omdat ik tarotcounselor ben. Daar gaf ik bijvoorbeeld een workshop: “Kruisweg lopen met tarot”. We probeerden oude rituelen opnieuw vorm te geven. Bij een kunstenaarsfestival langs een riviertje in de zomer stonden we op een brug en hebben we reuzenbellen geblazen over de rivier. Mensen bliezen een bel en deden daarbij een wens. Een vorm van bidden die paste in dat festival.
Wat hoor je?
Mijn plek bestaat niet meer sinds 1 februari 2015. Ik hoor dat ze me missen.
Wat lukt?
Het lukte om mensen van buiten de kerk aan te spreken. We raakten een snaar. Er kwamen 45-50 mensen van buiten de kerk naar onze rituelen. Mijn workshops waren altijd overboekt. En van het begin af aan boden mensen aan dingen met ons samen te doen. “Wat zijn we toch gezegend”, zeiden we vaak tegen elkaar. Onze grootste succes was de Cultuurnacht van Breda. Dan zijn 40 instellingen tot diep in de nacht open met een speciaal programma. Een kunstenaar heeft voor ons een ‘Zwarte Madonna’ gemaakt, die huilde voor vrede. Een zwart Mariabeeld met tranen. Mensen konden in die nacht een persoonlijke vredeswens in de gaten van de sokkel doen. 2500 mensen zijn toen in onze kerk geweest en meer dan 600 lieten een wens achter. De sokkel was veel te klein!
Wat is problematisch?
De kerkrentmeesters ontdekten een jaarlijks tekort van 150.00 euro in de Protestantse Gemeente Breda. Gemeenteleden dachten dat het tekort door ons kwam. Dat was natuurlijk niet zo. De kerkelijke bijdragen liepen sneller terug dan verwacht. Probleem was dat de wijkgemeenten mijn pioniersproject ‘Noorderlicht’ niet van harte steunden. Het was opgelegd, van ‘boven’, van de Algemene Kerkenraad. Ze wilden hun wijkgemeenten in stand houden. Ondanks alle toegezegde steun van de afdeling Missionair Werk en Kerkgroei van de landelijke PKN wilden ze het ‘Noorderlicht’ niet voortzetten. Ik hoop nu op een andere plek iets vergelijkbaars te kunnen opzetten.
Berthe van Soest
- van Soest was pionier bij de Protestantse gemeente Breda voor het project ‘Noorderlicht Breda’.