Verloren, op zoek naar zes van de zes miljoen
VERLOREN, OP ZOEK NAAR ZES VAN DE ZES MILJOEN
In Verloren vertelt Daniel Mendelsohn over zijn persoonlijke zoektocht naar zes familieleden die de Holocaust niet overleefden. Zijn zoektocht begint met een anekdote uit zijn vroege jeugd. Een tijdje geleden, toen ik een jaar of zes, zeven, acht was gebeurde het wel eens dat ik een kamer binnenkwam en er bepaalde mensen begonnen te huilen. Dat kwam omdat die bepaalde mensen, zijn familieleden, hem zo vonden lijken op zijn oudoom Sjmiël. De herinnering aan die tranen van zijn familieleden langgeleden legt bij Daniel de basis voor een allesoverheersend verlangen om alles te weten te komen over zijn zes verloren familieleden. Te meer daar over het lot van zijn oudoom Sjmiël op een paar terloopse opmerkingen na door zijn familie gezwegen wordt. Hij weet dat deze oudoom en zijn gezin de oorlog niet overleefden. Zo af en toe hoort hij zinnetjes van zijn andere bejaarde familieleden: ‘Hij had een paar vrachtwagens, en de nazi’s wilden de vrachtwagens’, ‘Ze hadden vier mooie dochters, ze hebben ze allemaal verkracht en vermoord’, ‘Ze werden niet verraden door hun buren maar door hun dienstmeid’. Het geheimzinnig zwijgen over het lot van deze zes valt Daniel met name op in de verhalen van zijn grootvader. Hoewel zijn grootvader honderduit praatte over zijn geboortedorp Bolechow in Galicië en zijn familie, sprak hij nooit over zijn oudste broer en zijn schoonzuster en hun vier dochters. Zij verdwenen niet alleen van de aardbodem, maar kwamen ook niet voor in de verhalen van zijn grootvader. En dat is de reden dat hij het minst weet van die zes, die vermoord zijn. In de ogen van de jonge Daniel was het verhaal van die zes het mooist van allemaal. Het verhaal dat het meest verdiende om verteld te worden. Het zwijgen van de grootvader maakt het onderwerp Sjmiël en zijn gezin alleen maar interessanter in de ogen van de kleinzoon. En tegelijk maakt het zwijgen van zijn grootvader hen daarmee onnoembaar en dus onkenbaar.
Hier begint de eindeloze zoektocht van Daniel Mendelsohn naar de zes van de zes miljoen. Het verhaal van die zoektocht krijgt een diepere dimensie doordat hij deze verbindt, verweeft met de grote verhalen uit Genesis. Mendelsohn laat zien dat hij naast journalist ook filoloog en bijbelexegeet is. Hij verbindt het geheimzinnig zwijgen van zijn familie over het lot van Sjmiël en zijn gezin met de boom in de tuin van kennis van goed en kwaad. De getroebleerde verhouding tussen zijn grootvader en zijn oudste broer, Sjmiël, wordt verbonden met het verhaal van Kaïn en Abel. De vernietiging van het vooroorlogse joodse leven is een gedeeltelijke herhaling van de Zondvloed. Mendelsohns hardnekkig terugkijken is als dat van de vrouw van Lot bij de vernietiging van Sodom en Gomorra. Hij realiseert zich dat in dat terugkijken naar wat geweest is en wat nooit meer zal zijn, het grote gevaar van de tranen schuilt. Het onstuitbaar wenen is niet alleen maar smart, maar kan ook een bedwelmend genot worden. Het is heel verleidelijk om je te blijven wentelen in het verdriet om wat je bent kwijt geraakt. Het verleden dat je moest loslaten kan ook elke poging om een nieuw leven te beginnen vergiftigen. Die tranen kunnen leiden tot verstarring. Wat je moest achterlaten, opgeven wordt in je herinnering als maar mooier en beter. En geldt dat ook niet voor de doden, voor oudoom en zijn gezin. Lot en zijn gezin werd opgedragen om niet achterom te kijken. Dat is geen straf maar een heel praktische aanwijzing, ontdekt Mendelsohn, om opnieuw te beginnen moet je het verleden loslaten. Dat is wat Noach en de zijnen en Lot en zijn gezin te doen stond: loslaten, het verleden loslaten. En dat is wat de overlevenden van de Holocaust op de een of andere manier te doen staat.
Mendelsohn is zijn zoektocht naar de verloren zes begonnen om hen een verhaal te geven. De zoektocht die beschreven wordt in Verloren was voor mij een adembenemende leeservaring. Hoewel je de trieste afloop van het verhaal van deze zes vooruit weet, wil je toch weten hoe het zit. In zijn boek bouwt Mendelsohn een monument voor alle slachtoffers van de Shoah door zo precies mogelijk te achterhalen hoe het zes van de zes miljoen vergaat. Ieder detail is belangrijk. Dat maakt dat Verloren een waardevolle aanvulling is op de geschiedenis van de Holocaust. De lotgevallen van die zes familieleden maakt het lot van de zes miljoen anonieme joden invoelbaar. Ik ben onder de indruk van de hoeveelheid gegevens die Mendelsohn na zo lange tijd nog heeft weten te achterhalen over zijn zes familieleden. Het hoopvolle van het boek was voor mij was dat Mendelsohn zoveel meer te weten is gekomen over zijn familieleden dan hij aanvankelijk voor mogelijk had gehouden. De zoektocht brengt Daniel dichterbij zijn zes verloren familieleden. De zoektocht is niet tevergeefs geweest, ook al kan hij niet het hele verhaal vertellen, dat kan hij niet voor hen redden, niet voor zijn grootvader en niet voor zichzelf. Je kunt weliswaar meer te weten komen, maar nooit alles, want uiteindelijk zo beseft Mendelsohn, vertelt hij het verhaal van mensen die het niet overleefd hebben. Aan het einde van de zoektocht naar zes van de zes miljoen laat de auteur de lezer heel indringend voelen wat leven inhoudt. Leven betekent een verhaal te vertellen hebben, de held, het middelpunt zijn van een levensverhaal. Dood ben je pas echt als je niet meer voorkomt in de verhalen van de levenden.
Machteld de Mik-van der Waal
Daniel Mendelsohn, Verloren, op zoek naar zes van de zes miljoen, uitgeverij De Arbeiderspers.