Het verdriet van de oorlog
HET VERDRIET VAN DE OORLOG
Deze roman gaat over de oorlog in Vietnam. Een oorlog die zich afspeelde in mijn kindertijd ver van mij vandaan. Een oorlog die ik meemaakte aan de hand van de journaalbeelden die op televisie werden uitgezonden. Ik zag de helikopters van het Amerikaanse leger rondcirkelen boven het oerwoud, de rijstvelden, de dorpen en de steden van Noord- en Zuid Vietnam. In de atlas van mijn vader zocht ik de steden Hanoi en Saigon op, waarover alsmaar werd gesproken. Hanoi was, zo leerde ik, de hoofdstad van Noord Vietnam en Saigon de hoofdstad van Zuid Vietnam. Op de een of andere manier waren de Amerikanen en de Russen ook verwikkeld in deze oorlog tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Ik zag de gruwel der verwoesting die de napalmbombardementen aanrichtten onder het leger en de bevolking van Noord-Vietnam. Op het journaal trokken in een eindeloze stoet de lijkkisten van gesneuvelde Amerikaanse soldaten, bedekt met de Amerikaanse vlag, aan mijn ogen voorbij. Het aantal doden en gewonden hield maar niet op. De oorlog in Vietnam is in mijn herinnering vooral een oorlog geweest waaraan geen einde leek te komen. Hoewel bij mij thuis mijn ouders zich keer op keer kritisch uitspraken jegens de bemoeienis van Amerikaanse en Russische zijde in Noord- en Zuid- Vietnam, bleef het voor mij een oorlog op afstand. De Vietnamese soldaten en burgerbevolking om wie het toch in de eerste plaats ging, kregen nooit een gezicht of een naam. Met uitzondering van Kim Phuc, dankzij de foto die Nick Ut van haar maakte, zoals ze schreeuwend komt aanrennen uit een zee van vuur. In tegenstelling tot de Amerikaanse soldaten, legerleiding en regering bleven de Vietnamezen gedurende die lange oorlog anoniem. En ook de films over de oorlog in Vietnam die ik later zag, veranderden daar niets aan. Steevast werden de Amerikanen in meer of mindere mate afgeschilderd als de ‘good guys’, terwijl de Vietnamese soldaten ook op het witte filmdoek geen identiteit of gezicht kregen. Zij werden aangeduid met ‘gook’ (slang voor ‘Aziaat’), ‘Charlie’ of ‘VC’.
Hoe de oorlog en de nasleep ervan door de Vietnamezen zelf werd ervaren, daarvan wist de rest van de wereld lange tijd nagenoeg niets. Van Vietnamese zijde bleef het stil.
Pas in 1991 verbreekt Bao Ninh met zijn oorlogsroman het zwijgen van Vietnamese zijde over de oorlog in zijn land, die duurde van 1954 tot 1975.
Hoofdpersoon in de oorlogsroman van Bao Ninh is Kien. Hij is een oorlogsveteraan. Tien jaar lang vocht hij als soldaat aan de zijde van het Noordvietnamese leger tegen de Amerikanen en het Zuidvietnamese leger. De roman begint wanneer de oorlog allang is afgelopen. De Amerikaanse troepenmachten hebben Vietnam verlaten. In de stilte na het staakt het vuren, maakt de lezer kennis met Kien. Die op dat moment deel uitmaakt van een speciaal team dat belast is met de opsporing en berging van de lichamen van de soldaten die gesneuveld zijn in de oorlog. Voor Kien betekent dat een terugkeer naar de slagvelden van weleer, waar hij zij aan zij vocht met zijn kameraden. Zij allen zijn gesneuveld, alleen hij heeft het overleefd. De eerste bladzijden zijn verwarrend, want het ene moment is de oorlog voorbij en een volgend moment woedt de oorlog voor Kien in alle hevigheid. De oorlogsherinneringen van Kien worden niet in een chronologische volgorde verteld, hierdoor lijkt de opbouw van het boek rommelig en ongeordend. Dat is slechts schijn. Het zo maar ineens laten verspringen van de tijd van het heden naar het verleden, naar momenten, gebeurtenissen uit die lange oorlog en naar de tijd die daaraan voorafging en weer terug naar gebeurtenissen uit het leven van Kien na de oorlog, dat maakt het getuigenis van Bao Ninh over de oorlog in Vietnam juist zo authentiek.
Aanvankelijk zijn de oorlogsherinneringen van Kien slechts flarden, maar gaandeweg vormen die flarden een verhaal. Het verhaal van Kien en de ondergang van zijn bataljon in een zee van vlammen en vuur. Door hem is het dat je gaat beseffen dat het onmogelijk is voor een mens om de gruwelijkheden van de oorlog, waaraan hij heeft deelgenomen als soldaat, één voor één voor zichzelf chronologisch te ordenen. Tijdens de fosforbombardementen in de jungle was er geen sprake meer van tijd. Dat inferno van vuur en vlammen duurde een eeuwigheid. Dat inferno duurt een mensenlevenlang en lang daarna zijn de sporen hiervan nog af te lezen aan het landschap. Bladzijde na bladzijde laat Bao Ninh de lezer het verdriet van de oorlog voelen. Het is een verdriet dat je moet doorleven, niet één keer, maar telkens weer opnieuw. Het verdriet van de oorlog heeft zich vastgehecht aan de ziel van Kien.
De oorlog heeft alles stuk gemaakt. Er is niets meer voor handen, waarbij hij kan aansluiten, waarnaar hij kan terugkeren. Hij kan niet meer terugkeren naar zijn kinderjaren en jeugd. Ook zijn grote jeugdliefde Phuong is besmeurd geraakt door de oorlog. En dat kan Kien niet verdragen. Als hij haar na de oorlog ontmoet is dat voor hen beiden een bitterzoet weerzien. Daar zij beseffen dat de eeuwige liefde die zij elkaar hebben gezworen vanwege de oorlog niet kon standhouden. Kien zoekt vergetelheid in de drank, want de overwinning, de vrede is voor hem een te zware last om te dragen.
In die bittere realiteit kent hij nog slechts één missie: te schrijven over het verdriet dat oorlog teweegbrengt, een verdriet dat nooit overgaat. Het opschrijven van zijn oorlogsherinneringen wordt zijn zwaarste strijd. Een strijd, waaraan hij uiteindelijk ten onder zal gaan. Hierdoor ga je als lezer ook beseffen wat Bao Ninh zelf heeft doorgemaakt bij het schrijven van zijn boek. De oorlogservaringen van Kien zijn gedeeltelijk autobiografisch. Ze vertonen een opvallende gelijkenis met de oorlogservaringen van de schrijver zelf.
Dankzij het boek van Bao Ninh krijgen de Vietnamese soldaten en burgerbevolking eindelijk een gezicht en een naam. Doch de grootsheid van zijn oorlogsroman bestaat hierin dat hij je laat voelen dat het verdriet van de oorlog van alle plaatsen en tijden, voor iedereen, zowel voor de winnaars als de verliezers hetzelfde voelt. Het verdriet van de oorlog kent geen wij en zij.
Machteld de Mik-van der Waal
Bao Ninh,The sorrow of war, Vintage Classics
Nederlandse vertaling: Het verdriet van Vietnam, De Geus