Commentaar – Prealabel
In een debat over de toeslagenaffaire sprak de minister-president over een ‘clusterfuck van ongekende omvang’ (NRC 7/5/2021). Hoewel Rutte zich vaker ruw uitdrukt, schijnt het woord ‘clusterfuck’ niet te betekenen wat je denkt dat het betekent. In de Vietnamoorlog en later onder zakenlieden werd het gebruikt voor een door verschillende incompetente verantwoordelijken veroorzaakte opeenstapeling van rampen.
Critici uit de oppositie vonden dat Rutte de toeslagenkwestie met dit woord relativeerde als een groot, maar toch moeilijk te vermijden ongeval. De kranten verklaarden Ruttes uitspraak uit de Rutte-doctrine, waarmee zijn opvatting wordt bedoeld dat het landsbestuur work in progress is waarvan niet op elk moment rekenschap kan worden gegeven.
Zowel aan het hanteren van het woord clusterfuck als aan de Rutte-doctrine zit een theologisch aspect. Iemand die voor iets schijnbaar eenmaligs als de toeslagenaffaire een technische term uit de organisatiekunde paraat heeft, laat zien dat hij de professie van het crisismanagement volledig beheerst. Er is in Ruttes opvatting geen dieper niveau waarop zo’n affaire behandeld kan worden dan het niveau van professioneel en persoonlijk-betrokken management. In dit soort management is Rutte een virtuoos. Hij zou kritiek verdragen van iemand die hem in virtuositeit overtreft, maar niet van iemand die argumenteert op grond van morele of ideologische uitgangspunten. De zogenaamde Rutte-doctrine volgt regelrecht uit Ruttes befaamde afkeer van visies en ideologieën. Wie meent dat die afkeer samen zou gaan met een gebrek aan empathie of een blinde vlek voor de waarde van tradities en principes, miskent Ruttes zienswijze. Niemand is zo goed in staat om uiteenlopende visies en belangen te verbinden als een professionele manager met voldoende persoonlijke betrokkenheid. Rutte zelf, premier van heel verschillende kabinetten, moeiteloos simultaan liberaal, sociaal en christen en met een celibataire toewijding aan zijn taak, bewijst die stelling dagelijks.
Wie Rutte weerwerk wil bieden, zal moeten uitleggen wat het nadeel is van een ideale manager in het centrum van de macht. Dat is lastiger dan je denkt. Een pleidooi voor meer democratische controle klinkt in het gezicht van de ravissante regisseur Rutte altijd ietwat academisch en eigenlijk geldt dat voor alle alternatieven die vasthouden aan het idee dat het centrum van de macht een mensenzaak is. Anders is de opvatting die zegt dat het centrum van de macht van menselijk beleid vrij moet blijven, omdat het de plaats is voor God en de naaste, voor het Koninkrijk dat altijd prealabel is. Volgens die opvatting is zelfs de beste staatsman/vrouw een amateur. Van dat amateurisme mag Rutte c.s. meer laten zien.
Udo Doedens
In de Waagschaal, jaargang 50, nr. 7. 3 juli 2021