Commentaar (De skyline van Den Haag)

logoIdW

 

Het Haagse Binnenhof is echt een binnen-hof, een ommuurde hof, een hortus conclusus. De wanden van de tuin bestaan uit gebouwen die heel onze nationale geschiedenis representeren van Nationale Vergadering tot ministerie van Koloniën. Het is geen paradijselijke tuin, ooit werd Oldenbarnevelt er onthoofd en er ligt plaveisel op de hof. De ruimte van het Binnenhof is vooral een lege plaats, symbool van de principiële openheid van de macht in een democratie (Claude Lefort).

Wie binnen de muren van het Binnenhof rondloopt, wordt verleid te denken dat dit de navel van Nederland is. Maar wie even doorloopt, om de hofvijver, ziet opeens het perspectief waarin alle drukte van de nationale politiek zich afspeelt. Het hele gebouwencomplex valt weg tegen de ministeries en de bedrijven die in grote torenflats de skyline van de stad domineren. New Babylon heet de allerhoogste. Ze laten zien waar de macht in Nederland veel meer is komen te liggen: in grote instituties en bedrijven. Ze wijzen ook naar een grotere, internationale ruimte, weg uit de hof.

Precies 100 jaar geleden barstte de Eerste Wereldoorlog los en verpletterde elke illusie over de heilzaamheid van de natiestaat. Dit failliet van het nationalisme leverde de ideologische drijfveer voor de Europese eenwording, maar het waren de mensen uit het bedrijfsleven en vooral ook uit de ministeries – uit de torenflats van Den Haag en hun evenknieën elders – die het Europese project hebben doorgezet. Zo is Europa geworden wat het is: een unie met veel ambtelijke overleg en vooral een economische unie.

Europa roept niet het gevoel van geborgenheid, lotsverbondenheid en eenheid op dat de natiestaat wel kon mobiliseren. Het heeft niet een heldere identiteit waar haar burgers zich mee verwant voelen. En door haar te sterke (liberaal)economische en ambtelijke karakter voelen burgers van Europa zich vaak ook bedreigd.

Die sterke eigen identiteit komt er voorlopig niet en een gevoel van lotsverbondenheid moet groeien. Maar Europa kan haar burgers wel veel meer een gevoel van geborgenheid geven: door de rechtsstaat te beschermen, door de zorg voor goede inkomens en voorzieningen voorrang te verlenen en door onderlinge hulp.

Zo’n Europa heeft een kerk nodig die over de grenzen van de Europese skyline wijst: naar andere geografische werelden, naar andere tijdswerelden, naar een nieuw Jeruzalem. Een kerk die ondertussen meehelpt de eigen tuin te onderhouden en tot bloei te brengen.

Coen Wessel