Hoop verloren, al verloren (Commentaar)
Eind maart verscheen een bericht op NOS.nl dat me niet loslaat. De kop luidde: ‘Jongeren vliegen vaker dan ouderen en voelen zich daar minder schuldig over.’ In het stuk werd uitgelegd dat het vooral ouderen zijn die bij het boeken van hun reizen rekening houden met de gevolgen van hun reis voor het klimaat. Zij douchen ook korter en verwarming en licht uit te schakelen als ze een kamer verlaten. Jongeren vinden wel dat ze het beter zouden moeten doen, maar in de praktijk blijkt het lastig: 61 % van de ondervraagde jongeren had onlangs met het vliegtuig gereisd.
Het houdt me bezig: hoe kan zo’n verschil ontstaan? En vooral: wat zégt het? Die vraag kun je in beide richtingen – de ouderen en de jongeren – stellen, maar het gaat me nu even om de jongeren, omdat de klimaatproblemen toch voor een belangrijk deel hun toekomst zijn. Hoe kan het dat alle alarmerende berichten hen niet tot ander gedrag brengen? Het lijkt een variant op wat de apostel al aanwijst: laten we eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij. Ik vermoed dat het veel te maken heeft met wanhoop, in combinatie met klimaatscepsis, die gevoed wordt door sommige politici.
Eerlijk is eerlijk: wanhoop is een zeer begrijpelijke reactie op alles wat vandaag de dag over ons heen spoelt – wie merkt het niet? Naast de klimaatzorgen is er nog zoveel meer. Aan Russische talkshowtafels wordt de haven van Rotterdam besproken als een gunstig doelwit voor een aanval om het Westen te doen inbinden. Die oorlog in Oekraïne wordt steeds groter en uitzichtlozer. Het Midden-Oosten gist en borrelt. De Nederlandse samenleving zit vol ontevredenheid en woede. Bij alle maatregelen die voor het klimaat nodig zijn, klinkt vaak de bezwering dat het voor een heleboel zaken al te laat is. De 1½ graad raakt uit het zicht. Waar doe je het voor?
Wanhoop was in het kerkelijk onderwijs van de Middeleeuwen één van de ergste zonden – in Des Coninx Summe, een boeteboek uit de 14e eeuw lees ik dat het zonde tegen de Heilige Geest en dus onvergeeflijk is. Daarbij had men natuurlijk vooral de verhouding tot God op het oog. De wanhoop van vandaag betreft andere verhoudingen. Maar uiteindelijk is de vraag op de achtergrond toch niet een heel andere: zou het kwaad dat wij aanrichten groter kunnen zijn dan God? Nee, zo geloof ik. En uit dat nee valt hoop te putten. Niet als een goedkoop verhaal – dat kan na de weg van Jezus Christus gewoon niet. Maar wel échte hoop dat God uiteindelijk zijn schepsel niet prijsgeeft.
Hoop vertolken – het lijkt me één van de belangrijkste opdrachten voor de kerk vandaag.
Niels den Hertog
In de Waagschaal, nr. 7, 29 juni 2024