Brief aan prof. J.L. Hromádka

logo

Op 21 maart 1938 schrijft de Tsjechische theoloog en hoogleraar dogmatiek aan de Praagse Universiteit een brief aan Karl Barth met wie hij sinds jaren correspondeert. In deze brief dankt Hromádka Barth voor het toesturen van zijn lezing Not und Verheißung im deutschen Kirchenkampf. Hij ervaart dit gebaar als een teken van vriendschap in de moeilijke situatie waarin Tsjecho-Slowakije zich op dat moment bevindt. Na de aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland op 13 maart van dat jaar wordt in Tsjecho-Slowakije de druk op de regering opgevoerd aan de Duitse eisen ten aanzien van het Sudetenland tegemoet te komen. Bij het verdrag van Versailles was dat gebied aan Tsjecho-Slowakije toebedeeld. De in dat gebied ruim in de meerderheid zijnde Duitse bevolking steunde de Duitse politiek. Hromádka beschrijft in zijn brief de stemming in het land. Van hoog tot laag is men vastbesloten zich tegen Duitsland te verweren en op te komen voor het recht om zelf over de binnenlandse zaken te beslissen. In juli 1938 bezoekt Barths vriend en collega Fritz Lieb Tsjecho-Slowakije. Op 10 juli spreekt hij over Die Botschaft der Schweiz an die Tschechoslowakei. Daarin roept hij op om op te komen voor de rechtstaat en tot verzet tegen de totalitaire staat. De strijd die daarvoor in Tsjecho-Slowakije gevoerd wordt, is ook voor de vrijheid van Zwitserland van betekenis. Daarbij verwijst hij naar Karl Barth die hem als groet voor het Tsjecho-Slowaakse volk de oproep zich te verzetten had meegegeven. Hromádka verwijst in een brief van 11 september naar deze lezing. Na Barth gecondoleerd te hebben met het overlijden van zijn moeder op 5 september 1938, bedankt hij Barth voor deze oproep. Opnieuw geeft hij aan dat het Tsjecho-Slowaakse volk vastberaden is zich te verzetten. Spoedig daarna verscherpt de situatie zich. Hitler eist de teruggave van het Sudetenland. Daarbij wordt hij stevig gesteund door de Duitse pers die het recht van bestaan van heel Tsjecho-Slowakije in twijfel trekt. Hitler dreigt het land binnen te vallen als niet voor het eind van de maand september aan zijn eisen wordt voldaan. In die situatie beantwoordt Barth op 19 september de brief van Hromádka. 1

Pagina's: 1 2 3 4 5