Tussen al het andere in – Koffiehuizen
TUSSEN AL HET ANDERE IN – Koffiehuizen
Met de koffie kwamen ook de koffiehuizen naar Europa. Handelsreizigers uit het Midden-Oosten vertelden over koffiehuizen waar een drank werd opgediend die bij machte bleek om vermoeidheid en slaperigheid te verdrijven. In 1645 werd het eerste koffiehuis geopend in Venetië. Vijf jaar later, in 1650, volgde Oxford en in 1651 Londen. Binnen 10 jaar waren er alleen al in de City van Londen niet minder dan 82 koffiehuizen. In Nederland was het eerste koffiehuis in Den Haag te vinden (1664). De eigenaar van het eerste Londense koffiehuis was Daniel Edwards. In 1651 kwam hij van zaken terug uit Smyrna; hij introduceerde de koffie en zijn Griekse knecht Pasqua Rosee hielp hem daarbij.
Een koffiehuis is heel wat meer dan een gelegenheid waar men koffie kan drinken. Een dergelijk huis heeft een geweldige maatschappelijke en culturele rol. Dat is te lezen in The Coffie-House: A Cultural History van Markman Ellis, onlangs verschenen bij Weidenfeld & Nicolson. Het boek is een gedegen studie, streng wetenschappelijk en toch leesbaar. Het is – zoals een recensent schreef – alles wat een dergelijk boek moet zijn: zorgvuldig, intelligent en een belichaming van de geest van het onderwerp.
De geschiedenis van het koffiehuis is een rijke geschiedenis, te rijk om in deze rubriek uit de doeken te doen. Ik beperk me dus, zij het met leedwezen. Maar me beperkend, blijf ik toch strikt wetenschappelijk bezig.
Uit alle standen kwamen mannen bijeen rondom de koffie. Er was al direct gelijkheid. Informatie werd gegeven, meningen en inzichten uitgewisseld en op de lange tafels lagen tijdschriften, dienstig tot verdere ontwikkeling. In Turkije wist men al vroeg dat koffiehuizen ‘scholen van kennis’ zijn.
Zo werd het koffiehuis de bakermat van de democratie. Onder Cromwell en zijn puriteinen begon het en het ging verder tijdens de Restauratie. De puriteinen begroetten de koffiehuizen welwillend, want ze waren tegen alcohol. Koning Karel II daarentegen voelde nattigheid. Hij vond democratie gevaarlijk en hij zag de mensen in het algemeen liever dom en de vrouwen mooi. In 1675 kwam hij tot een van zijn vele dwaze daden. Hij vaardigde uit een ‘Proclamation for the Suppression of Coffie-Houses’. Zoals te voorzien was, verloor de koning de strijd. De uitslag van de strijd betekende een keerpunt in de geschiedenis van de Britse constitutie. Al eerder woedde er een strijd over de koffie en de koffiehuizen. Dat was in 1511. Moslimjuristen kregen het aan de stok met de koffielievende moefti van Mekka over de vraag of de gevolgen van koffie verdovend genoeg waren om deze drank te verbieden. De moefti won. De gevolgen van het koffiedrinken zijn heilzaam. Wie koffie heeft gedronken heeft geen last van slaperigheid tijdens de gebedssamenkomsten in de moskee. Wij moeten daarom niet koffiedrinken na de kerkdienst, maar ervoor. De gemeenten die daartoe zijn overgegaan, zijn daarover zeer te spreken.
Lange tijd waren de koffiehuizen plaatsen waar alleen mannen kwamen. Toch waren er wel vrouwen. Zij dreven soms de zaak of bedienden. Ook werden wel dames van lichte zeden binnengehaald. Sommige koffiehuizen hadden de naam van ‘bedloze bordelen’. Ik zeg uitdrukkelijk ‘sommige’; het was dus niet algemeen.
Natuurlijk werd er in koffiehuizen ook wel geleuterd, maar er klonk geen dronkemansgelal. Toch kwamen er wel eens dronken lieden naar het koffiehuis. Ik neem tenminste aan dat de vier mannen die in 1670 in het koffiehuis aan de Hofsingel in Den Haag alles kort en klein sloegen dronken waren. De vier mannen waren twee officieren, een hoge ambtenaar en een lid van ‘hunne Mogendheden’. Laat in de avond hadden ze zich een weg naar binnen gebaand, hoewel de zaak al gesloten was. Ik kon de namen van de vier onverlaten niet achterhalen en ook niet welke straf ze hebben gekregen.
Hierboven had ik het over tijdschriften. Een van de tijdschriften was The Tatler (De Babbelaar), waarvan op 11 april 1700 de eerste aflevering verscheen. Om hun arme vriend Richard Steele (1672-1729) van geregelde inkomsten te verzekeren, besloten Joseph Addison (1672-1719) en nog een paar anderen een blad uit te brengen ‘vanuit verscheidene plaatsen en koffiehuizen’. Dat blad was The Tatler. Niet alleen de ernst, maar ook de luim zou een plaats moeten krijgen. Dat was Steele wel toevertrouwd. Het blad werd een groot succes, zozeer dat er een tweede reden voor de uitgave werd gegeven, namelijk ‘het hart en de manieren van hunne Medeborgers te hervormen en van gebreeken te zuiveren’, zoals Justus van Effen in 1731 schreef over het blad in zijn Hollandsche Spectator.
Het koffiehuis werd steeds meer een van de ‘communicatielijnen’ in de publieke opinie. Mensen werden betrokken bij openbare discussies en konden zich zo een mening vormen. Wat de mannen hadden gehoord, vertelden zij aan hun vrouwen, die bij het vormen van de publieke opinie op de achtergrond een belangrijke rol speelden. En dit brengt mij bij de belangrijke Duitse filosoof Jürgen Habermas. Hij heeft een boek geschreven over de verschillende sociale vormen, waarin de publieke sfeer gestalte kreeg. Onder de sociale vormen hebben ook de koffiehuizen hun rechtmatige plaats. Het bewuste boek is Strukturwandel der Öffentlichkeit: Untersuchungen zu einer Kategorie der bürgerlichen Gesellschaft (1962). Het is jammer dat ik niet nader op dit boek kan ingaan. Ik had graag vooral op de ‘Strukturwandel’ willen ingaan. Ik weet nog goed wanneer ik voor het eerst het woord ‘structuur’ in mijn mond nam. Dat was in ‘mijn’ eerste gemeente toen een boer (en gemeentelid) vroeg of hij enige bomen uit het weiland (eigendom van de diaconie) mocht verwijderen. Ik antwoordde dat ik daar niet over ging (ik ging over veel niet), maar dat ik persoonlijk tegen zou zijn; de verwijdering van de bomen tast de structuur van de grond aan, zei ik met veel aplomb.
In Engeland heeft de thee het later gewonnen van de koffie. In de negentiende eeuw werd de koffie in Engeland gaandeweg slechter, tot ze voor een buitenlander niet te drinken was. De Italianen begonnen in de vorige eeuw met de expresso aan het herstel van een goed kop koffie, niet geheel tevergeefs. Je kunt nu in elk geval uitwijken naar de Italiaan.
Michael Bource