Geen biografie, maar toch…
GEEN BIOGRAFIE, MAAR TOCH…
Frans Willem Verbaas is predikant in Schoonhoven. Hij heeft enkele jaren intensief gestudeerd over het leven en de tijd van Calvijn, en heeft de resultaten verwerkt in een biografie, of liever ‘vie romancée’ van Henri de la Mare. Die hoofdpersoon is historisch, was predikant in Genève in de tijd van Calvijn en secretaris van Farel. Zijn leven wikkelt zich als een klimplant om de stam van Calvijn. Hij is enkele malen met hem in conflict gekomen, zo erg, dat hij in 1543, na Calvijns terugkeer, werd verbannen naar een predikantsplaats van lagere orde, in het nabijgelegen dorp Jussy, en in 1546 op instigatie van Calvijn werd ontslagen. Calvijn heeft zelf in zijn brieven de animositeit met De la Mare beschreven.
Het boek is doortrokken van Calvijn, van de aanvankelijke bewondering die Henri al in Parijs voor hem koestert, via het conflict over de predestinatieleer tot de afwijzing, als Calvin (zoals zijn naam gespeld wordt) hem volledig laat vallen. Je krijgt een indruk van de opgang van de reformator in Genève en zijn conflicten met gemeentebestuur en voorname inwoners. Ik hoor dan weer de geluidsband die in Dordrecht op de Calvijntentoonstelling werd gedraaid en waar de felle ruzietoon je een geheel andere persoon nabijbrengt dan de gelijkmatige man die gewoonlijk uit zijn geschriften naar voren komt. Je woont kerkdiensten bij, vergaderingen van het consistorie van predikanten, en persoonlijke ontmoetingen tussen De la Mare en Calvin. Heel indrukwekkend is de schildering van een (fictieve) ruzie op een brug over de Rhône, waarbij Henri zijn tegenspeler beetpakt en in de rivier wil gooien. Ik citeer: “Calvin hervond zichzelf sneller dan ik. Terwijl ik nog steeds als verlamd in zijn ogen staarde, zei hij zacht: ‘Laat me nu los.’ ‘U bent een mens,’ stamelde ik. ‘Wat dacht u dan? Een beest, een duivel?’ Mijn spieren ontspanden zich, ik liet los. Calvin liep … langs mij heen. .. Toch riep ik hem na, zo hard ik kon: ‘Een angstig mens, Jean Calvin. U bent een angstig mens!’ (En even verder:) De wijd opengesperde ogen waarin ik had gekeken, waren dan ook geen bange ogen, het waren angstige ogen. De angst in zijn ogen was de angst voor het onbekende, die weer ten diepste angst is voor een wereld die niet geheel en al door God wordt geregeerd.” Daarmee geeft ds. Verbaas, door de gedachten van Henri de la Mare, zijn visie op Calvijn weer. Het is de vrije mens die Calvin kan laten sidderen van angst…
Er komen in deze zestiende-eeuwse verbeelding meer geweldsmomenten voor. Henri raakt slaags met de corrupte heer van Jussy, die hem een Geneefse subsidie door de neus boort. En het begin van het boek beschrijft een jongensvechtpartij, die de reden is voor Henri’s verbanning uit Rouen en het begin van zijn theologiestudie in Parijs. Ook een krankzinnig geworden collega die zijn vrees voor heksen lucht geeft door een dozijn vrouwen en mannen te laten verbannen en één van hekserij beschuldigde man op de brandstapel te brengen.
Fraai zijn de beschrijvingen van Genève, van het stadsbestuur en de woelige bevolking, van een pestepidemie en van de grote hitte zomers in de stad. Uiteraard wordt de theologie niet vergeten, evenmin als de geslaagde huwelijken van de hoofdpersonen, waarvan de vrouwen het goed met elkaar konden vinden.
Wie eens los van de wetenschappelijke biografieën de geur van het dagelijks leven te Genève in de tijd van de Hervorming wil opsnuiven, kan in dit, uitgebreid historisch verantwoorde, boek goed terecht. Hoewel studieuze theologen het geen compliment zullen vinden, geef ik toch dit kenmerk: het leest lekker weg. Het is geen biogafie van Calvijn, maar van Henri de la Mare, en toch komt Calvijn er duidelijk in naar voren. De prijs hoeft geen beletsel te zijn.
Hans Bouma
Frans Willem Verbaas, Heilig vuur, Zoetermeer Mozaïek 2009, Ä 19,50.