‘Blinde vlekken’
Over Tremor van Teju Cole
‘Emotional archeology’
Op de omslag van de Engelse editie van Teju Cole’s (1975) nieuwste boek Tremor staan twee snippers. De eerste van een video-still met de blik van een zwarte vrouw, de tweede van een schilderij van William Turner. Halverwege het boek wordt de reden voor de keuze van juist deze twee snippers helder, maar zeker wie het werk van Teju Cole kent weet met zo’n omslag genoeg. Ook dit boek zal de blik van de lezer bevragen: hoe kijk je, wat zie je, wie heeft de macht om te verbeelden en wat is daardoor onzichtbaar gebleven? Spelend met die vragen wisselt Cole in Tremor meermaals van perspectief. Daarmee vraagt ook zijn tweede grote roman het nodige van de lezer, gaf Cole tijdens zijn interview op het Crossing Border Festival toe. Maar, de novel is nu eenmaal ooit bedacht als iets ‘nieuws’, vervolgde hij en die traditie zette hij graag voort
In het boek volgen we de Amerikaans-Nigeriaanse kunsthistoricus Tunde. Het verhaal over hem en zijn partner Samako blijft alledaags en fragmentarisch en fungeert vooral als het kader voor Tundes essayistische overpeinzingen over muziek, film, (roof)kunst. Halverwege reist Tunde naar Lagos waar in ongeveer twintig monologen alle mogelijke inwoners van de stad aan het woord komen. Ook zijn briljante lezing over roofkunst is in zijn geheel opgenomen. Hoe gekunsteld het hier ook moge klinken, de perspectiefwisselingen en de vele vormen maken Tremor tot een fascinerende leeservaring.
Tremor is Teju Cole’s derde roman. Na het aanvankelijk in 2007 verschenen Every day is for the thief (elke dag is voor de dief) breekt hij in 2011 internationaal door met Open City. Een novel waarin de hoofdpersoon Julius in de traditie van een negentiende-eeuwse ‘flaneur’ rondwandelt in ‘post-9/11 New York’ (“doing a kind of emotional archeology of the city”) en in Brussel (“the centre of the imperial European idea”). Net als in Tremor biedt Open City een fascinerende veelheid aan indrukken, overpeinzingen en perspectieven. Dit zijn boeken voor een tijd waarin, om met Robert Musil (1880-1942) – een van Cole’s inspiratie bronnen – te spreken, “het klassiek epische ons ontnomen is”. We leven met fragmenten; een onafgebroken stroom aan beelden indrukken en teksten die steeds op een andere wijze elkaar beïnvloeden en nieuwe verbanden creëren. Cole laat ons in die veelheid van fragmenten waarin zijn hoofdpersoon leeft, delen en bevraagt tegelijkertijd zowel zijn als onze perspectieven en keuzes daarin. Wat zíe je in die veelheid, wát zie je en wat zie jíj? Na Open City verschijnen Cole’s essaybundels Known and strange things (2016) (Vertrouwde en vreemde dingen) en Black paper. Writing in a dark time (2021). De opstellen over alle mogelijke schrijvers, kunstenaars, fotografen en dichters “argue for the urgency of using our senses to respond to experience, recognize epiphany and reframe our ethical commitments”. Een adequate beschrijving van wat ook Tremor beoogt. In Blind Spot (2016) combineert Cole zijn eigen foto’s met korte, bijna meditatieve teksten (“for which I found intertextual help from the Hebrew Bible from Homer and beyond”). Dit boek ziet hij als het vierde van “a quartet of books about the limits of vision. To look is to see only a fraction of what one is looking at. Even in the most vigilant eye, there is a blind spot.
“What is missing?”
Tremor maakt het kwartet tot een kwintet. Thema’s en plaatsen uit al zijn eerdere werk komen erin samen. Lagos en New York, verbeelding, kunst, fotografie, muziek, racisme en black identity. Tunde richt als peinzende fotograaf en kritische kunsthistoricus, net als de flaneur Jules in Open City, onze blik totdat je je afvraagt: ‘What is missing?’ Waar kijken we overheen? Op straat, in de kunstwerken, in ‘den vreemde’, in de geschiedenis? Wat wordt mij getoond in de musea, in de kunstgeschiedenis, in de media en waarom dít wel en dát niet? De vragen die Cole Tunde laat stellen zijn niet meer weg te denken in de debatten over kolonialisme, institutioneel racisme en gender. Tunde stelt ze zonder de drammerigheid van populaire media, de gretigheid van de cancelcultuur en de morele superioriteit van ‘de juiste blik’. Zijn eruditie en nuance maakt de urgentie van de thema’s er alleen maar groter op. Tremor scherpt, overtuigt en legt op pijnlijke manier de ontoereikendheid van onze excuses en uitvluchten bloot. Nergens plaatst Tunde zichzelf buiten de ‘blind spot’. Terug uit Lagos constateert hij dat we immers allemaal zijn verstrikt in een werkelijkheid die oneindig veel groter is dan wij waarnemen: “(…) there is the secret [reality] that is as dark as the blood beating in my veins, a cold river flowing undetected from view, place of uncertainty and premonition. (…) A darkness to which the eyes can never become adjusted.”
Typhoon coming on
Tundes lezing, ongeveer halverwege, dwong me om het boek weg te leggen en op zoek te gaan naar Turners schilderij op de omslag. De redelijk late Turner (1840) bleek een klassieker uit de kunstgeschiedenis: The slave ship (Slavers throwing over board the dead and dying. Typhoon coming on). De figuurtjes op de snipper van het fenomenale schilderij blijken mensen te zijn (‘slaven’) die als cargo overboord worden gegooid. Het schilderij is de aanleiding voor Tundes briljante lezing over onze obsessie met het bewaren van kunst en historische artefacten die samengaat met het ontkennen van de mensenlevens die op die kunst staan afgebeeld of daaraan hebben bijgedragen. Ons vergapend aan ‘onze’ Rembrandt vergeten we de mensen die er achter schuilgaan, zeker die welke niet staan afgebeeld en nooit zijn afgebeeld. Het kunstwerk interesseert ons meer dan hun verhalen. In het licht van Turners schilderij en Tundes lezing zijn de twintig stemmen die in Lagos aan het woord komen, te lezen als een poging om Turners anonieme zwarte ‘doodles’ een stem te geven. Geen twijfel mogelijk: anderhalve eeuw daarvoor zouden deze mensen als cargo overboord zijn gegooid en zo zijn ze nog steeds op een groot kunstwerk afgebeeld om te worden bewonderd door de erfgenamen van hun slavendrijvers. Eén van hen zou de vrouw van het andere snipper op de omslag kunnen zijn. Haar blik bevraagt ons: wat ziet zij wat wij niet zien?
Eeeeh ooooh
Wij komen kortom, maar niet los van onze blik. Tunde’s advies zou kunnen helpen: “When I teach my students to examine texts and think about history I tell them to stay alert for the ‘uh-oh’ moment’ (…)”, voor de ‘additional wickedness’ die niet wordt mee-verteld in het mainstream verhaal of de leidende interpretatie. Het is misschien de belangrijkste gedachte die het boek bij me achterliet: welke uh-oh momenten mis ik? Passages die ik wegwuif: ‘Ja dat moet je nu eenmaal in de context zien?’ Blijft de ‘Kamerling uit Morenland’ voor altijd de exoot in een doopdienst; Sara de zwijgende vrouw naast Abraham; Maria de devote ontvanger van het wonder? Hoe lang blijven we op onze kerk-in-actie-folders de ‘zielige ander’ nog ongevraagd tot project maken? Deze kan ik nog benoemen, maar bij tijden zal mijn blind spot zo groot zijn dat ik een ander nodig heb om het uh oh moment te herkennen.
Juist daar ligt voor Teju Cole de betekenis van kunst en literatuur. Daarom is Tremor ondanks de kritische toon geen somber, negatief of cynisch boek. Integendeel. Net als in Cole’s andere boeken spat het geloof in kunst van de bladzijdes. Het meest nog in het verhaal van de kunstenaar in Lagos. Hij vertelt als een van de twintig stemmen, hoe hij in natuurlijke pigmenten bedreigde diersoorten op de peilers van bruggen en viaducten in de miljoenenstad schildert. Kunst is geen individualistisch project, maar in lijn met zijn traditie een publieke daad. Al schilderend heeft hij contact met de jongens die in de chaos van de overvolle stad onder de bruggen rondhangen. Zij vertellen hem over hun dorpen van herkomst hun tradities. ‘En hun ogen beginnen te stralen’. Geen van zijn kunstwerken zal lang blijven bestaan. Sommige zijn al na een paar dagen verregend, uitgeveegd of met affiches bedekt. Maar dat is het punt niet: “It does not matter how the image is erased, whether by rain or by human hands, whether by nature or by culture. What matters is that I was there, that I spent those hours, that it was there, that it existed and flourished for however long it did”. Een moment van zien, kan als een woord immers iets nieuws brengen en daarmee de blik op de wereld veranderen.
Werner Pieterse
Werner Pieterse is predikant in Haarlem-noord / Spaarndam
Teju Cole, Tremor, London etc. 2023 (Nederlands: Trilling, Amsterdam, 2023)
In de Waagschaal, nr. 9, 14 september 2024