Gij schoonste van de sterren
GIJ SCHOONSTE VAN DE STERREN
Een lied voor de kersttijd
Gij schoonste van de sterren,
die stil uw wond’ren doet,
o Christus, die van verre
mij met Gods vrede groet,
Gij maakt mijn dagen goed.
Sinds ik U heb zien rijzen
in ’t holle van de nacht,
laat ik mij door U wijzen
de volle zonnepracht.
Hoe ik de dag verwacht!
Zo wil ik alle dagen
dat nog die zon niet schijnt
doorwaken, niet meer klagen,
niet zijn een kind dat dreint, –
ik sta recht overeind.
O schoonste van de sterren,
O Christus, blijf mijn licht,
zolang niet God, de verre,
op aarde vrede sticht, –
raak niet uit het gezicht!
Ad den Besten
(Uit: Poëzie om te zingen, Zoetermeer 1998, p. 44)