Barmhartig (Lukas 6:36)
Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is… (Luc. 6: 36)
Angst. Voor alles waarvan de kranten bol staan. Wat moet er gebeuren met al die ontheemden, wat moet er gebeuren met ons, bij wie ze een plaats zoeken?
Angst. Voor de tweedeling tussen mensen, voor- en tegenstanders die elkaars gelijk betwisten en hun argumenten op ieder denkbaar podium uitventen. Puntje voor de één, puntje voor de ander. En zo maar door. Alle rivieren stromen naar zee, zegt de Prediker, en toch raakt de zee niet vol.
Angst komt in de verhalen over Jezus weinig voor. Niet dat Jezus geen angst kent, want in de chaos van de gebeurtenissen voorafgaand aan zijn kruisdood is hij wel degelijk waanzinnig bang. Maar zelfs dan laat hij zich er niet door weerhouden zijn weg te gaan, de weg die voor naïef, dom, roekeloos en zelfdestructief wordt gehouden. Het wordt zijn ondergang, het wordt de ondergang van dat hele lieflijke verhaal over je naaste liefhebben als jezelf, over bidden en je gegeven worden, over barmhartig zijn zoals zijn Vader barmhartig is, het gaat allemaal ten onder, het wordt vertrapt onder de voeten van de sterksten, die altijd en overal het laatste recht hebben.
En alleen wie gelooft dat het dit keer anders is, heeft nog boodschap aan al die lieflijke teksten uit de mond van Jezus. Lieflijk, maar naïef. Dom soms. Roekeloos. Ja, wie weet: zelfdestructief.
De andere wang toekeren. Je vijanden liefhebben. Je bezit niet terugeisen als het je wordt afgenomen. Zegenen wie jou vervloekt.
Lieflijk. Dom. Roekeloos. Ja, wie weet: zelfdestructief.
Angst. Jezus rekent niet met angst. Hij gaat overal vol in: in de overgave aan zijn opdracht, in de confrontatie met de zekerweters, in de interpretatie van Gods genade. Het levert hem volgers op en diepe vriendschap. Maar ook eenzaamheid en hoon. Barmhartigheid, ha! Barmhartigheid is voor de naïevelingen, voor degenen die het onheil over zichzelf willen afroepen.
En kijk. Zo is het ook gegaan met Jezus. Het onheil kwam, en het kwam dramatisch.
En alleen voor wie gelooft dat het heil het onheil achterhaald heeft, hebben zijn woorden met terugwerkende kracht betekenis.
Alleen wie gelooft dat barmhartigheid in de eerste plaats betekent zélf opgetild te worden boven beperkingen, angst en onmacht, kan met Gods hulp barmhartig zijn, zoals de Vader barmhartig is. Want barmhartigheid is de regel van een nieuwe tijd, de tijd van Jezus, de tijd van het open graf.
Maar ja. Dat moet je wel geloven.
Marijke van Selm