Van de redactie

logo-idW-oud

 

Van de redactie

We beginnen met een artikel van W.L. Dekker over de gemeente en de terreur. Hij begint met Hannah Arendt en eindigt met – Paulus! Vooral zíjn prediking slaat op wat het moderne terrorisme in ons oproept: angst, woede, de wil deze “heren” meedogenloos te lijf te gaan. Maar Dekker zegt: vergeving en verzoening maken het ons onmogelijk het kwaad van het terrorisme de vergoelijken, óf te verabsoluteren. Verder, verkiezing en roeping beschermen ons tegen overspanning en bewaren ons in nuchterheid. Ik lees niet alles, maar bij mijn weten is Dekker de eerste die als theoloog ingaat op wat het terrorisme in de samenleving oproept. Politieke consequenties trekt Dekker niet, en dat is ook niet meteen nodig. Maar uiteindelijk zullen we het toch ook daarover moeten hebben. Ik ben het er met mezelf niet over eens: we hadden nooit soldaten naar Irak moeten sturen om mee te doen aan de waanzinnige onderneming daar van Bush c.s., maar als je nu, zoals de Spanjaarden, het hazenpad kiest kan ook dat akelige gevolgen hebben.

Dan mijn derde en laatste artikel over Barths eschatologie. Daarna komt het antwoord van Rico Sneller aan Evert-Jan de Wijer. Hermann Cohen in zijn Religion der Vernunft aus den Quellen des Judentums is Snellers leermeester. Ik heb Cohens boek onlangs met bewondering gelezen, maar kon wat hij zegt met geen mogelijkheid rijmen met de ethiek die Paulus in de brieven aan de Romeinen en de Galaten ontwikkelt.

Onze redacteur T.G. van der Linden is op het ogenblik in New York voor zijn studie van Bonhoeffer, maar hij gaat daar ’s zondags ook naar de kerk. Hij vertelt wat daar allemaal te beleven is, en dat is véél.

Het vertalen van de bijbel blijft ons bezighouden. Dat blijkt uit de artikelen van Bert van Kooij en van At Polhuis. Het moet ons ook bezig blijven houden en ik denk wel eens dat het debat altijd door zal gaan, tot we worden als heel kleine kinderen. Ik heb namelijk eens gehoord dat je heel kleine kinderen niet kunt verstaan, omdat ze regelrecht uit het paradijs komen en nog Hebreeuws spreken. Daar zit wat in, en dán zouden alle vertaalproblemen opgelost zijn.

Bernard Prakke over vier prachtige liederen van wijlen Richard Strauss. Strauss was nu niet bepaald wat je noemt “goed”, maar ook bij hem moet je het kwaad niet verabsoluteren. Ik maak een kleine aantekening bij wat Prakke zegt over Martin Niemöller. Aan het begin van WO II heeft Niemöller inderdaad gevraagd of hij weer bij de Kriegsmarine kon komen; voor duikbootcommandant was hij al te oud, en het zou dus wel een baan bij een staf geworden zijn. In Berlijn vreesde men (ook Bonhoeffer deed dat) dat alle gevangenen in het begin van de oorlog geëxecuteerd zouden worden. Niemöllers vrouw heeft er hevig bij hem op aangedrongen dat hij zou proberen uit het kamp en bij de marine te komen. Niemöller heeft lang geaarzeld en uiteindelijk gedaan wat zijn vrouw hoopte.

Tenslotte de gewone rubrieken en een reactie van Arjen Boogaard op mijn commentaar op Mel Gibsons film, plus naschrift.

A.A. Spijkerboer