Blessed are the cheesemakers

logo-idW-oud

 

Blessed are the Cheesemakers

Er zijn boeken die zichzelf verkopen, die kan je eenvoudigweg niet weerstaan. Wie regelmatig een boekhandel binnenloopt, weet hoe dat in zijn werk gaat. De ene keer laat je je lokken door die enorme stapel boeken die op tafel ligt uitgestald. Waar je zo nu en dan een boek van oppakt, omdat je de titel of de auteur herkent van een boekbespreking, of omdat het boek je door iemand is aangeraden. Van de stapels boeken loop je na enig moment toch weer door naar de kasten met boeken van jouw eigen voorkeur. In mijn geval zijn dat de kasten met Engelstalige romans. Met mijn ogen speur ik de wanden met boeken af, totdat ze op een bepaald boek blijven rusten. Iets maakt je nieuwsgierig, alert. Je pakt het en dan gebeurt het je soms, dat je het boek niet meer terug kunt zetten in de kast. Iets in de titel, de omslag, het formaat, de tekst op de achterkant heeft je aandacht getrokken. En maakt dat je besluit: Dit boek wil ik lezen, dit boek wil ik bezitten.

Dat overkwam me met het boek van Sarah-Kate Lynch, Blessed are the cheesemakers, Zalig zijn de kaasmakers.

Het begon met de titel. De theoloog in mij werd wakker en hoorde in de titel een grappige improvisatie op de zaligsprekingen. Nieuwsgierig haalde ik het boek uit de kast en een blik op de omslag en ik was verloren.

Een meisje op de rug gezien, getooid in maagdelijk wit, houdt in haar handen een kaasje in de vorm van een hart. Als je goed kijkt zie je boven dit kaasje in miniatuur formaat de actrice, Julie Andrews, dansen, als de novice die het klooster verlaat om gouvernante te worden voor de kinderen von Trapp in de musical The Sound of Music. Zij is wel beschouwd als een gevallen maagd. Maar niemand die haar erom veracht. Integendeel, generaties kinderen en volwassenen hebben deze gevallen maagd voor altijd in hun hart gesloten.

Zalig zijn de kaasmakers is een heerlijk, speels, lichtvoetig verhaal, dat je in een teug uit leest. In het hart van de vertelling staat het hartvormig kaasje van de omslag “The princess Grace memorial blue” samen met degenen die haar geschapen hebben, Joseph Corrigan en Joseph Feehan. Omdat ze allebei Joseph heten, gaan ze door het leven als Corrie en Fee. Samen runnen de beide Josephs een kaasboerderij ergens in een uithoek van de County Cork in Ierland. Het lijkt wel alsof de tijd op hun boerderij is blijven stilstaan ergens halverwege de jaren vijftig.

Hun boerderij ziet er nog altijd uit zo stel ik mij voor zoals een boerderij er vroeger uitzag. Geen ligboxstallen dus voor de koeien van deze kaasmakers. In de winter staan hun koeien nog gewoon ouderwets op stal en wanneer het weer en de conditie van de weilanden het toelaten mogen ze naar buiten om daar te grazen en het gras liggend, staand, in de wei te herkauwen. Nog altijd worden hun koeien, die allemaal heten naar de heilige maagd Maria, met de hand gemolken. Er is iets vreemds aan de hand met die twee Josephs. Ze nemen alleen zwangere melkmeisjes in dienst. Deze zwangere melkmeisjes moeten bovendien bereid zijn zich te onderwerpen aan een vegetarisch dieet. Want vermenging van melk met vlees is uit den boze, als het gaat om het maken van hun kazen. Bij de muziek van The Sound of Music, moeten de meisjes de koeien melken ‘s morgens en ‘s middags. Daar staan deze kaasmakers op, want het geheim van dit bijzondere kaasje dat luistert naar de naam Grace, genade, zijn de handen van zwangere meisjes, die niet verontreinigd zijn door het eten van vlees. Voeg daar aan toe de lichtvoetige, dartelende muziek van de musical The Sound of Music en de wind, die waait vanaf zee over de County Cork. Deze ingrediënten geven aan dit kaasje dat tot de familie van de blauwschimmelkazen hoort, een smaak die de hele wereld verovert.

Verder zijn we in het boek getuigen van de terugkeer van de lang verloren kleindochter van Joseph Corrigan, Abbey. En dan is er ook nog Kit Stephens, die lijdt aan een gebroken hart, burned out is geraakt en zijn baan kwijt is. Precies op dat moment opent hij de deur van de koelkast in zijn luxe appartement in New York, en wordt onaangenaam getroffen door de geur van het kaasje van de Josephs, waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum reeds lang is overschreden. Voor hem symboliseert dit bedorven kaasje in zekere zin zijn verkwiste leven. Het kaasje van de Josephs doet hem besluiten aan zijn ontwrichte leven een nieuwe wending te geven. En ook Kit komt terecht op de kaasboerderij van de beide Josephs. Het zal niemand verbazen dat Kit en de kleindochter van Corrie aan het einde van het boek elkaar na de nodige strubbelingen vinden.

Zalig zijn de kaasmakers, is een lichtvoetige vertelling, maar de oplettende lezer wordt zich al lezend ervan bewust dat het meer is dan dit. Want heel speels en lichtvoetig, maar o zo vernuftig weeft de schrijfster allerlei bijbels theologische noties door haar vertelling heen.

Zalig zijn de kaasmakers is een gelijkenis, een parabel van meer dan aards geheimenis. Beetje bij beetje wordt ons onthuld waarom deze beide kaasmakers zalig worden genoemd. Hun kaasboerderij is in de loop van de jaren uitgegroeid tot een toevluchtsoord voor zwangere meisjes. Gevallen maagden, die nergens anders meer heen kunnen. Verstoten, verraden, vernederd, veracht en in de steek gelaten kunnen zij rekenen op de Josephs. Alsof het van zelf spreekt, alsof iedereen dat zou doen, nemen deze beide mannen de rol van voedstervader op zich. Zoals eens hun naamgenoot Sint Jozef, de bruidegom van de heilige maagd Maria, dat ook deed. Hun doel is niet zo zeer het kaasmaken, maar om te behouden, in het leven te houden. Dat wordt op de laatste bladzijden van het boek uit de doeken gedaan. En dat is toch ook steeds de rol van de Jozef figuur in de bijbel, om uit naam van God te bewaren, in het leven te houden. Het begint bij Jozef, de zoon van Jakob en Rachel, die de wereld in leven houdt. Als er over de gehele aarde hongersnood heerst, opent Jozef alle schuren. En de gehele wereld komt naar Egypte om bij Jozef graan te kopen. Zo redt hij uit naam van God de wereld van de dood.

En dan is er ook nog die andere Jozef, de bruidegom van de heilige maagd Maria, die opstaat, midden in de nacht het kind en zijn moeder neemt en uitwijkt naar Egypte. Hij is het die het kind Jezus veilig stelt, het kind redt uit de handen van Herodes, opdat dit kind later als het groot geworden is, zijn weg van de lijdende knecht kan gaan. En tenslotte is er Jozef van Arimatea, aan het einde van de lijdensgeschiedenis. Hij is de man die Pilatus vraagt om het lichaam van Jezus weg te nemen. Hij is het die het lichaam van onze Heer wel bewaard, te ruste legt in een graf. Ook aan deze laatste Jozef vertrouwt God zijn zoon toe. De rol die de Jozef figuur in de bijbel keer op keer krijgt toebedeeld is zonder vragen, vol vertrouwen zich in dienst laten nemen door God. Gewoon maar doen wat op je weg komt. En het menselijk woord schiet te kort om in dat geheime raadsbesluit door te dringen. Het laat zich alleen maar vertellen steeds weer opnieuw, opdat de wereld weet van Gods barmhartigheid. Zalig zijn de kaasmakers, want zij zullen de ware liefde beerven.

Het boek van Sarah-Kate Lynch is ook in een Nederlandse vertaling verschenen. De Nederlandse uitgave mist jammer genoeg de uitstraling die de Engelse uitgave zo onweerstaanbaar maakt. Bovendien staat het boek in de meeste boekhandels in de kast, romantische literatuur oftewel in de kast van de streekromans. Ik schat zo in dat de meeste lezers van in de waagschaal, als zij een boekhandel binnenlopen, deze kast zonder een blik waardig te gunnen, voorbij lopen. Maar bedenk dan wel, dat je soms zonder het te weten iets heel moois misloopt.

Machteld de Mik-van der Waal

——————

Sarah-Kate Lynch, Blessed are the cheesemakers. Uitgeverij Black Swan

De Nederlandse vertaling is uitgegeven bij De Kern, Baarn, onder de titel: Zalig zijn de kaasmakers.