Van de redactie
van de redactie
In ons vorige nummer zijn uit het artikel van Willem de Clerq, op de onderste helft van bladzijde 5 – 69, twee halve zinnen weggevallen. Er stond: “Wat de zeer gevoelige Willem de Clercq tegenstond bij de scheiding van de afgescheidenen was voor hem de omstandigheid dat zij van een andere maatschappelijke klasse waren”. Daar had moeten staan: Wat de zeer gevoelige Willem de Clerq tegenstond bij de afgescheidenen was hun hardheid en fanatisme. Een andere factor was voor hem de omstandigheid dat zij van een andere maatschappelijke klasse waren. – Wij vragen de auteur en onze lezers excuus!
Mengelwerk staat er op de omslag van dit nummer en de inhoud ervan is dan ook gevarieerd. Na de meditatie volgt een artikel waarin Jaap van Dorp reageert op het commentaar dat Pieter van Walbeek in nummer 2 van deze jaargang gaf op de vertaling van Genesis 15:6 in de NBV. Van Dorp vertelt dat de vertaling van dat vers inmiddels bijgesteld is, maar vindt dat de vertaling van tsedaqa met “verdienste” eventueel te verdedigen zou zijn – Ik dacht: als dat zo was zou je op de jongste dag misschien ook wel een kruis van verdienste kunnen krijgen, maar bij mijn weten worden er op die dag geen medailles uitgereikt. Dan volgt een bespreking door Evert Jan de Wijer van een boek van Rico Sneller – zou het mogelijk zijn de “heiligingsleer” van Kohlbrugge te schrijven? Ik weet het niet, maar ik geloof wel dat er iets te zeggen is over de heiliging bij Paulus: “Houdt stand en laat u niet nog eens een slavenjuk opleggen!” Dat slavenjuk is het juk van de wet waar Luther en Kohlbrugge het over hadden. Maar je moet de vrijheid, die Christus geeft, niet gebruiken als een springplank om de wereld van het vlees in te duiken, want je bent vrij om lief te hebben. – Het staat allemaal in Galaten 5!
Daan Thoomes schrijft over de onbevangenheid en naar aanleiding daarvan zegt Rens Kopmels “zomaar wat” over zijn ervaringen met Langeveld. De voorzitter van onze redactie over Gunning in 1904 – ook toen stond Gunning op een hoogte waar hij veel zag. W.L. Dekker over Kees Fens en daar sluit Michael Bource even op aan om dan in Heusden te vertoeven. Laura Reedijk-Boersma over Marokkanen, of beter gezegd: Marokkaanse vrouwen – zij geeft te denken. Rens Kopmels bespreekt Nico Bakkers vertaling van Barths boek over I Korintiërs 15 van 1924: de opstanding van Jezus Christus moet niet in de theorie, maar in de praxis van een bepaalde strijd begrepen worden. Bij Bernard Prakke van Domela Nieuwenhuis naar Kroon, Ter Schegget en Mönnich.
Knetsch sprokkelt over Da Costa, die op rijpere leeftijd voor afschaffing van de slavernij was, en niet alleen dat: hij leek niet eens zo ver van J.H. Scholten af te staan! Het verleden blijkt veel gevarieerdert te zijn dan je denkt.
Zit er toch lijn in al dit mengelwerk? Als er een is, dan is dat een, in de klassieke zin van het woord, – gereformeerde lijn.
A.A. Spijkerboer